writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

"ZES" - Expeditie naar Mars - Hoofdstuk 1.7 E

door Wardibald


We stonden allemaal verzameld in de controlemodule en keken naar de open noorderdok. Ik stond met mijn rug naar de liftkoker, een kleine meter van het trapgat naar beneden. Links van me, naast de deur van de chemische sector, stond Zarah intens naar voor te staren. Ook John stond er alleen bij, maar dan aan mijn rechterkant. Hij leek te leunen tegen één van de monitoren op het noordbeentje van de controle-U. Daar had hij een goed zicht door het zijraam van de dok. Nog verder rechts stonden Anne en Rick. Samen, naast elkaar tegen de schipwand.
Ben stond naast de dokdeur en keek ons allemaal eens aan. Hij had blijkbaar iets voorbereid. Ik stapte wat in Zarah haar richting om door het linkerraam te kunnen kijken wanneer de binnendeur ging gesloten worden, en bleef staan aan de andere kant van de deur waar Zarah stond. De drie ingepakte menselijke figuren daarbinnen deden mijn gedachten wegwandelen.

[I]
Hallucinant. Hoe kan de moordenaar hier gewoon aanwezig zijn?
Moorden en dan meerouwen. Een leven kapotgooien en dan gewoon verderleven.
Soms wou ik dat ik geloofde. Zoals Zarah en John.
Zou ze nog zijn? Ergens?
De ultieme onwetendheid. De vraag heeft zin, maar een sluitend antwoord niet.
Dat is als grijpen naar wind.
Blaffen naar de maan.
[/I]

Ben keek achter zijn rug en ontving een teken van de twee dokters. Wanneer hij ons terug aankeek, voelden we allemaal het gewicht van het moment. Het was duidelijk dat hij uit de buik ging spreken, hij had geen notities bij.

"Geachte lotgenoten."

Zijn stem sloeg over bij de laatste lettergreep en hij schraapte zijn keel.

"Het is van bij het begin mijn wens geweest, nee mijn belofte aan iedereen, dat we met negen zouden vertrekken en met negen terugkeren. Vandaag, deze vierde april 2002, op 33 dagen voor de landing, vandaag staan we hier omdat we weten dat het zo niet is gelopen."

Ben pauzeerde even, keek in de dok, en terug naar ons.

"Met Caitlin verliezen we niet alleen een collega en een briljante scheikundige. Ze was een steun, een vriendin, iemand waar we nooit aan durfden denken dat we ze zouden verliezen."

Ergens wisten we toen we vertrokken, dat de expeditie gevaarlijk zou zijn. Maar de dood van mijn dierbare collega en vriendin voor alles, bleef een gedachte die ik nog jaren later liever zou hebben uitgeblokt. Een zwaar wegend, woedend gevoel van rouwende onvrede bleef zich doordrukken en zwol almaar aan. Het leek of ik nooit zou leren accepteren dat ze echt dood was. Vechtend met mijn verdriet keek ik naar Zarah. Ze stond nog altijd intens naar voren te staren, helemaal in gedachten verwikkeld.

"Geloof mij, haar verliezen, en dan nog op deze manier, is ook voor mij persoonlijk een zware klap. Ik wil dat eerlijk toegeven; haar beeld, haar herinnering, ligt dieper in mijn hart dan jullie weten. Ik weet dat ik soms van staal lijk. Ik wou dat het zo was. Dat we zo allemaal waren."

Er zwol een enkele traan in Ben zijn rechteroog, die hij met zijn mouw afveegde. Hij wou nog iets zeggen, maar hij haperde. Dan draaide hij zich naar de twee dokters en gaf een moedeloos teken naar hen. Na een druk op de juiste knop viel de binnenste dokdeur toe en hoorden we de decompressie. Ben besloot zijn grafrede.

"Caitlin Reed, de jonge vrouw uit New York die wij hebben mogen kennen, kwam uit een gezin van twee. Ze vertelde graag dat ze een gelukkige jeugd had gekend, die haar toeliet om zorgeloos naar boven te kijken. Deze expeditie was dan ook haar leven, zoals ze zo vaak zei. Dat ze zo laf zou worden vermoord voordat ze zelfs maar een glimp van Mars heeft mogen opvangen, dat lot heeft ze nooit verdiend. Ooit vertrouwde ze mij toe dat ze veel spijt had dat ze alle contact met haar oudere broer was verloren. Na onze terugkeer wou ze vurig dat contact herstellen. Ik denk dat ik de man zelf maar ga opzoeken, dan kan toch het kleinste stukje van haar wens ingewilligd worden. Caitlin was niet getrouwd of verloofd, maar ik ben er zeker van dat ze ook op Aarde door velen zal gemist worden."

Ben wandelde ingetogen naar de controlezetel, waar hij op een knop duwde. Hij had volgens afspraak een gecodeerd bericht aan radiopulsen de ruimte in gestuurd. Een andere druk deed de buitenste dokdeur openen en dat was het sein voor de twee dokters om haar ingepakte lichaam op te heffen. Ik ging onwillekeurig nog wat dichter bij Zarah staan om beter door de doorzichtige zijramen te kunnen zien.
Ben bleef staan aan de controlezetel, hij wilde blijkbaar haar uitvaart niet zien. Dat of hij kon niet. Ik begon echt naar het tweede te neigen. Hij prevelde nog iets dat ik niet kon horen, waarna hij zijn donkere hoofd liet hangen.
De dokters twijfelden niet en gaven haar lichaam een zet. Ze werd naar buiten geslingerd en verdween snel uit mijn zicht, lichtjes roterend het niets tegemoet. Maar niet zonder mij te doorboren met een laatste dode blik in haar koude, starre en zo verschrikkelijk onherkenbare ogen.
Terwijl de dokdeur zich sloot, namen Rick en Anne elkaar goed vast. John legde zijn achterhoofd op de monitor waar hij tegen leunde, en sloot zijn ogen in een grimas. Ik brak zelf ook door, en huilde, onwillekeurig kijkend naar Zarah haar vrouwelijke onderrug, waar haar ragfijne lange haren stopten.
Ze draaide zich om. Ik zag haar rooddoorlopen ogen en zij de mijne. Ik wist niet wat ik moest doen, maar ze kwam op me af en ze sloeg haar armen om me heen. Ik legde huilend mijn kin op haar schouder. Geen woord kreeg ik eruit.

[I]
Nu is ze echt voor altijd weg.
Wie had dit ooit kunnen denken?
Waar is dat motief? Wat missen we? Waarom toch?
[/I]

Onder mijn kin voelde ik haar dunne haren bewegen wanneer ze haar hoofd zijwaarts tegen mijn schouder drukte. Haar bekende zoetzure geur, die nooit eerder zo puur mijn neus had geprikkeld, deed mij in een soort warme, sterkende waas terechtkomen. Geholpen doordat haar zo vrouwelijk aanvoelende omstrengeling voor mij zo nieuw was als de eerste stap in een ongerept en mysterieus oerwoud. Bloed klopte in mijn oren van het contrast met amper enkele seconden eerder.
------
Wordt vervolgd

 

feedback van andere lezers

  • hettie35
    Lekker vlot gelezen, mooi!
    groetjes Hettie
    Wardibald: Zoals altijd; bedankt, Hettie
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .