< terug
"ZES" - Expeditie naar Mars - Hoofdstuk 1.6 E
Het Mactivproject was ontwikkeld met de samenwerking van zowat alle Europese en Arabische universiteiten, maar had zijn oorsprong in het gerenommeerde chemisch instituut van Darmstadt, CDG in centraal Germanië. De toenmalige directrice, de al even gerenommeerde deeltjesfysicus Erica Scholz, was de bezielster van het project geweest, en wordt terecht aangeduid als moeder van de computationele biochemie. Zoals vaker doorheen de geschiedenis, moest zij zwaar de ironie van het lot ondergaan: ze stierf op zestigjarige leeftijd van een baarmoederhalskanker die tien jaar later door de Mactiv perfect behandelbaar zou worden. Het zal haar wellicht worst wezen dat ikzelf alleen al drie standbeelden van haar wist staan.
Het CDG-instituut was zo'n veertig jaar geleden de explosief stijgende rekenkracht van computers overal ter wereld gaan gebruiken om het gedrag van relatief simpele biomoleculen te simuleren. Ze vertrokken van bestaande kwantummechanische modellen die hun voorspellende kracht hadden bewezen voor individuele atomen en de eerste moleculen. De werkwijze bleek uiterst doeltreffend, en altijd maar grotere en complexere biomoleculen konden met een grote voorspellende kracht gesimuleerd worden. De computationele biochemie kreeg een vak toegewezen in de wetenschappelijke wereld, waar iedereen zijn graantje van wou meepikken.
Wegens de grootteorde van de berekeningen behoorde elk computationeel project dat eruit voortvloeide eigenlijk aan iedereen toe. Iedereen kon eraan meewerken die een computer, of gewoon een PD bezat die aangesloten was op het Web. Daardoor oversteeg het de Germaanse en later de Europese grenzen om een globaal project te worden, waar niemand volledig aanspraak op kon maken.
Het project uit Darmstadt evolueerde in de loop van zo'n twintig jaar in de richting van de meest simpele levensvormen: virussen. Nadat ze realiseerden wat ze eigenlijk in hun handen hadden, zijn ze niet meer naar hogere wezens proberen overstappen. Centraal stond de ontdekking dat virussen konden samengesteld worden door enkel stukjes menselijk DNA als puzzelstukjes te gebruiken. Uiteindelijk leerde men virussen berekenen die men later ook echt kon maken, en die zichzelf konden aanpassen naargelang het DNA van de drager, waardoor ze als lichaamseigen konden aanzien worden. Verschillende laboratoria begonnen later actief mee te werken aan het project, ofwel door berekende resultaten te testen met hun biomedische kennis, ofwel door mee nieuwe berekeningen te optimaliseren. Dat was ook het moment waarop de industrie er zich voluit op stortte. De ene doorbraak volgde op de andere door berekende virusstructuren in een lab hun gedrag te laten reproduceren.
Voordat de eerste generatie medisch actieve virussen zijn intrede deed in de maatschappij, toen nog op kleine schaal, bestonden ze al tien jaar op papier. Het grote publiek schonk niet zomaar hun vertrouwen aan een virusinjectie, zelfs al stonden alle publicaties erover bol van de positieve boodschappen. Maar toen enkele uit een geselecteerde groep terminale kankerpatiënten na inoculatie bleken te genezen, was de publieke opinie overtuigd. Nog eens tien jaar later had de Europese bevolking een inoculatiegraad van meer dan 99%.
In die tijd stierven natuurlijk nog mensen. Tegen de normale veroudering van het lichaam hielpen ze nauwelijks, maar het werd duidelijk dat mensen die stierven, dat deden ondanks de Mactiv. Statistisch onderzoek toonde aan dat na tien jaar Mactiv, de gemiddelde Europeaan vijf jaar langer leefde, vooral omdat veel doodsoorzaken simpelweg verdwenen. Als er verhalen opdoken van negatieve gevolgen, kon dat nooit onomstotelijk worden vastgesteld.
Een ethisch probleem stelde zich wel omdat moeders de virussen overdroegen op hun kinderen. Dat kon medisch helemaal verantwoord worden, maar voor sommige liberale stromingen kwam de vrije keuze toch in het gedrang. Nochtans konden de Mactiv worden gedeactiveerd, door een stof in te spuiten die de virussen zichzelf deden vernietigen. Een klein percentage van de Westerse bevolking bleef zich weliswaar verzetten tegen wat ze besmetting noemden. Ze noemden zichzelf zuiveren, en begonnen in de volksmond dan ook met veel zin voor ironie zo te heten.
Iedereen aan boord had de vierde generatie Mactiv, die zich nog in de laatste testfase bevond. Die gingen als nieuwigheid actief aderverkalking tegen, en ze hadden wat heette een versneld metabolisme. Ze waren iets kleiner, bewogen sneller door het lichaam, en plantten zich sneller voort. Ze hadden een efficiëntere motor in een kleiner vehikel dan de vorige generaties. Ikzelf was vrijwillig proefkonijn voor de nieuwe generatie geweest, en ik dacht dat ook Milo dat was, nog voordat werd beslist onze expeditie ermee uit te rusten. Kort samengevat was dat waarom ik verbaasd was van Milo's nuchtere uitleg.
Hij antwoordde eerder bevestigend op mijn vraag.
"Met radioactiviteit wordt erg voorzichtig omgegaan tegenwoordig. Caitlin kreeg een inwendige dosis te verwerken om minstens tien keer een dodelijke afloop te garanderen."
Zijn stem zinderde met een licht rancuneuze sarcastische ondertoon. Hij bouwde daarop verder.
"Dat soort van testen wordt tegenwoordig nauwelijks nog op proefdieren gedaan. Dat heeft altijd de dood tot gevolg, we weten dat al, dus waarom nodeloos leed veroorzaken? Bovendien bestaan er geen Mactiv voor dieren en moesten ze wel bestaan, dan zouden ze toch niet representatief geweest zijn voor ons. Eigenlijk hebben de virussen haar nog een ultieme keer geholpen met haar dood veel sneller en minder pijnlijk te maken."
Het was klare taal. Zulk een radioactieve vergiftiging had normaal veel trager en vooral slopender te werk gegaan. We zouden niets voor haar hebben kunnen doen, terwijl ze zou hebben liggen aftakelen, zeg maar uiteenvallen, voor dagen en misschien zelfs weken.
--------
Wordt vervolgd
feedback van andere lezers- hettie35
Fijn om weer even te kunnen lezen,
groetjes Hettie Wardibald: Dank je
|