< terug
"ZES" - Expeditie naar Mars - Hoofdstuk 1.6 B
We stonden voor de deur van de afgesloten en geblindeerde westelijke sector van de module. Ik legde Caitlin haar pak ervoor, om wat verder naar het noorden op de middengang de noodsleutel te gaan nemen. De sector was immers hermetisch afgesloten geraakt en kon enkel mechanisch met die sleutel ontzegeld worden. Dat veiligheidssysteem zorgde ervoor dat om levensgevaar afgesloten sectoren alleen door een bemanningslid konden geopend worden, niet per ongeluk door een fout in de elektronica aan boord.
Te laat besefte ik dat ik misschien niet in staat zou zijn er binnen te gaan, laat staan om mee te helpen het opengereten lichaam in dat pak te krijgen. Met dat we daar met twee stonden, op het punt de deur te openen, begreep ook Milo dat. Zijn ingepakte vorm keerde zich naar mij.
"Ben je hier klaar voor? Ik kan haar ook alleen erin krijgen, denk ik."
Ondertussen had ik met de ene kant van de sleutel de automatische deurknop eraf gevezen en de andere kant in het voorziene slot geduwd. Ik was blij dat hij de vraag stelde, maar tegelijk wist ik dat iedereen in de controlemodule kon horen wat we zeiden en eventueel zien wat we deden. Dat was al zeker John en ik twijfelde er niet aan dat ook Ben daar aanwezig was, er waren immers twee delicate operaties aan de gang. Ik begreep dat ik er niet zo gemakkelijk zou vanaf geraken. Toch niet zonder een minimum aan gezichtsverlies.
[I]
Ik ga van mijn hart een steen moeten maken.
Als ik dit kan, bewijst dat mijn kracht voor de rest van de expeditie.
Ik moet dit doen, of toch proberen.
Niet voor Ben. Niet voor John.
Ik ben dit aan mezelf verschuldigd.
En aan Caitlin.
[/I]
Voor ik begon met openkrikken, viel ik nog over een praktische gedachte.
"Laat ons eerst haar pak hier al openen, dan moeten we daar binnen niet op wachten. Binnen, werken en buiten als het van mij afhangt."
"Err, Wozek?"
"Wat?"
[I]
Oei, dat gezicht ken ik.
[/I]
"Wel, dit gaat niet op vijf minuten beklonken zijn. Doden zwellen enorm op na enkele dagen.."
Ik voelde mij ineens niet zo gezellig meer, en liet dat dan ook wat brandend blijken.
"Godverdomme, Milo. Dat moet je nu zeggen. Nog dingen die je vergat te vermelden daarjuist?"
"Was je meegekomen als ik dat had verteld? Of had ik een fotopresentatie moeten brengen op de vergadering?"
Op mijn vizier werd aangegeven dat er een bicarbonaatoplossing voor mij zat aan te komen, ongetwijfeld als automatische reactie op mijn wankelende maag. Het bekende houdertje met mondstuk kwam voor mijn lippen hangen, wat maar gewoon aannam, ik had toch sowiezo geen antwoord klaar op dat van de dokter naast me. En die zag dat.
"Geen verdere vragen."
Via de intercom klonk John in onze helm.
"Gaan jullie er nog aan beginnen, dames?"
"Hou je grapjas voor jezelf, John."
"Sorry. Yer right. Niet echt het moment."
Het maagzout bleek effectief genoeg, of ik beterde vanzelf, maar in ieder geval schraapte ik wat moed bijeen en maakte aanstalten om aan de deur te beginnen werken. Wat ging komen moest maar komen. Milo knikte en duwde op de computer aan de arm van Caitlins vitaalpak. Het trilde wat over de grond terwijl het open ging.
We konden het niet horen, maar de kalme, droge stem van Ben maakte ons erop attent.
"C-com hier. Het kortpulsalarm is zonet afgegaan."
Op de achtergrond hoorden we dat inderdaad door de intercom. Milo leek er zoveel van te begrijpen als ik, dus stonden we daar met twee even stil te staan. De intercom klikte, en droeg alweer Ben zijn stem.
"Milo, Wozek, evacueer naar de noordmedische. Er is een radioactieve besmetting gedetecteerd op jullie module in de middengang."
We begrepen tegelijk dat we daar zo niet met open kaakbeen konden blijven staan. Milo had de helm vast, dus sleepte ik het nog opentrekkend pak mee. De noordelijke deur opende wanneer we daar aankwamen, op commando van de controlemodule. We stormden binnen. Ik trok het pak mee en de deur schoof toe. Blijkbaar kwamen we gewoon in dezelfde regenvlaag terecht.
"C-com hier. De besmetting heeft zich doorgezet naar jullie sector. Evacueer verder naar het oosten."
De deur schoof opnieuw open. Ik begreep plots wat het was. Mijn stem kwam zich te verheffen, wat door de zender van mijn pak wat aan de overbodige kant was.
"Het is haar pak! Het moet wel de haard zijn. De binnenkant. We hadden de deur naar de westmedische nog niet opengedaan."
We haastten ons dan maar zonder haar pak door de deur, in de openstaande oostsector. De deur schoof direct weer achter ons dicht. En Ben gaf aan wat we niet konden horen.
"C-com hier. Ik heb het alarm afgezet."
Hij moest ons niks meer zeggen. Deze keer hadden we geen noemenswaardige straling meegenomen, dus kon Ben veilig het alarm afdrukken. En daarbij waren alle besmette sectoren afgesloten geraakt, het directe gevolg daarvan. Milo en ik begrepen dan ook dat we even gingen vastzitten. Alles bleef immers afgesloten tot er 24 uur geen gevaar meer werd gedetecteerd, of tot iemand de deuren met de veiligheidssleutel kwam opendoen. En die van onze module hing nog in de deur van de westsector proper te wezen.
--------
Wordt vervolgd
feedback van andere lezers- hettie35
Heb er weer van genoten,
groetjes Hettie Wardibald: Dank je
|