< terug
Slechts één (barmhartige) moord- 2
Thuis geeft ze haar twee katten eten, doet de afwas van de vorige dag. Haar appartementje is verzorgd, groen-geel gezellig met op dit ogenblik een grote bos oranje tulpen in een doorzichtige bolle vaas op het effen katoenen olijfgroene tafelkleed. Perfect. De levende stelen buigen en kronkelen het geheel tot een kunstwerk die de beste stylist niet evenaart.
Ze mijmert en laat met haar handen tot schupjes gevouwen het water van het warme bad over haar buik en borsten wervelen. Na de verdoving van actie en de aandacht waarmee ze de klootzak rond zijn auto had zien dansen,(denkende dat hem iets onverdiends overkwam), kwam haar eigen pijn terug. Haar meest trouwe vriendje, vroeger ondraaglijk.
Haar hart krampt in een pijn waarvan ze nu al lang weet dat het geen hartinfarct is, maar simpel diep eerlijk onomwonden keihard verdriet. Sinds de dag dat ze besefte dat ze Kamiel nooit meer zou zien was dat gevoel nooit meer geweken. Na verloop van kostbare tijd werd het essentiëler en meer bepalend voor wie zij zelf is dan alle vreugde die ze ontvangt en rondstrooit.
Kamiel was haar grote liefde, de liefde van haar leven. Hij leed even veel als zij, maar had haar nooit als oplossing voor zijn leed gezien.
Zij had hem wel als haar bron voor jarenlange vreugde en geluk herkend.
Het was niet gelopen zoals ze hoopte en droomde.
Misschien was dat het beste. Hij bleek onbetrouwbaar. Veel onbetrouwbaarder dan ze verwachtte toen ze in roekeloze passie, blijde wijdopen ogen en verlangend gespreide benen op zijn schoot sprong.
Ze parfumeert zich met Trésor, maakt zich zorgvuldig op en kleedt zich enkel met haar lange rode katoenen kleed in twee laagjes. Vanavond kiest ze de donkerblauwe pruik als ze haar achterste kamer binnen gaat. Het betekent dat ze nog niet beslist heeft of ze de komende periode met het karakter van een blondine, een brunette of een rosharige kleine feeks wil te werk gaan.
De kamer met Pruisisch blauw geschilderde muren, het veel te dure zeldzame oranjekleurige Turkse tapijt en de goudbeschilderde boeddhabeeld op het dieppaarse tabernakeltje dat ze op de vrijdagmarkt kocht, ruikt nog naar de wierook van eergisteren.
Ze zit in de leren Ikeazetel, onbeschaamd, vrij, neemt een sigaret en babbelt met boeddha: 'Jij, jij beloofde je ook over deze hoer te ontfermen. Dus, zorg ervoor dat ik nooit kwaadaardig word hé?'
Boeddha knikt, nauwelijks merkbaar.
feedback van andere lezers- ivo
keihard mooi AlexyvanDooren: dank u Ivo
ik kan nog geen feedback geven.
Ik ben onder de indruk van uw gedicht 'vrees' - manono
Jij gaat diep in enkele zinnen. Hoe moet ik het zeggen: een niet oppervlakkig gemoed beschrijven met de hamer op de kop van de nagel.
Ik lees ook geen cliché-beschrijving van het personage.
AlexyvanDooren: heel hartelijk dank Manono!
|