writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 2 Delos - hoofdstuk 18/26

door Jelsi

In de troonzaal
Even aarzelt ze, maar dan trekt ze haar schouders op en stapt dan naar Serdon, die met Malon staat te praten, toe. Als ze haar opmerken zwijgen de twee mannen plots.
'Jullie hadden het toch niet over mij.'
Even krijgt het gezicht van Malon een rode kleur, terwijl Serdon zich snel uit de voeten maakt, maar dat zegt de agent met vaste stem.
'Zeker, schat. We hadden het over jou. Maar..'
Voor Raya iets kan zeggen, wordt ze door hem vastgegrepen en even later voelt ze zijn lippen op de hare. Als ze elkaar loslaten horen ze de anderen klappen.
'Zie je wel, Malon, dat ze het echt is,' hoort ze Serdon spottend zeggen, dan kijkt ze de agent aan.
'Heeft hij gelijk, Raya. Ik hield je dode lichaam vast, toe het uit elkaar viel en..'
'Nee, Malon. Serdon heeft het mis. Ik ben een kloon, die op Raya lijkt of ben ik het die op een kloon lijkt.'
'Hopelijk het tweede, schat,' lacht Malon en wil opnieuw haar arm grijpen.
Raya ontwijkt hem echter en loopt naar de anderen toe.
'Naar de zwevers. We moeten hier zo snel mogelijk weg. Ik denk dat er al alarm geslagen is.'
Een paar minuten later stijgen de zwevers op en worden onzichtbaar? Dan zetten ze koers naar Vovnen. Terwijl de toestellen door de lucht op hun doel toe razen, is Raya met haar gedachten ergens anders. Ze denkt aan hoe ze zich voelde toen Malon haar kuste. O, wat verlangd ze naar zijn lippen. Maar ze beseft dat daar voorlopig niets van kan komen. Eerst moeten ze hun taak tot een goed einde brengen. De kinderen van Sorane zijn nu belangrijker.
'Hela, waar ben jij met je gedachten, Raya, Toch niet aan Malon.' vraagt Serdon licht spottend.
De agente schrikt op.
'He, wat…'
'Hihi.. Je bent in gedachten bij je liefje..'
Raya werpt een kwade blik op Serdon, die haar grijzend aankijkt. Maar dan glimlacht ze.
'Goed geraden, Serdon. Maar er kan voorlopig niet veel van komen. Er zijn belangrijker dingen dan ik en Malon.'
'Zeker, maar een kans op een beetje geluk, mag je niet voorbij laten gaan.'
'Eerst de kinderen van Sorane en dan zien we wel verder, Serdon.'
De man knikt even en kijkt naar het radarscherm.
'Is er al iets te zien.'
'Nee, Raya. Het lijkt wel alsof er geen alarm geslagen is,' antwoordt Serdon.
Raya voelt dat er iets gaande is, maar wat. Normaal zouden de soldaten van Jakira dadelijk na het alarm opgestegen moeten en nu lijkt het alsof niemand iets gemerkt heeft. Wat ze niet weet is dat verschillende satellieten hun energiespoor volgen.
Diep in de bergen nabij Vovnen landen ze. Terwijl Raya met haar overbrengersveld naar de stad gaat, stijgen van een volkorbasis meer dan tweehonderd zwaarbewapende landingsvaartuigen op. Ze zetten dadelijk koers naar het bergdorp. Maar ze haasten zich echter niet. Raya heeft zich intussen, samen met een jonge vrouw, Terya, bij Ileja en Konron gevoegd.
'We brengen hen naar een van de basissen, daar zijn ze veiliger.'
'Zeker van, Raya. Niemand weet iets van hen, behalve wij. Ze zullen zich afvragen waarom jij in die kinderen geïnteresseerd bent.'
'Maar wie zou weten dat we hier zijn om hen te komen halen.'
'Ook waar. Maar we moeten toch voorzichtig zijn.'
'Daarom heb ik Terya meegebracht. Misschien kan zij het vertrouwen winnen van Andrea en niemand kent haar.'
Een paar uur later verlaat Terya het appartement van Ileja en haast zijn naar de bakker toe, waar Andrea werkt.
Op dat moment bereikt Alonga de tempel van Jakira en wordt toegelaten. Terwijl ze nadenkend door de gangen loopt wordt ze geobserveerd door de bewakingsdienst van Aqunok. Het zijn specialisten, die door de lijfwachten van Aqunok zelf opgeleid zijn. Al snel beginnen die haar te verdenken. Het lijkt wel alsof ze geen volkor is. Ze brengen Aqunok op de hoogte.
'Zend de beelden door naar mijn terminal, Ocan.'
'In orde, sir.'
Even later staart Aqunok naar de beelden en begint zelf ook te twijfelen. Snel drukt hij een knop in en beveelt:
'Arresteer, Alonga Povan.'
De lijfwacht knikt en schakelt zijn armband communicator in. Even later rennen verschillende soldaten door de gangen in de richting van Alonga. De Hoson is verbaasd als ze hun wapen op haar durven richten, maar beseft dat ze haar doorhebben.
'Sorane, waar heb jij mij in doen belanden. Als ik dit overleef, dan… of is dat de bedoeling. Dit is mijn straf.'
In plaats van Sorane zegt haar hypsoon:
'Nee, Alonga. Dit is je straf niet. Die staat je nog te wachten. Als je voor Jakira staat en haar ziet schrikken, maak dan dat je wegkomt. Pas wel op voor de soldaten van Aqunok. Die kunnen nog een gevaar vormen.'
'En de volkors dan.'
Maar haar hypsoon antwoordt niet meer. In plaats daarvan hoort ze en bevelende stem:
'Handen omhoog, Hoson. Waag het niet om je wapen te grijpen.'
Langzaam heft Alonga haar handen omhoog en voelt dat iemand haar wapen uit haar holster trekt. Op dat moment komt Aqunok de zaal binnen.
'Strip haar. Misschien heeft ze verborgen wapens in haar kleding,' beveelt hij.
'Wat! Dat kan je niet menen.'
'Nee, Alonga. Jakira gaf je een symbiont en nu ineens ben je normaal. Hoe dat kan weet ik niet, maar jij zult voor haar moeten verschijnen. Ik hoop dat je een uitleg klaar hebt en eentje die heel goed is. Anders zal je vorige straf, niets voorstellen, bij wat je dan te wachten staat.'
'Wat ik te melden heb zal haar zeer interesseren. Ik hoop dat jij niet gestraft zal worden, want ze kan nogal te keer gaan.'
'Ik ben veel te belangrijk voor onze Godin. Dankzij mij heeft ze de macht kunnen grijpen. Strip je zelf, of moet ik het bevelen. Mijn mannen zullen het met plezier doen.'
'Wat nu, als ze mijn lichaam zien, dan weten ze dadelijk dat er iets niet klopt, Sorane,' denkt ze.
In plaats van Sorane antwoordt haar Hypsoon.
'Daar zorg ik wel voor, meesteres.'
Even aarzelt ze nog, maar dan maakt ze haar volkorcombi los. De stof glijdt over haar lichaam naar beneden. Ze schrikken allen van de vreselijke littekens die haar lichaam versieren. Aqunok geeft snel een teken aan een van de soldaten en die geeft drie kledingstukken aan de naakte vrouw. Alonga trekt ze snel aan en windt de sjaal om haar nek om haar gezicht te bedekken.
'Het spijt me, schatje. Ooit was je een van mijn belangrijkste minnaressen. Maar nu denk ik niet, dat mijn soldaten je zelfs nog zullen willen.'
'Dat kan me niet schelen, Aqunok. Ook jij zult ooit in ongenade vallen en dan zou ik niet in jou schoenen willen staan.'
Even schrikt Aqunok van haar woorden, maar dan herpakt hij zich.
'Breng haar naar de cellen. Zodra onze meesteres aankomt, laat ik haar wel halen.'
Een paar minuten later duwen de mensen van Aqunok, Alonga door de gangen, dus tussen de cellen voor de verbinding zorgen. De gevangenen, die er in huizen, kijken verbaasd en met angst naar de nieuwe gevangene. Op de plaats waar de gangen samenkomen, moet Alonga blijven staan. Dan geeft de kapitein een teken en op alle tv schermen, die zich in elke cel bevinden, is Alonga te zien. Niemand herkent haar omdat ze nog steeds de kleding draagt.
'Uitschot, kijk toe. Dit is of liever was een vrouw die ooit een trouwe bondgenote van onze meesteres was. Haar naam is Alonga Povan. Misschien zijn er onder jullie enkelen, die haar kennen,' zegt hij grijzend, terwijl hij de kledingstukken van Alonga's lichaam trekt.
Even is het doodstil in de cellen. Ze staren allen naar het mismaakte lichaam van de Hoson. Dan klinken de eerste kreten van woede. De soldaten lachen spottend. Dan geeft de kapitein opnieuw een teken en een soldaat opent een cel die centraal in het complex staat. Enkele anderen duwen haar naar binnen en achter haar valt de deur opnieuw in het slot. Nog steeds grijnzend kijken de soldaten haar aan en dan lopen ze naar de uitgang, terwijl de woedende kreten van de andere gevangenen door de gangen klinken.
Verschillende uren gaan voorbij. Plots staat Alonga op en kijkt om zich heen.
'Ik verdien deze minachting, mensen. Maar ik ben niet meer diegene die ik was. Ooit was ik een fanatieke volgelinge van de kloon van Jakira. Zij liet zich, door een deel van de amazones, de verhevene noemen. Als gevolg hiervan brak bijna een burgeroorlog uit onder de amazones. Maar het gevaar voor een burgeroorlog is voorbij door de komst van de ware verhevene. De amazones vernietigden onder leiding van de ware verhevene de grote volkorvloot van Jakira. Geen enkel schip ontkwam aan de macht van de verhevene.'
'Dat kan allemaal wel zijn, vervloekte, maar als wij je in handen krijgen, dan zal er geen genade zijn,' roept een gevangene uit.
Even zwijgt Alonga en neemt dan terug het woord.
'Als dat mijn lot is, man. Dan zal ik die straf doorstaan. Maar zelf dan zal ik nog niet genoeg voor mijn daden gestraft zijn.'
'Dat je dat maar weet, Hoson. Zelfs de hel is nog te goed voor jou. Mijn zoon en dochter zijn op jouw bevel, onder de handen van hun beulen gestorven,' fluistert een oudere vrouw.
'Ik…' wil Alonga zeggen maar, dan schuift te toegangsdeur open.
Een tiental volkors komen met getrokken wapens en lopen naar de cel van de Hoson toe.
'Volg ons, verraadster. Onze machtige meesteres wil je zien.'
Terwijl een volkor de deur opent, staat Alonga langzaam op. Trots loopt ze tussen de volkors naar de uitgang, maar dit wekt de woede van de gevangenen opnieuw op.
'Zo te zien ben je hier niet zo geliefd, Hoson,' zegt een volkors met koele stem.
Op een paar passen van de deur draait Alonga zich om en voor de volkors iets kunnen doen, zegt ze:
'De kracht van de verhevene zij met u allen.'
Als de deur achter hen weer gesloten wordt, wordt het doodstil in de zaal. Niemand weet wat de Hoson bedoelde met die woorden. En als de ware verhevene zou bestaan, dan zou die vrouw door haar gestraft moeten worden.
Ook Alonga moet aan Sorane denken, maar ze vraagt zich af wat haar lot zal. Ze heeft voor haar misdaden de dood verdiend, maar toch zou ze nog een tijdje haar nieuwe weg willen volgen. Ook de volkors die haar begeleiden hebben zware misdaden gedaan, maar zij worden door die symbiont gedwongen.
'Wat zou Sorane met haar van plan zijn?' vraagt ze zich af.
Plots ziet Alonga dat ze de toegangsdeur van de troonzaal naderen. De schrik slaat haar om het hart, terwijl ze terugdenkt aan de pijn die Jakira haar bezorgde.
'Dat kan ze toch niet toelaten. Ik kan nooit die gruwelijke pijn opnieuw doorstaan. Als dat deel uitmaakt van mijn nieuwe, dan kan ze naar de duivel lopen. Nee, ik moet meer vertrouwen hebben. Sorane zal dat nooit kunnen. Dat is in strijd met haar innerlijke bewustzijn.'
Haar hypsoon die haar gedachten gevolgd heeft, zegt plots geruisloos in haar hoofd:
'Vertrouwen in het goede is de juiste weg, Alonga. Bereidt u voor, want over enkele ogenblikken sta je voor de kloon. Hou u klaar om u, zoals jullie mensen het zeggen, uit de voeten te maken. Want de woede van Jakira zal geen grenzen kennen.'
'Ook Sorane zei zoiets, maar wat betekent dat.'
'Nog even geduld, Alonga.'
Eén van de wachters aan de deur plaats zijn hand tegen een paneel en beide deurhelften zwaaien open. Alonga kan Jakira ongeduldig voor haar troon zien staan. Opnieuw twijfelt ze, maar een van de volkors duwt haar verder. Jakira kijkt trillend van woede neer op haar ondergeschikte. Ze voelt dat er iets veranderd is maar weet niet wat.
'Hoson. Verklaar mij eens, waarom je niet meer door de symbiont overheerst wordt.'
Even aarzelt Alonga, maar zegt dan:
'Mijn haat voor u was zo groot geworden, dat zelfs de Symbiont er aan ten onderging.'
Jakira kijkt haar verbaasd.
'Jou haat voor mij! Is het zo erg, Alonga. Je wist dat ik mislukkingen zwaar straf en toch waagde je zo'n zware fouten maken. Verwijder je kleding. Ik wil zien, of je haat gegrond is.'
Als Alonga aarzelt, grijpen twee volkors haar vast en een derde rukt de stof van haar lichaam. Als hij naar de Hoson kijkt, wijkt hij achteruit van afgrijzen. Ook de twee anderen laten haar verschrikt los.
Jakira kijkt haar echter onverschrokken aan.
'Ik kan begrijpen, dat je mij daarvoor haat, Alonga. Maar dat heb je verdiend. En ik vrees dat ik nog meer van je volgende straf ga genieten.'
'Een nieuwe straf, meesteres. Dat kan je niet menen.'
'Toch wel, gewezen Hoson. Want jij bent nog minder dan dat uitvaagsel in de cellen. Jij zult alleen nog tot mijn vermaak dienen tot ik er genoeg van heb. Dan ga je naar de mijnen op Dirinton.'
'De mijnen op Dirinton. Nee, dat zal niet gebeuren. Dat weet ik.'
'Dat weet jij. Je bedoelt toch niet, die ware verhevene, waarover je het in je cel had. Als die zich laat zien, dan verpulver ik haar.'
'Nee, dat bedoel ik niet, kloon.', zegt Alonga lachend, terwijl ze innerlijk trilt van angst.
Jakira staart haar verbaast, terwijl het lichaam van Alonga plots volledig gezond voor haar staat. Ook de volkors schrikken en richten hun wapens op de Hoson.
'Hoe is dat mogelijk?'
'De verhevene genas mijn uiterlijke wonden, maar mijn innerlijke wonden kan ze niet genezen, dat moet ikzelf doen.'
'Ik moet zeggen, dat ze haar werk bijna volmaakt gedaan heeft. Ik zou die verhevene wel eens willen ontmoeten. Ik vermoed dat ik zelfs weet wie ze is. Sorane, als je me hoort, luister dan zeer goed naar de pijnen, die je nieuwe bondgenote, vanaf nu zal leiden. Als ik met haar klaar ben, dan zal jij haar zelfs niet kunnen genezen.'
Alonga kijkt om zich heen, maar er is geen uitweg.
'Ontkomen, kan je niet meer, Hoson. Misschien wil je zelfs een voorproefje van wat je te wachten staat,' grijnst Jakira.
Alonga wijkt achteruit maar een volkor duwt haar weer naar voor. Alonga valt op haar knieën en kijkt naar een grijnzende Jakira omhoog. Die concentreert zich en zend haar destinatiekrachten diep in het lichaam van de vrouw. Maar dan schrikt ze. Ze heeft geen greep op Alonga's structuur. Hoe dat kan weet ze niet. Ze concentreert zich zo hard ze kan, tot het zweet van haar voorhoofd druppelt.
Alonga, die verbaasd opkijkt, maar nog steeds geen pijn voelt, staat langzaam op.
'Ik denk dat verhevene mij beschermd, kloon,' zegt ze, terwijl een ijsgroen uniform om haar lichaam gevormd wordt.
De blondine wankelt terwijl ze Alonga met grote ogen aankijkt. Op hetzelfde moment wordt de vrouw door een lichtblauwe straling omgeven. Deze straling wordt steeds feller en feller, tot ze als een golf langs alle zijden wegschiet. De aanwezige volkors verstijven en beginnen te wankelen, terwijl hun symbiont kronkelend uit hun mond, neus en oren vloeit. Jakira krimpt in elkaar als ze de pijn van de Symbiont voelt. Wankelend probeert ze haar troon te bereiken, maar ze slaagt er niet in. Half bewusteloos valt ze op haar knieën. Maar plots is het voorbij. De Symbiont ligt overal ligt narokend op de vloer. Jakira kan zich met moeite oprichten en kijkt om zich heen.
'Er vandoor, Alonga. En snel.'
De Hoson schrikt op uit haar verbijstering en zegt:
'En de volkors.'
'Die vormen geen bedreiging meer voor ons. Maar de kloon wel.'
Snel haast Alonga zich naar de uitgang. Jakira die haar ziet lopen richt haar arm op de vluchtende. Een energiebol schiet naar voor en volgt Alonga, die plots geraakt wordt. Maar het scherm van haar hypsoon beschermd haar tegen de zwakke energie die even om haar gevormd wordt. Jakira is echter nog niet bekomen van de pijn golf en moet toezien hoe Alonga doorheen een energieboog verdwijnt.
Maar dan hoort ze kreten die tegen haar gericht zijn. De bevrijde volkors trekken hun wapens en komen op haar af.
'Daar!! Dat is een van die valse goden. Zij..'
Even twijfelt Jakira om met haar krachten in te grijpen, maar ze voelt zich nog niet sterk genoeg. Snel dematerialiseert ze. In haar nieuwe vlaggenschip schrikken de aanwezigen in de centrale als ze plots materialiseert. Afwachtend kijken ze haar aan, maar ze is nog te ontsteld om bevelen te geven aan haar trouwe volkors aan boord. Wankelend haast ze zich naar haar vertrekken, nagestaard door haar ontstelde officieren.
Alonga is intussen in het centrum van de cellen gematerialiseerd en haar energiezwaard, dat door haar hypsoon gevormd is, slaat de cel waarin ze zat uit elkaar. In het midden van de plaats plaatst ze een klein toestel. Als ze op een klein knopje drukt, verschijnt een groene lichtboog.
Op dat moment openen een aantal volkors de toegangsdeuren en stromen naar binnen. Ze richten hun wapens op de gevangenen.
'Stop, volkors. Wie het vuur opent op weerlozen, zal door mij gestraft worden.'
'Jij, Hoson. Jij zult niets of wil je ook sterven.'
'Nee, ik wil nog een tijdje leven. Maar niet ten koste van hen.'
'Dan moet je er ook aan geloven. Waarom, volkor. Jullie zijn bevrijd van jullie Symbiont en vrij om te kiezen.'
'Zeker, we zijn vrij, Hoson. Maar dat helpt ons niet verder. We hebben maar een kans en die is de Godin bewijzen, dat we nog steeds aan haar zijde staan.'
'De godin, volkor. Ze is zo min een godin als ik. Zij is alleen maar een kloon van diegene, die haar leven gaf voor de vrijheid van alle levende wezens.'
'Dat gerucht kennen we, Hoson. Maar dat is een fabeltje. Hee….'
Op dat moment wordt het groene veld omheen de energieboog groter en dringt de cellen binnen. Eén voor één verdwijnen diegenen die door de gloed geraakt worden. Ook een groot deel van de volkors buiten de cellen. Alleen Alonga en de negen volkors blijven verschrikt achter.
'De verhevene roept haar strijders tot zich, volkor. Wil jij ook één van hen zijn of blijf je liever een slaaf.'
Diegenen die achterbleven zijn diegenen die de kloon willen blijven dienen of zich in tweestrijd bevinden. De negen richten allemaal, sommigen aarzelend, hun wapen op Alonga. Maar die rent plots weg naar een andere uitgang. De volkors openen het vuur en achtervolgen haar. Het scherm van de Hoson wordt verschillende malen geraakt en verliest langzaam zijn vermogen. Toch slaagt ze erin om de troonzaal te bereiken. Ook de anderen volkors die achterbleven hebben de schoten gehoord en haasten zich naar de tempel. Als ze de zaal binnen stappen staat Alonga omgeven door een goudgeel scherm naast de troon.
De Hoson kijkt hen afwachtend aan zonder iets te zeggen. Op het 3D scherm voor haar gezicht ziet ze de laatste volkors de troonzaal naderen en even later binnen komen.
'Jullie zijn vrij door de krachten van de verhevene. Velen van jullie lotgenoten maken op het moment moeilijke tijden door, maar zij hebben, zoals ik, gezworen de schuldigen zwaar te laten boeten, voor wat ze gedaan hebben. Toch zijn jullie bereidt om zelfs zonder een Symbiont verder een misdadig leven te leiden.'
Even is het stil in de zaal.
'Wie belooft ons een vrije aftocht, Hoson.'
'Niemand, jullie zullen voor jullie vrijheid moeten strijden. Maar als we slagen, dan kunnen jullie allen als vrije mensen terugkeren naar jullie planeet van herkomst.'
'Van de goden kunnen we nooit winnen, Hoson.'
'Mijn naam is Alonga Povan. Zoals jullie geen volkor meer zijn, heb ik de rang Hoson niet meer. Jij bent een man en een soldaat. Maar nu zoals ik al zei, uit vrije wil.'
'Zwijg, vrouw. Jij hebt hier niets te bevelen. Wij, volkors, waren en zijn nog steeds trouwe dienaars van de ware goden.'
'Arenon, jij hebt niet het recht om voor ons allen te spreken. Ieder van ons moet een keuze maken. De Symbiont ontnam ons alle gevoel, zowel dat van goed en kwaad als liefde en haat. Ik voel opnieuw dat ik leef en dat gevoel wil ik niet kwijt,' zegt een volkor die niet bij het groepje van Arenon behoort.
'Ik ook niet, Arenon. Jij was onze kapitein, maar nu zijn we opnieuw echte mensen die leven en sterven.'
Arenon kijkt de vrouw rechts van hem aan.
'Verdwijn dan, Venoi. Een verraadster kan ik in mijn groep niet gebruiken. De vrouw stapt op Alonga toe en even later volgen nog een tiental anderen. Drie van hen worden echter teruggeworpen door het scherm. Ze wilden Alonga neerschieten.'
Zelfs Alonga kijkt verbaasd naar hen. Plots stapt een mannelijke volkor naar voor en blijft voor het scherm staan. Dan keert hij zich naar de drie, terwijl zijn kledij verandert in het ijsgroene uniform van Sorane's groep.
'Jullie hebben de dood verdiend, maar ik mag niet over jullie oordelen. De verhevene zal tot diep in jullie innerlijke kijken dan zij beslissen of jullie aan haar zijde mogen strijden of diep in het heelal op een eenzame planeet een nieuw berouwvol leven moeten opbouwen.'
'Wie ben jij?' roept Arenon uit.
'Mijn naam is Ten'karon. Ik was een van de hoogste officieren van de volkorvloot die de amazones moesten onderwerpen. Maar toen gaf de verhevene, die de amazones aanbidden als een godin, mij mijn ware leven terug. Door haar genade zijn wij bevrijd van de Symbiont. Alleen al daarom vecht ik aan haar zijde.'
Even is het doodstil in de zaal. Dan gaat Ten'karon verder:
'Ik wil dat jullie een keuze maken. De gewezen volkorvloot in het Amazonegebied heeft jullie hulp nodig. Velen van onze lotgenoten zijn onder het gewicht van hun afschuwelijke daden bezweken. Duizenden anderen hebben hulp nodig. Ook onder jullie zij er die aan zelfmoord denken. Dat is een uitweg uit dit leven, maar jullie familie op hun thuiswereld zal in schaamte leven. Ik vraag jullie echter om met ons te strijden, zodat jullie familieleden jullie met trots zullen gedenken. Want ik moet eerlijk zijn, de strijd zal vele slachtoffers vragen.'
De stilte in de zaal is bijna voelbaar als Ten'karon zwijgt. Dan beginnen er sommigen onder elkaar te fluisteren en verschillende volkors lopen op het scherm toe. Een van de drie die Alonga wilden neerschieten staat ook op en stapt aarzelend op het scherm toe. Ongehinderd loopt hij erdoor heen. Alonga kijkt hem aan en zegt:
'Ik weet dat je mij wilde doden, Cevon. Maar ik vergeef een medestrijder met plezier.'
De man kijkt haar beschaamd aan, maar dan stapt hij op haar toe en geeft haar een hand.
'Als u een lijfwacht nodig hebt, Alonga. Dan wil ik dat zijn.'
'Ik sta mijn mannetje, Cevon. Ik dank je echter voor je aanbod.'
Ongeveer vierentwintig van de zevenentachtig volkors blijven buiten het scherm. Zij weigeren om hun taak als volkor te verraden. Arenon kijkt de anderen na die naar de lichtboog toestappen. Een van hen blijft even staan en kijkt om. Arenon voelt de blik van de vrouw naar hem zoeken en plots kijken ze elkaar aan. Hun gevoelens voor elkaar zijn veel heviger, dan toen ze door de symbiont beheerst werden. Even wil Arenon naar haar toestappen, maar Teana draait zich plots om en verdwijnt door de boog. Arenon blijft verward achter. Hij zou haar willen volgen, maar het is te laat.
Ten'karon kijkt hen met een droevige blik aan, alvorens hij ook verdwijnt. Alonga draait zich om als het veld verdwijnt.
'Arenon, de weg die jullie willen volgen is de verkeerde.'
'Misschien Alonga. Maar wij zijn geen verraders, zoals jij en de anderen. Wij dienen een Godin, Alonga, jij vroeger ook. Maar nu ben jij een…'
'Arenon, ik denk dat jou groep een grote fout maak, maar ik zal jullie niet tegen houden,' een stem plots.
De volkor kijkt langzaam om een schrik als hij de vreemde lichtende gedaante opmerkt.
'Wie ben jij? Ben jij ook een godin.'
'Sorane, hoe komt u hier?'
'Alonga, wie is zij?'
'Dat Arenon, is diegene die de echte Jakira was. De amazones noemen haar de verhevene.'
'De echte Jakira,' stamelt Arenon niet begrijpend.
Hij knielt voor de lichtende gedaante op de grond, gevolgd door de anderen.
Sorane glimlacht even.
'Ik wens geen onderdanen, volkors, alleen gelijken. Ga, jullie meesteres wacht.'
Arenon en zijn volgelingen staan op en zien de afwijzende blik van Sorane. Ze beseffen dat hun keuze al gevallen is. Even kijkt Arenon nog naar Sorane, maar zij keurt hen geen blik meer waardig. De roodharige loopt op Alonga toe en de vrouw wordt plots in een groen veld gehuld. Op hetzelfde moment is ze verdwenen.
Een van de vrouwen van Arenon's groepje wil haar lotgenoten volgen, maar merkt dan dat de vreemde vrouw naar haar kijkt.
'Zeer goed, Atayii. Jij gebruik je verworven telepathisch gave.'
'Als Alonga de waarheid zei, waarom help je ons dan niet.'
'Je vrienden zouden mij niet geloven, jullie moeten de gekozen weg volgen.'
'Doet onze dood een godin niets, Sorane. Is het leven voor jou zo waardeloos.'
'Nee, Atayii. Ik strijd naast mijn medestrijders, die mijn gelijken zijn.'
'Goden staan boven de volkors en de andere levende wezens,'
'Ik niet, volkor. Alle leven is waardevol, ook dat van jullie. Volg je lotgenoten. Als het nodig is zal ik er zijn.'
Atayii kijkt verward naar de verdwijnende Sorane. Ze weet niet wat ze ervan moet denken. Met een ruk draait ze zich om en loopt achter Arenon en de anderen, die niets van het telepathisch gesprek gemerkt hebben, aan.

 

feedback van andere lezers

  • julien_maleur
    Een beetje science fiction, meen ik. Boeiend. Hier en daar enkele spel- of tikfouten, maar dat doet niets af aan het geheeld.
    mvgr JM
    Jelsi: Bedankt voor het lezen. Foutjes zitten er nog denk ik. Het verhaal oet nog verbeterd worden..
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .