< terug
Afrit 31 / 7
Als laatste betraden de twee zuiderlingen het binnenpleintje. Ook al was het pikkedonker kon ik toch bemerken dat deze twee niet van hier en tevens anders waren. De forse en de dikke stonden rondom Harry en vrijden hem als het ware op. Het gesprek ging fluisterend en met veel gebarentaal het leek wel alsof men hem probeerde op te vrijen..
Ach ja, voor dat ik het vergeet, ik ben een van hen, ik was bij het groepje van drie die tegelijkertijd in het busje plaats nam. Mijn naam is Robert Manders en heb hier een opdracht te vervullen waarover ik nog niets kwijt wil.
De laatste van de vreemden was tevens de kleinste. Het was een echt zuiders type zo van je weet wel met snorretje en van die getinte huid. Hij was het ook die tot nu toe niet één enkel woord gesproken had, ook niet tijdens de lange busreis. Wat ik later zou vernemen was; dat Harry al wist dat hij zich Ernesto liet noemen en Portugese sprak. De andere buitenlander zou me pas binnen opvallen, die tijdens de reis pal achter me zat. De hele operatie van uitstappen omhoog klauteren en totdat we hier voor de deur stonden, had amper 'n minuut of zeven geduurd. Toch was ik blij dat ik eindelijk uit deze kille buitenlucht naar een verwarmde plaats zouden vinden. Harry riep zachtjes iedereen bij hem en dirigeerde ons via een tamelijk breed terras naar een laag wit geverfde aanbouw. Hij klopte drie maal dan twee en dan nog twee maal en wachtte tot er van binnen iemand het slot ontgrendelde en de deur naar buiten toe openden. De man die daar in de deuropening stond vulde de hele opening,aan zijn gestalte kwam geen einde. Door tegenlicht kon ik de man niet echt zien, wel hoorde ik vragen; "Harry zijn ze dat allemaal?" De als Harry aangesprokenen was een man van een doorsnee lengte met een soort van alpinopetje schuins op zijn hoofd.
Eenmaal binnen viel het me op dat de ruimte die we betraden een samenraapsel van verschillende stijlen opwees. Er was geen samenhang te bespeuren. De lucht was er om te snijden en het stonk naar verschaald bier sigarettenrook en nog een paar andere niet te identificerende geuren. Hier had iemand zich kunnen uitleven in onsmakelijkheid. De lichtbron aan de houten bezoldering verspreidde een mager licht en was niet in staat dit samenraapsel van prullen een warme gloed te geven.
Nu eerst kregen we de gastheer te zien. Hij was nog forser als dat ik hem in de deuropening mocht begroeten. Zijn stem stemde niet overeen met zijn zware bouw. Het krakend en piepend geluid dat zijn keel ontsprong bleek veel van de tabaksdampen geleden te hebben en kwam ergens onwerkelijk over. Hij was niet alleen er waren nog twee man aanwezig waarvan de zwaardere aan de toog hing zijn hoofd gesteund door de elleboog. Aan de rechterkant van zijn mond bengelde eer sigaret waarvan de rook 's mans ogen liet tranen.
feedback van andere lezers- Dora
Leuk, nu vertelt de 'ik-figuur' het verhaal... Hoeselaar: Dank zij jou en de anderen die het schrijven als een passie bedrijven.
Willy - hettie35
Mooi Willy, bungelde eeN sigaret.
Groetjes Hettie Hoeselaar: Elke opbouwende kritiek is welkom dat weet je ondertussen wel hé?
Willy
|