Volg ons op facebook
|
< terug
De verzamelaar
Hoewel de lucht nog zwoel was, was het toch al eind september. De zon hing laag over de duinen en de zilvermeeuwen zongen hun klaaglied. Willem Debrabandere wandelde langzaam op het strand. In alle eenzaamheid, daar hield hij van. Zijn voetstappen bleven een tijdje afgedrukt in het zachte zand om dan langzaam weggespoeld te worden. Als een uitgewiste geschiedenis. Hij genoot van die avondwandelingen, het zonlicht op zijn gezicht. Binnenkort zou de herfst zijn intrede doen, Het zou vroeger donker worden, kouder worden….daar dacht hij liever nog niet aan.
Op datzelfde ogenblik loeiden sirenes op de Koninklijke Baan. Deze baan loopt gelijk aan de duinen. het geluid zwol aan om daarna nog even in echo na te galmen. 'Laat ze maar zoeken', dacht hij bij zichzelf en heel even grijnsde hij.
Toen Willem thuiskwam hing hij zijn jas over de zetelleuning en zong binnensmonds. Hij trok de koelkast open en zocht zijn avondeten. Veel soeps zou het niet worden, als vrijgezel had hij niet echt zin, laat staan, tijd om te koken. Vaak at hij klaargemaakte diners, die hij dan haalde bij de plaatselijke supermarkt. Vanavond at hij op z'n Italiaans, een Pizza margaretha van het merk 'come a casa'. Op de doos stond een nogal zware gestereotypeerde Italiaanse mama. Hij glimlachte vaag naar de doos en zette de pizza in de oven. Perfectionistisch zoals hij was plooide hij voorzichtig de doos en stopte het onmiddellijk bij het gesorteerde karton. Terwijl de pizza opwarmde dacht hij nog even na over zijn 'goede daad'. Niemand had door wat er met haar aan de hand was, hij wel. Hij had haar zien veranderen. Al die verschillende factoren, hij had alles in het snotje. Zijn missie was duidelijk, hij moest ze uitroeien. Ze moesten sterven, allemaal. In gedachten hoorde hij haar gillen, dat deerde hem niet meer. De eerste keren waren anders geweest, alsof hij moest wennen aan zijn hoogst geheime taak. De eerste keer hoorde hij haar zelfs ' s nachts nog nagillen, smeken om op te houden. Het had hem dagen gekost om het te vergeten. Nu ging het gemakkelijker. De oven maakte een piepend geluid. De pizza was klaar. Hij nam met ovenwanten zijn maaltijd uit de oven en legde het zorgvuldig mooi in het midden van zijn keukentafel. Terwijl hij at was het enige geluid dat van de avondklok. Tik-tak, tik-tak, tik-tak….
De volgende ochtend stond Willem vroeg op. Zijn werkkleren, die hij keurig de dag voordien had klaargelegd, lagen in de vroege ochtendzon te wachten. Zijn ochtendritueel was identiek, dagelijks. Eenmaal klaar stapte hij zijn fiets op richting gemeentekerkhof van De Haan. Willem werkte al 15 jaar lang op dit kerkhof, hij kende ieder graf, wist perfect wie waar lag. Hij onderhield de graven keurig, sprak mensen aan die hun dierbaren kwamen opzoeken. Ja, iedereen kende Willem als een keurige jongen, die na de dood van zijn moeder gewoon alleen bleef. Zijn moeder stierf 5 jaar geleden op 63-jarige leeftijd. Magda was eveneens een bekend dorpsfiguur. Zij was actief tot haar laatste dagen, niemand kon dan ook vermoeden dat een hartaderbreuk haar zou fataal worden. Willem had haar 'gevonden', toen hij thuiskwam van zijn werk. Haar praalgraf stond dan ook op de gemeentelijke kerkhof, en Willem verzorgde ook haar graf, elke dag.
Na de dood van zijn moeder begonnen de vreemde 'boodschappen'. Hij kreeg de gave om slechte mensen te zien. Mensen die slecht waren kon hij er zo uithalen, ja, dat kon hij perfect. Bij deze specifieke mensen kwam altijd een groot getal op hun voorhoofd. Als hij zo iemand opmerkte moest hij of zij zo snel mogelijk van de baan geruimd worden, voordat zij anderen zouden besmetten met hun verdorvenheid. Willem had nooit vermoed dat Sonja één van hen was. Hij schrok dan ook toen hij het getal op haar voorhoofd zag staan. Hij had meerdere malen gekeken, en kon wel huilen toen hij een grote 6 zag. Hij had altijd wel een boontje voor Sonja gehad.
Zij was groot, blond met lichtblauwe ogen. Hij sloot even zijn ogen en zag haar nog rijden met haar witte fiets, in gedachten zag hij hoe ze wuifde naar hem, hij wuifde nietsvermoedend terug en dan... even parelde een traan langs zijn wang. Maar hij had juist gehandeld en liet haar verdwijnen. Gisteravond had hij haar opgewacht aan haar werk. Sonja werkte als dagmoeder. De kinderen waren altijd dol op haar, maar ook zij konden nooit vermoeden hoe slecht zij wel was. Reden te meer dat hij haar snel moest laten verdwijnen. Stel je voor dat ze de kinderen had besmet. Hij had haar meegelokt met een smoesje naar zijn woning. Nietsvermoedend trapte ze erin, goede Willem zou toch nooit een vlieg kwaad doen. Eens dat ze binnen was had hij haar een klap verkocht en zakte ze in elkaar. Een mooie lappenpop, levenloos op de grond van zijn huis. Even had hij staan kijken naar haar, hoe kon iemand die zo aardig was slecht zijn? Iemand met het uiterlijk van een engel. Maar toen het cijfer weer zo duidelijk zichtbaar werd, werd hij woedend. Zorgvuldig wikkelde hij het lichaam van Sonja in een groot stuk plastiek. Nagenoeg ontwaakte ze en begon te gillen, hij werd er gek van als 'ze' gilden. "Laat dat, je bent slecht, slecht!!", gilde hij terug. "Je moet verdwijnen voor je ons allen besmet!". Met beide handen rond haar hals begon hij haar te wurgen. Het gillen werd een smorend geluid en haar lichaam schokte op en neer. Willem begon te huilen en las een passage uit de bijbel voor, die hij ondertussen vanbuiten kende, tot het gevecht over was. Hijgend ging hij naast haar zitten, nog steeds de passage aan het voorlezen, die kende hij nu wel al vanbuiten, daar hij het al meerdere keren had moeten gebruiken.
Die nacht droeg hij haar naar het kerkhof. Als opzichter kende hij de verschillende plaatsen als geen ander. Hij kon perfect een lichaam begraven waar er zeker in de komende 20 jaar geen nieuwe graven meer zouden komen. Het lichaam van nummer 6 legde hij zorgvuldig naast dat van nummer 5, hij 'verzamelde' ze allemaal netjes op een rij. Zo had hij altijd een overzicht over het reeds uitgeroeide kwaad. Bij het lichaam van nummer 6 had hij nog een gebed geproken, enkel maar om haar te helpen. Haar lichaam te zuiveren van het kwade, van het slechte.
Willem schrok wakker uit zijn dagdromen en ging verder werken. Hij had een druk schema, elke dag wel dezelfde, maar niettemin druk.
Die avond fietste Willem terug naar huis. Na zijn eenzame maaltijd bij de wandklok ging hij slapen. Kranten en televisie interesseerden hem niet, hij zag beiden als een poort naar kwaadheid, een medium van slechtheid. Neen, zijn gedachten en herinneringen hielden hem wel gezelschap. Zijn gedachten werden weliswaar abrupt gestopt toen hij de badkamer binnenstapte. Zijn hart klopte in zijn keel en zijn ademhaling klonk meer als een gehijg. Voorzichtig stapte hij naar de spiegel, wreef over het glas….maar het verdween niet. Een grote zeven sierde het midden van zijn voorhoofd, hij begon te jammeren. Hij werd woedend, hij kon toch niet slecht zijn? Hij was iemand die het kwaad uitroeide! hij sloeg zijn beide vuisten tegen het spiegelglas en het barste in stukken. In zijn delirium zag hij de beelden van alle mensen die hij vermoorde in de naam van het 'goede'. " ik kan niet slecht zijn, dat kan niet", hij bleef jammeren. Het enige antwoord die hij kreeg was de wandklok die verder tikte. Op dat moment begon hij hysterisch te lachen, verzamelde grote stukken spiegel en sprong op zijn fiets.
De volgende ochtend werd het lijk van Willem gevonden door een vroege kerkhofwandelaar. Op zijn voorhoofd was een grote zeven gekerfd en zijn polsen waren doorgesneden. De bijbel die hem al die keren trouw was gebleven lag nu open naast hem. In zijn hand vond de politie een klein briefje, geschreven in zijn eigen bloed. 'slechtheid sterft nooit'.
"Weer een slachtoffer van de maatschappij", zei een inspecteur tegen zijn collega, "één of ander fanatiekeling die dacht de wereld te veranderen". Hij stak zijn sigaret aan en bekeek het lijk van Willem, bestudeerde aandachtig het getal dat hij in zijn voorhoofd had gekerfd. "Wat zei u inspecteur?", vroeg de jonge agent die hem bij de zaak assisteerde.
"Wel ik….", terwijl hij de sigarettenrook wegblies keek de inspecteur naar het gezicht van de jonge agent. Op zijn voorhoofd werd een acht zichtbaar……
Nathalie Vilain
feedback van andere lezers- ivo
meeslepend mooi geschreven, de dwaasheid van de mens kan vele vormen aannemen en een acht vind ik een mooi eindgetal, omdat 8 ook de oneindigheid symboliseert, waarmee het verhaal ook aangeeft dat deze dwaasheid samen met de mens de eeuwigheid zal trotseren. LilyMayParker: ja, dat was volledig mijn bedoeling met die 8! bedankt voor je reactie xxx - Jurgje
Het verhaalidee blinkt niet echt uit in originaliteit. Opbouw van het verhaal zit goed. Eén keer vergis je je van verteltijd:"Deze baan LOOPT gelijk..." en de taalzuiverheid kan beter: "Eens DAT ...". Ik zie bij jou fouten die ik ook maak zoals de te uitvoerige en te herkenbare details bij de beschrijving van de maaltijd(verpakking). Maar zoals gezegd: opbouw en verhaalstijl zeker goed! LilyMayParker: dank u wel om het te komen lezen Jurgje en voor je toffe reactie
xxxxx - yellow
wat is dit rakend, gruwelijk hoe je dat alles beschrijft, ik zou bijna bang van jou worden, keisterk geschreven, kan in een triller staan!
M. LilyMayParker: Thanx lieve Marc voor je mooi feedback telkens opnieuw
liefs
Nathalie
xxxx - manono
Ik vind het ook een zeer luguber verhaal. Dat is de bedoeling ook, denk ik. Dus zeer geslaagd! LilyMayParker: erg lief dat je ook hier reageert!
liefs
Nathalie
xxx
|