Volg ons op facebook
|
< terug
"ZES" - Expeditie naar Mars - Hoofdstuk 1.7 C
"Als de moordenaar dat wist van de folie, waarom gebruikte hij dan Caitlin haar pak? Daarvoor ook folie gebruiken had toch gemakkelijker geweest?"
Niemand had direct een antwoord klaar, waardoor we er even wat ongemakkelijk bijzaten. Ik keek even naar Zarah en ze glimlachte alweer even, maar blijkbaar zat zij er ook op door te denken. Een mogelijk denkspoor kwam dan toch van Milo.
"Stel, de moordenaar gaat met een prop folie een blokje halen buiten, maar hij heeft het nog niet onmiddellijk nodig. Hij steekt dus het onding in Caitlin haar pak om het te bewaren, goed wetende dat zij dat toch niet meer nodig zal hebben. Omdat de pakken in de dokken staan, waar dus geen straling wordt gemeten, kon de moordenaar dan ook perfect zo de stralingsbron manipuleren om dan later in haar voedsel te krijgen."
Zarah wierp op wat ik ook meteen dacht.
"Maar alleen een vrouw kan in dezelfde dok in haar pak stappen om de bron te halen, en dat daar in dat van Caitlin moffelen. Een man moet in zijn pak van de noordelijke naar de zuidelijke dok gaan. Of alleen met de bol folie, maar dan wordt hij bestraald als hij het eruit haalt."
Ik reageerde, een gedachte verder.
"Dat kan belangrijk zijn, maar het lijkt me perfect mogelijk om tijdens een controleshift de mannelijke beweging te maken. Zelfs terwijl ik hier in de sector werk kan iemand evengoed met Caitlin haar pak twintig keer de lapdance hebben gedaan, ik zou het niet geweten hebben."
Niemand wou dat tegenspreken. Milo ging verder met de krijtlijnen van zijn gedachten uit te tekenen.
"Er is maar een deel van de stralingsbron vervoerd door het schip. Het ganse blokje, zelfs verpoederd, zou in die doodsmaaltijd opgevallen zijn. Bovendien zou zelfs in haar maag het volledige ding misschien wel het alarm nog hebben doen afgaan. Dat betekent dat de moordenaar zijn bron dus zeker gemanipuleerd heeft na het gehaald te hebben."
Er kwam duidelijk schot in de zaak. We vonden alledrie dat de piste van de folie verder moest uitgediept worden, al was het maar omdat alweer geen andere mogelijkheid kwam bovendrijven. Ik werd uit mijn denkritme gesleurd toen ik merkte dat Zarah me aankeek. Zoals Milo en ik zat ze in haar zetel, weggedraaid van de labocomputer tegen de ronde buitenmuur. We zaten daar in het witte kunstlicht, waarin ook Zarah haar donkerdere Arabische gelaatstrekken een extra accent kregen. Ze gaf een twijfelende indruk, wat ik eigenaardig vond. Ik speculeerde dat ze me een gewichtige vraag wou stellen. Ze sprak zacht toen ze merkte dat ze mijn aandacht had.
"Misschien moeten we onze vermoedens experimenteel bevestigen. We hebben een bewijs dat haar pak gebruikt is, maar niet voor de folie."
Milo draaide zijn zetel naar ons, hij had blijkbaar begrepen wat Zarah bedoelde. Ik tastte zelf even in het duister, maar hij verduidelijkte.
"Als dokter heb ik toch mijn bedenkingen om zelf een stralingsbron aan boord te nemen. De mogelijkheid testen levert ons nog altijd geen bewijs op."
Hij gaf rustig en objectief zijn mening als arts, en ik begreep wat Zarah van me wilde. Ik was de enige aanwezige die een ander blokje mocht en kon gaan halen. Milo en Zarah waren daar niet op getraind. Niet dat het echt moeilijk kon zijn, de buitenwand van het schip kon gemagnetiseerd worden en dan was het gewoon een kwestie van geen te zotte stoten te doen.
[I]
Ben zou dat ook kunnen doen.
Een ruimtewandeling blijft een risico. Ik wil wel, maar als Ben ook wil, ga ik hem niet tegenhouden.
[/I]
Zarah had haar antwoord voor Milo klaar.
"We moeten de stralingsbron maar even binnen hebben. Als iemand een ingekapseld blokje gewoon even binnen kan houden zonder het alarm te laten afgaan, dan weten we genoeg. Een bewijs dat het kan, is zo goed als een bewijs van hoe het moet gegaan zijn, zo ver waren we toch al?"
Milo leek te begrijpen dat het bewijs sterker zou zijn, en de risico's lager dan hij dacht.
"Het blijft gevaarlijk, maar als we het zo doen, kan het voor mij. Op voorwaarde dat het ding snel naar buiten wordt gewerkt, onmiddellijk als het alarm afgaat. En wat zeggen we als dat moest gebeuren?"
Dat laatste vond ik een detail, waarschijnlijk gingen we toch niet kunnen liegen.
"We zien wel wat we zeggen als het zo ver is. Er zijn belangrijker dingen die we nog moeten te weten komen. Wanneer bijvoorbeeld?"
Zarah keek terug recht naar mij. Ze deed mij even in een dagdroom afdwalen. Een dun, bijna doorzichtig stoffen lint dat door woestijnzand werd getrokken. Daarbij liet het een subtiel maar niet te ontkennen spoor achter, dat ik snel moest volgen omdat een constante wind het van mij wegblies.
Wanneer ik terugviel, blonken haar ogen en ze sprak met een kort, lichtjes gemeen verwelkomend lachje.
"Dus je wil dat doen?"
"Als dat moet, ja. En als Ben dat niet zelf zou willen doen."
Milo had duidelijk al verder nagedacht.
"Ik denk dat het enige moment dat we zoiets kunnen doen, tijdens Ben zijn controleshift is. Omdat niemand van ons bevoegd is om hem dan te vervangen, gaat hij in de controlezetel willen blijven. We gaan hem daar ook kunnen gebruiken, met het potentieel alarm en om je te begeleiden op je wandeling."
Ze keken nu alletwee verwachtend naar mij, en ik knikte alleen maar. Dan bleef enkel nog de wanneer-vraag over.
"Weet iemand wanneer een blokje wordt uitgestoten en hoeveel tijd ertussen zit? Ik dacht niet dat het elke dag was, maar wel met regelmaat."
Niemand van ons bleek het echt te weten.
---
Wordt vervolgd
feedback van andere lezers- hettie35
Heb weer genoten, je bent aan het groeien in je schrijven.
Groetjes Hettie Wardibald: Als je kan, mag je dat altijd wat concreter maken. Ik probeer immers al een tijdje die leercurve eruit te krijgen.
In elk geval bedankt.
|