Volg ons op facebook
|
< terug
Kantinejuffrouw .2
Rikus was met de fiets op weg naar de universiteitsbibliotheek. Hij zou in een stille hoek van de studiezal de onverteerbare gortdroge brij van wetsartikelen tot zich proberen te nemen; thuis op zijn studentenkamer lukte hem dat nooit. Hij reed langs de grootste boekenzaak van de stad waar met schreeuwletters op de etalages stond: Uitverkoop. Studieboeken. Romans. Kinderboeken. Reisboeken. Hij zou daar eerst even kunnen kijken. Hij stapte af en deed zijn fiets op slot.
Binnen schuivelden rijen mensen langs dozen vol afgeprijsde boeken die op lange geschraagde tafels. Rikus zag even verderop tussen de belangstellenden zijn studiegenoot Wilbert en diens vader Ewout Eijsberts, de roemruchte strafpleiter, bekend van krant en televisie. En van de roddelbladen. Een ietwat gezette man met een buitengewoon verzorgd uiterlijk - maatpak, lakschoenen, vlinderstrikje. Op enige passen afstand stond deze Bekende Nederlander te wachten op zijn zoon. Hij glimlachte en scheen zich te koesteren in de aandacht die hij kreeg van mensen die hem plotseling sluiks aanstaarden en dan gauw weer wegkeken.
Zoon Wilbert had een aantal zware boeken onder zijn arm. Hij stond vlak voor Rikus. Om zijn handen even vrij te hebben plaatste hij de stapel op een lege plek tussen twee rijen dozen. Een kleine muisachtige vrouw van middelbare leeftijd naast Wilbert hield haar hoofd scheef en keek naar koffietafelboeken met hun glimmende kleurrijke omslagen. Rikus zag het ook: boeken over klassieke Italiaanse auto's - Bugatti's, Lamborghini's, Maserati's, en boeken over wijnsoorten. Voorovergebogen en half verscholen achter de rug van een forse meneer, zag hij hoe de vrouw het bovenste exemplaar even opzij schoof om beter te kunnen zien. Wilbert legde met een bedaard gebaar zijn hand op de stapel en zei met sonore stem, een stem die klonk als het bekende geluid van Eijsberts senior in de rechtzaaal: 'die boeken zijn van mij, mevrouw, die heb ik zojuist uitgezocht en daar even neergezet.'
'O, pardon,' schrok de vrouw. 'Maar u vind het vast niet erg als ik even kijk... boeken over wijnstreken, zie ik...' Ze liet een vinger glijden over de ruggen.
'Dat vind ik nou juist wèl erg,' sprak Wilbert vanuit de hoogte. 'Ik heb liever niet dat u...'
'O, sorry, dat wist ik niet,' zei de vrouw gauw. Ze deed een stap terug, draaide zich om en droop af.
'Daarom zeg ik het u maar even,' riep Wilbert haar met luide stem na.
Iedereen keek op, men staarde naar de jongeman, die op zijn beurt met vooruitgestoken kin triomfantelijk naar de gedistingeerde heer keek die zijn vader was. Het smalende glimlachje op het gelaat van de advocaat leek zoiets te betekenen als: goed zo jongen, zo pak je zulke dingen aan.
Rikus voelde zijn hoofd rood worden. Hij deed een stap achterwaards en drong zich tussen de mensen door. Hij verliet de winkel. Buiten bleef hij besluiteloosstaan. Hij keek rond om te zien of de vrouw nog ergens was, maar er liepen zo veel mensen op straat dat het onwaarschijnlijk was dat hij haar terug zou kunnen vinden. En wat zou hij eigenlijk tegen haar moeten zeggen?
Het tafereel bleef hem bij: Wilbert, student uit een steenrijke patriciersfamilie, met aangeboren heersersblik en Gooische kakkerstem, en de timide vrouw - ze had zijn moeder kunnen zijn - die hij zo nodig op zo'n schofterige manier moest kleineren, koeioneren. Wat was die vent toch eigenlijk een verachtelijke lomperik, een onuitstaanbare pummel. Een over het paard getilde, hooghartige, elitaire hufter. En dan die vader! Die had dat alles goedkeurend en met vaderlijke trots aangezien en aangehoord, zo van: Goed zo, jongen! Flink van je afbijten. Laat zien dat je van het juiste Eijsbouts-hout bent gesneden. Laat de onbenullen die ons soort mensen durven lastig te vallen - de minderwaardigen, het plebs - maar eens duidelijk merken dat ze niet meer dan een klompje neusvuil voor ons zijn.
Rikus probeerde zijn fiets te vinden, hij wist niet waar hij die gelaten had. Eerst liep hij een kant op, toen een andere. Hij liep zoekend langs fietsenrekken. Uiteindelijk vond hij zijn gammele rijwiel dat geleund tegen een paal met een verkeersbord stond. Hij had nu geen zin meer om naar de bibliotheek te fietsen. Hij zette koers naar zijn eigen wijk.
Bij de buurtsupermarkt zag hij Louwie in een rare voorovergebogen houding midden op de parkeerplaats zitten. Zijn krukken lagen naast hem op de grond. De jongen was bezig flesscherven op te rapen en in een plastic zak te doen.
Rikus stapte af en legde zijn fiets neer op het wegdek. 'Hé Louwie, wat zit je daar gevaarlijk te doen, kerel. Straks komt er een auto. Wacht, ik zal je even helpen.'
Louwie keek naar hem op en grijnsde: 'Scherven brengen niet altijd geluk. Ik dacht: ik zal m'n burgerplicht doen en het maar even opruimen voordat anderen hun banden erin stuk rijden. Dat was best een dure fles wijn, bedoeld voor het etentje vanavond dat ik had georganiseerd voor onze jaarclub. Zonde, ik zal terug moeten voor nogmaals zo'n fles. Jammer dat jij geen lid wil worden van ons gezelschap.'
'Geef mij die plastic zak en ga jij maar terug naar de slijterij. Ik flikker dat zooitje wel ergens in een vuilnisbak onderweg.' Hij hees zijn vriend overeind en reikte hem zijn krukken aan. Met de kliederige zak fietste hij slingerend weg naar het oude schippershuisje een paar honderd meter verderop, waar hij een kleine zolderkamer huurde, niet ver van de hoge grijze studentenflat waar Louwie woonde.
feedback van andere lezers- tessy
knap geschreven, ik zie die advocaat zo voor me.. - elpe
Knappe beschrijving van enkele karakters, vooral het voorval in de boekenwinkel is mooi uitgewerkt.
RudolfPaul opgelet voor kleine schrijf- en taalfoutjes zoals "leeszal" , "rechtszaaal", "u vind", "achterwaards"
PS : zelf laat ik er ook geregeld veel staan in m'n schrijfsels...
Ik kijk uit naar het vervolg van je verhaal.... RudolfPaul: Dank je voor het aanwijzen van de foutjes, elpe. Ik ben er nog niet achter gekomen hoe je hier dingen kunt corrigeren. Ook heb ik helaas geen spellingchecker op m'n computer; die heeft m'n zoon - een IT-er - me wel beloofd, maar nog niet voor me geïnstalleerd. Ik ben zelf niet erg handig met computers, ik lijd aan een soort computerfobie - ik raak het ding het liefst zo weinig mogelijk aan. Fijn dat je m'n verhaal de moeite van het lezen waard vindt. - hettie35
Fijn om te lezen,
groetjes Hettie
|