writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Mounir en Debbie .2

door RudolfPaul

Vanaf die dag kwamen Rudy en Debbie regelmatig aanschuiven aan het tafeltje bij Mounir. Als hij even niets te doen had, kwam Mounir erbij zitten. Hij luisterde aandachtig terwijl de anderen over ditjes en datjes kletsten, en als hij iets niet begreep en vroeg: Wat bedoelt dat? werd het hem geduldig uitgelegd. Alles deed hij eraan om de taal goed te leren.
Debbie nam van huis de kinderboekjes mee die ze vroeger vele malen met plezier gelezen had. Vooral het Guus Kuijer boekje waarin de ouders van Mieke begraven waren in een woon-doodkist in de tuin en hun dochter bij hen komt en door hen werd uitgescholden, was een succes bij Mounir. Ook Rudy genoot van de maffe verhalen, die evengoed genietbaar waren voor volwassen mensen van zijn leeftijd. Het boek over Polleke die niet met haar Marokkaanse vriendje Mimoen mocht omgaan van zijn ouders, deed het ook goed bij Mounir. Debbie, Rudy en Mounir lazen om de beurt stukjes voor. Mounirs uitspraak en woordgebruik gingen in die maanden met sprongen vooruit. Soms zei hij iets dat wel een zeker charme had - gespreksgenoot sprak hij eens uit als gespreksgenot en Rudy riep enthousiast: 'Dat is het! Gespreksgenot, daar kom ik hier voor.'
In hun vriendenclubje kon over alles gesproken worden: Debbie's rechtenstudie, haar ongeluk en de daaruit voortkomende knieproblemen, haar nieuwe studie Nederlands, Mounirs kinderjaren in Marokko, zijn komst naar Nederland om zijn oom te helpen, Rudy's saaie leven, zijn loopbaan, zijn pensionering, zijn 43 huwelijksjaren. Maar vooral over zulke dingen als levensopvatting en religie werd er gepraat. En over klassieke muziek, over Mozart en Beethoven. Mounir zat er dan bij en probeerde geen woord te missen van hun gesprek.
Toen Debbie zich eens liet ontvallen dat ze moe was en last had van haar knie en het liefst thuis in bed was om uit te rusten, liet Mounir de anderen een kamertje zien achter de winkel, aan het eind van de gang. Er stonden behalve wat kratten frisdrank een grote stoel van Ikea, nog gedeeltelijk in kartonnen verpakking, die ook als bedje kon worden uitgeklapt. Hij was bedoeld voor zijn oom, maar zolang die in het buitenland verbleef kon Debbie daar toch mooi gebruik van maken, languit op liggen als ze last had van haar knie? Ook kon ze daar haar viool achterlaten als ze 's middags naar college ging. Er was een slot op de deur en Debbie kreeg de sleutel.

Thuis vertelde Debbie over haar nieuwe vrienden en haar rustkamertje. Haar vader en moeder keken zorgelijk, ze vonden het maar niks. Haar twee jaar oudere broer koesterde allerlei verdenkingen jegens de pizzabezorger. Een 'loverboy', hij kende dat soort jongens. 'Pas maar op,' zei hij toen hun ouders er niet bij waren, 'straks wil hij je niet alleen een pizza bezorgen maar ook een orgasme.' En die bejaarde man, Rudy, dat was vast een of andere ouwe viezerik die op jonge meiden geilt. Debbie lachte hem uit. Wat haalden ze zich thuis niet allemaal in hun hoofd? Ze nam het op voor haar vrienden. Mounir was een hardwerkende, goedhartige jongen - betrouwbaar en behulpzaam. En Rudy een bedaard type, een man die graag met mensen praatte, niets mis mee. Ze gingen ongedwongen met elkaar om als ze koffie kwamen drinken in de kleine gezellige pizza-zaak die Mounir draaiende moest zien te te houden tot zijn oom terugkwam.

Op een dag bracht Rudy een kinderboek mee voor Mounir dat hij eigenlijk had gekocht voor een van zijn kleinkinderen: De kleine Mozart op wereldreis, met bijbehorende cd waarop 10 vroege composities van het wonderkind te beluisteren waren. Kort daarna kocht Debbie voor hem het boek Mijn leven met Mozart, dat ging over hoe gelukkig iemand kon worden door vaak te luisteren naar de muziek van deze componist. Ook bij dit boek was een cd bijgesloten met de mooiste muziekfragmenten. Mounir was verrukt, vele malen speelde hij de cd af op de geluidsinstalatie in de pizzaria en hij wilde alles weten over de componist.
Debbie vroeg Rudy en Mounir naar de uitvoering van de muziekschool te komen. Op het programma stonden onder andere werken van Mozart en Beethoven, gespeeld door studenten. Mounir leende een deftig donkerblauw pak van een van zijn vrienden. Op het laatste moment besloot hij nog een stemmige stropdas te kopen. In het winkelcentrum liep hij Baardman tegen het lijf, die hem allerlei vragen stelde over hemzelf en over zijn oom. Ook wilde hij diens adres weten. Mounir gaf ontwijkende antwoorden, het adres wilde hij niet geven. Hij wilde niets met de man te maken hebben. Het voelde alsof Baardman een grote zware hand op hem drukte waar hij zich onderuit moest zien te worstelen, vertelde hij Debbie en Rudy later.

Meestal ging Debbie met een studiegenote na hun college in de kantine van de universiteit nog wat na praten. Maria, een ex-katholiek dorpsmeisje uit Limburg, was een opgewekte, luidruchtige meid - soms wat tè luidruchtig. Debbie vertelde haar over haar knie-ongeluk na het avondje uit met Daniël Knoop, de zoon van een van haar vaders collega's. In de auto op weg naar huis had Daniël aan haar borst gevoeld. In een stille onverlichte straat stopte hij de wagen en boog snuivend over haar heen. Hij kwam met zijn volle gewicht half op haar liggen terwijl hij met een hand onder haar rok woelde. Met zijn vingers probeerde hij in haar kruis door te dringen, met zijn andere hand pakte hij haar hand en bracht die door zijn geopende gulp naar zijn geslacht. 'Niet doen! Hou op, niet doen!' gilde ze. Ze walgde van hem. Ze balde haar hand tot een vuist, ze wilde zijn dinges niet aanraken. Met haar vrije hand probeerde ze het portier open te krijgen. Maar Daniël ging rechtop zitten en zette de auto in beweging. Debbie kreeg de deur open en sprong uit de rijdende wagen. Ze kwam met haar knie tegen de stoeprand, krabbelde overeind en hinkte naar een van de huizen. Ze was op haar eigen houtje thuis gekomen.
'Wat had ik moeten doen?' vroeg ze haar vriendin. 'Hem zomaar z'n gang laten gaan?'
'Tuurlijk niet,' riep Maria verontwaardigd. 'Je mag als vrouw verdomme toch zelf beslissen wie er met z'n vingers aan je pruim zit!'
Ze riep dit iets te hard. De gesprekken aan de omringende tafels verstomden, hier en daar werd er geproest en geginnegapt.
'Zal ik nog een koffie voor je ophalen?' vroeg Maria bedeesd. 'Of thee?'
'Nee dank je.'
'Glaasje van dat zoete oranje spul - ochtendurine van de koningin?'
'Ja, doe maar zo'n jus d'orange.'
Debbie deed uit de doeken hoe moeilijk ze het vond om er thuis over te spreken. Haar ouders hadden gehoopt dat er iets moois zou ontstaan tussen Daniël en haarzelf. Maar ze vond hem een bol-ogige griezel, ze moest hem niet. Wat hem bezield had die avond om als een wildeman tekeer te gaan …
'Het zijn de hormonen,' betoogde Maria. 'De bronst. Je ziet het ook bij olifanten, als het mannetjesbeest in de musht geraakt. Op dat moment willen ze maar één ding, hun anderhalf-meter-lange rauwe penis in het zacht en sappige stukje vrouwenvlees van het wijfjesdier inbrengen. De testosteron-razenij in de hersenen drukt hun ogen zowat uit hun oogkassen, ze zijn woest en gevaarlijk, niet tot bedaren te brengen behalve door met ze te paren'. Weer praatte Maria te luid, tot grote hilariteit van de studenten aan de andere tafels.
'Heb ik net allemaal gezien op tv in een documentaire van Discovery Channel,' fluisterde ze. "Heb je ook een een hormonale afscheiding kunnen konstateren hier ergens tussen z'n ogen en z'n oren?' Ze wreef met een vinger over haar jukbeen.

Rustend op haar bedje in de kamer achter Mounirs zaak viel Debbie in slaap op klaarlichte dag en onderging een angstdroom - een nachtmerrie was het, een dagmerrie eigenlijk. Door verlaten straten van de stad haastte zich ze op haar krukken op weg naar Mounir. Onder haar en overal om haar heen barstten plotseling de stoeptegels open en er vielen donkere gaten waaruit halfvergane handen en armen oprezen. Klauwende vingers dreigden haar bij de enkels te grijpen, ze moest ze van zich af slaan, ze kon geen moment stilstaan maar zich er doorheen banen. Ze besefte dat als ze gegrepen werd, ze meegesleurd zou worden naar een ondergronds dodenrijk. Nu verschenen er in deuropeningen en portieken van huizen baarddragende mannen, gedrochtelijk gekleed in imamgewaden en zwarte rabbijnenkledij, ze droegen moslimmutsen, keppeltjes en andere uitheemse hoofdtooi. Enkelen droegen tefillin. Er klonk een kakofonie op van ten hemel schreiende shofars: flatuletie-geluiden die diep uit verkrampte darmen schenen te komen. Nasaal Arabisch gejammer en Allahu Akbar - geroep, geweeklaag over de verwoeste Tempel, kindergekrijs bij het horen van de naam van de kwaadaardige Haman. Mounir kwam haar op zijn pizzascooter tegemoet rijden, een verschrikte uitdrukking op zijn gezicht. Hij zwenkte en laveerde tussen de grijpende handen en zwaaiende armen door, stopte vlak voor haar en hees haar met krukken en al achter op de metalen kist op de scooter. Ze bleef met de krukken om zich heen maaien terwijl Mounir vol gas gaf om aan hun belagers te ontkomen. Ergens op hun pad stond Daniël. Met twee handen omvatte hij zijn anderhalve-meter-lange olifantsleuter als een vaandelzwaaier, hij maakte er vertraagde zwiepende bewegingen mee om te proberen haar van de scooter af te slaan. Maar Mounir omzeilde hem behendig. Ze zat ineengekrompen van angst. Toch riep ze uitdagend: Ik lach om jullie belachelijke Halacha, jullie halal en haram, jullie kosher en treife, Tora en Koran.
Ze werd schreeuwend wakker. Mounir kwam de kamer binnenstormen. Hij ging op zijn hurken naast haar zitten maar Debbie kwam overeind, sloeg haar armen om hem heen en trok hem over zich heen zodat hij naast haar kwam te liggen. Snikkend vertelde ze over de droom.

Haar vader zegende de Pésach-wijn en de twee gevlochten wittebroden. Debbie schraapte haar keel en begon: 'Als jongste van het gezelschap stel ik de vraag: waarom verschilt deze avond van alle andere avonden? Daar zal ik nu eens zelf een antwoord op geven -- mijn eigen antwoord. Deze avond is anders… omdat ik jullie eindelijk ga vertellen wat er tussen Daniël en mij is gebeurd die avond. Ik ben niet, zoals jullie allemaal geloven, als een shikkere sjikse uit zijn auto gevallen, nee, ik ben gesprongen.'
En ze vertelde haar ouders en haar broer de ware toedracht. Ze vertelde dat ze niets meer te maken wilde hebben met Daniël, de jongeman die haar familie zag als iemand van hun eigen soort, iemand met wie ze over een jaar wel onder de choeppa zou staan, die het glas onder zijn schoen zou stuktrappen.
'Niets daarvan. Ammenooitniet. Hij is mijn soort helemaal niet, ik moet jullie teleurstellen. Mijn soort is een jongen als Mounir, die net als ik zich probeert te bevrijden van de eeuwenoude lariekoek van een of andere rancunegeloof met bijbehoorende gewoontes, gebruiken en maffe kledij die op provocerende, exhibitionistische wijze moet benadrukken dat men tot een door God of Allah uitverkoren etnische groep behoort. Wij willen uit de klauwen blijven van imams en rabbijnen die vrouwen geen hand willen geven, ouders en clan-leden zullen geen vat op ons hebben, wij schudden de dode last van het verleden van ons af. De heilige boeken waaruit de misdaden, gruwelijkheden en waanideeën je in het gezicht walmen…'
Ze wist zelf nauwelijks wat ze er allemaal uitgooide, ze raakte buiten adem. Haar ouders zaten perplex en zwegen, ze lieten haar maar uitrazen. Haar vader wilde daarna iets zeggen maar haar broer was hem voor. 'Ik ben daar eens langs gereden, ik heb dat suikerpikkie -- mooie jongen, dat moet ik toegeven -- van een afstandje gezien bij z'n griebuszaakje. Dat is toch niks voor je…'
Debbie stond op van tafel en zei: 'Ik wens jullie veel mazzel en broches. Desnoods zeggen jullie kaddisj voor mij.' En verliet stante pede het ouderlijk huis.

Debbie liep met een dienblad in haar handen en zonder krukken naar het tafeltje waar Maria op haar wachtte.
'Ik zie dat je je weer zonder hulpstukken kunt verplaatsen.'
'Gelukkig wel, ik kan weer huppelen en dansen… hoe zit het met onze benodigdheden voor ons gekostumeerd bal?'
'Ik ben naar dat kledingverhuurbedrijfje geweest. Ze hadden daar alles: een blauwe boerka voor jou, voor vriend Mounir een aanplakbaard, zwart pak en brede zwarte hoed; hij zal er precies zo uitzien als een van die rare mannen die met hoofd en schouders heen en weer staan te schommelen voor de Klaagmuur, hoe heten die wiebeljoden ook al weer?'
'Chassidische joden.'
'Ja, zo-eentje dus. En nonnenkledij voor mezelf met een bol, rond kussentje voor op mijn buik. Heb je trouwens die oude man zo gek kunnen krijgen om met ons mee te doen, verkleed als de Paus?'
'Nee, Rudy heeft geen zin in een gemaskerd bal. Hij houdt niet van dansen en al helemaal niet met een hoogzwangere non, die ook nog eens "De Paus, daar krijg ik een kind van" overal rondtettert.'
'Jammer, ik zal iemand anders moeten vinden.'
'Kom morgen naar de pizzaria en vraag het hem zelf, misschien lukt het jou om hem over te halen.'
Er verscheen een ondeugend lachje op het gezicht van Maria. 'Als jij in je boerka en Mounir als orthodoxe rabbijn nou eens op het hoogtepunt van de avond te midden van de feestgangers op de dansvloer gingen liggen, jij met je boerka opgetrokken tot aan je middel en je benen wijd…'
'En dan?'
'Dan laat je je ritueel ontmaagden door rabbijn Mounir.'
Beiden proestten het uit.
'Nou nou, zo kan die wel weer,' protesteerde Debbie. 'Dat laatste hoeft trouwens niet meer, dat is al gebeurd.'
'Geweldig,' riep Maria. 'Eindelijk. Hoe was het?'
'Gekmakend lekker,' schaterde Debbie.
Rondom hen verstomden de gesprekken, men keek hun kant op.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .