writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 2 Delos - hoofdstuk 25/26

door Jelsi

De overval

Nabij het dorp Mogwan, materialiseren Sorane en Deno. Sorane kijkt hem kwaad aan.
'Ik moest mee, Sorane. Als het mijn kinderen zijn, dan wil ik hen helpen.'
'Dat kan ik alleen ook,' zegt Sorane geërgerd, maar heeft meteen spijt van haar woorden.
'Dat had ik niet mogen zeggen, Deno. Je hulp is welkom, jij kent deze beschaving beter dan ik.'
Deno glimlacht.
'Ik vergeef het je.'
De roodharige kijkt hem met een vreemde blik aan. Ook zij voelt de aantrekkingskracht die tussen beiden heerst.
'Kom, geef me een hand.'
Even aarzelt hij, als hij haar een hand geeft, materialiseren ze enkele seconden later in de basis ven Raya. De aanwezigen schrikken even.
Sorane kijkt om zich heen, maar ziet Raya nergens. Telepathisch gaat ze naar haar opzoek en glimlacht. Ze ligt in de armen van Malon in haar flat, diep onder de grond. Een kort telepathisch berichtje is voldoende, om Raya te laten recht springen en nog voor ze de flat uitrent, wordt haar kledij gevormd. Malon kijkt haar verbaasd na en stapt ook uit het bed. Hij haast zich niet, want hij weet dat hij haar toch in de centrale zal weerzien.
Als Raya de centrale binnenrent, blijft ze verrast staan als ze Sorane en Deno opmerkt.
'Raya, Het groepje van Ileja en Konron waren in een vuurgevecht betrokken, toen onbekenden Andrea wilden ontvoeren. Ik weet dat een paar van hen gewond werden, maar niet wie. Een gewonde vrouw werd naar het ziekenhuis gebracht, maar wie dat is weet ik nog niet.'
'En Andrea.'
'Die is gelukkig kunnen ontkomen.'
Even is het doodstil in de centrale.
'Dat kan toch niet, ze mochten zich niet blootgeven.'
'Ze probeerden Andrea te helpen, Raya. We weten niet waar Andrea zijn? Ik ken maar een deel van haar gedachten patroon, dus het zal niet gemakkelijk zijn om haar telepathisch te vinden. Misschien lukt als ik de patronen van Arika of Ron probeert te zoeken.'
'Ken je die, Sorane?'
'Zeker, Raya. Ik ben al een paar keer bij hen geweest en hebt ze enkele nuttige lessen gegeven.'
'En je hebt mij niets laten weten.'
'Dat kon niet, Raya. Ik moest mijn krachten sparen, anders stond ik hier nu niet meer.'
'Wat nu?'
'Eerst ga ik eens die gewonde vrouw in het ziekenhuis aan de tand voelen. Daarna moet ik Andrea zien te vinden.'
Intussen in een baan om Enuron in het vlaggenschip van Jakira.
'Hera Jakira. We hebben een hevige structuurverstoring waargenomen met als eindpunt het dorp Mogwan op Enuron.
Even kijkt Jakira de man verbaasd aan.
'Verdomme. Dat kan niet anders. Sorane is op Enuron,' vloekt ze.
Op hetzelfde moment is ze verdwenen en materialiseert in een speciale centrale op Enuron.
'Activeer dadelijk het planetaire energiescherm,' beveelt ze.
De verraste aanwezigen kijken hun meesters aan.
'Doet het snel,' dringt ze aan.
Een van de mannen drukt enkele toetsen in en verschillende lampjes flitsen aan en schermen lichten op met gegevens over de schermsterke, enz.. Diep onder de grond beginnen speciale machines te werken en die wekken onvoorstelbare energiewaarden op. Van de ruimte zien ze plots een fel rode lichtgloed omheen de planeet verschijnen.
Ook Sorane heeft het gemerkt en stelt verschrikt vast dat ze geen enkele verbinding meer heeft met de Tiren en zelfs niet met Delos.
'Jakira weet dat ik hier ben,' zegt Sorane.
'Ben je zeker.'
'Ja, Raya. Omheen Enuron is een scherm opgebouwd. Daardoor kan ik Enuron niet meer verlaten.'
'Sorane, kijk,' roept Teron plots.
'Iedereen kijkt naar het grote scherm waarop de nieuwsbeelden te zien zijn.'
-
'…..inlichtingen over de verblijfplaats van de gezochte huurmoordenares, genaamd Sorane Cobanon,. Diegenen die haar, of haar medeplichtigen, hulp verlenen zullen met zware straffen bestraft worden. Alle nuttige inlichtingen zullen rijkelijk beloond worden.'
-
'Een mooi portret, Sorane. Ik vrees dat er genoeg kandidaten zullen zijn om die beloning in de wacht te slepen.'
'Misschien wel, Dane.'
'Maar of we willen of niet. We moeten verder; Eerst mijn kinderen en dan moeten we dat scherm uitschakelen.
'Zouden we niet beginnen zoeken, Sorane,' zegt Deno.
'Eerst een goede nachtrust, Deno. Het zal ons goeddoen. Kom.'
Dana en enkele anderen kijken hen na als ze de centrale verlaten. Enkele minuten later stapt Ena, die intussen weer in Sorane veranderd is, door de schuifdeur van de flat. Als Deno haar wil volgen blijft ze staan en kijkt hem.
'Jij zit hiernaast, Deno.'
'Maar…'
'We hebben onze rust nodig en ik vertrouw je niet zo,' zegt ze lachend.
'Oké, oké. We praten later wel eens over ons.'
Glimlachend loopt Deno naar de volgende deur en stapt naar binnen. Nog geen zes uur later is Sorane alweer op de been en kijkt neer op Deno, die nog slaapt. Weer heeft ze dat vreemde gevoel als ze naar zijn gespierde borst kijkt. Met een ruk draait ze zich om.
'Hai, Sorane. Wat doe je hier?'
Even verstijft de roodharige en zegt dan met trillende stem:
'Genoeg gerust, schatje. Het is tijd.'
Deno staat snel op en neemt Sorane bij de schouders vast.
'Ik hield van Sorane, Maar ik denk dat ik nu pas verliefd ben.'
Maar Sorane stapt vooruit en verlaat de flat zonder iets te zeggen. Ze probeert haar gevoelens te bedwingen. Het liefst zou ze rechts omkeer maken, maar ze kan niet. Haar of liever hun kinderen gaan voor.
Deno vormt zijn uniform om zijn lichaam en haast zich achter Sorane aan. Raya, Dane en Tenor komen juist terug van hun dienst en lopen Sorane tegen het lijf.
'Ha, Commandante. Alweer op post.'
'Zeker, Raya. Het wordt tijd om in actie te komen. Sorane is al vertrokken. Nu is het mijn beurt.'
'Sorane is al… nee, je bent toch nog hier.'
'Ja en nee, Dane.' glimlacht Sorane.
Dane schrikt echter hard, want het is voor de eerste maal in haar leven dat ze iemand voor haar ogen van gedaante ziet veranderen.
'Niet zo schrikken, Dane. Voor mij is dat normaal,' zegt Ena Ros glimlacht.
'Je ziet er wel helemaal anders uit. Je lijkt op die agente, die vlak na de bevalling bij Sorane was.'
'Weet ik, Dane. Dat was ik ook. In mijn echte gedaante zou Alonga mij herkent hebben. Ik ben nu federaal agente Ena Ros.'
En zonder rode haren, dat is wel even wennen.'
'Jij kan beter in de basis bij je man blijven, Dane. Dit is iets voor Deno en mij. Het zijn onze kinderen.'
'Is hij de vader, Sorane.'
'Ja, Dane. Voor ik als Sorane weer levend werd, is hij even met 'mij' het bed ingedoken. En het was nog prijs ook.'
Dane kijkt glimlachend naar Deno, die een beetje rood ziet. Ena stapt op hem toe en grijpt zijn hand vast en dadelijk zijn beiden verdwenen.
'Het is een nieuwe wereld, waarin we leven, Dane, schat,' zegt een man achter de moeder van Jouna.
'Dat klopt, Ven. Maar of die beter is.'
'Dat moet, Dane. Daar strijden zij voor.'
"En wij ook, lieveling.'
Op dat moment steekt Ena, gevolgd door Deno, een straat over in het dorp Vovnen. Haar doel is restaurant waar Andrea Tanen, de verpleegster werkt. Maar als ze daar aankomt, schrikt ze. Het gebouw is afgebrand en wemelt van politie en volkors. Ena scant de omgeving en komt uit de gedachten van agenten en omstanders ongeveer te weten wat er gebeurd is.
-
Een viertal uur geleden stopten een drietal wagens voor het gebouw de inzittenden die zwaar bewapend waren sprongen uit de wagens en renden als schietend naar binnen. Verschillende klanten werden hierbij gedood. Binnen hielden ze alle aanwezigen onder schot. Ze zochten een vrouw genaamd Andrea. De jonge dienster werd door twee vrouwen die bij de aanvallers aanwezig waren gegrepen, terwijl de andere aanvallers het vuur openden op de klanten en de bedienden. Meer dan twintig mensen werden gedood. Dan haasten ze zich naar buiten. Terwijl ze naar de wagens renden, schoten ze in het rond en troffen nog verschillende voorbijgangers. De laatste vrouw, die naar buitenkwam, gooide nog twee ovalen voorwerpen naar binnen. Vermoedelijk waren het brandbommen, want een paar minuten later stond het restaurant in brand. De drie wagens reden intussen met grote snelheid de straat uit. Maar in de volgende bocht werden ze onder vuur genomen, door vier onbekenden. De eerste wagen vloog in brand en botste tegen een stilstaande. De tweede kon de hindernis niet meer ontwijken en knalde tegen de eerste. De derde stopte en probeerde nog om de ontvoerde vrouw uit de wagen te halen, maar de vier vreemden schoten hen één voor één neer. Een van de vier bleef zwaargewond liggen.
Ook enkele gewonden gangsters, uit de gebotste wagens, probeerden te ontkomen en beantwoorden het vuur. Een van de vier stortte gewond neer. Maar de anderen slaagden erin om de, in het zwart geklede, gangsters uit te schakelen. De ontvoerde bediende werd dan uit de wagen gehaald en twee van hen brachten haar naar een andere wagen. De derde bekommerde zich om de gewonde vrouw. Maar die zei iets en de man haastte zich wankelend naar de wachtende wagen. Intussen naderden de politiewagens met grote snelheid. Ook volkortoestellen naderden vanuit de lucht de plaats des onheils. De wagen met de ontvoerde vrouw slaagden er echter in om te ontkomen. Alleen de gewonde vrouw werd door de politie weggebracht naar een klein hospitaal, want ze was zwaargewond.
-
Ze kan echter niet te weten komen, waar Konron en de anderen gebleven zijn. Ena geeft Deno een teken en hij volgt haar naar een donker steegje. Daar is één gedachte genoeg en ze materialiseren een seconde later in het park dat omheen het ziekenhuis aangelegd is.
'Wacht hier even, Deno,' zegt ze, terwijl ze haar uiterlijk verandert in een volkor kapitein.
Iedereen kijkt haar verschrikt en angstig aan, als ze door de schuifdeur naar de balie toestapt.
'De gewonde vrouw, waar is die?' vraagt ze met strenge stem.
De bediende probeert iets te zeggen, maar krijgt geen woord over zijn lippen. Dus wijst hij alleen maar in de richting van intensieve hulp. Haastig loopt Sorane verder, maar als ze een deur wil binnen gaan, wordt ze door twee verplegers tegen gehouden.
'Mogen wij u vragen om te wachten, Hera. Ze zijn de voorbereidingen aan het treffen om de vrouw te opereren.'
'Dat is niet nodig, man. Ik wil alleen weten wie ze is en wat ze van plan was.'
Verschrikt wijken de twee opzij en Sorane staan even later in de operatiezaal. Een dokter buigt zich juist over het lichaam van de vrouw. Een paar weken geleden had ze deze vrouw opgemerkt, toen ze Andrea observeerde in het restaurant. Ze scande haar vluchtig. Maar niet diep genoeg om te weten wie ze was en wat ze er deed. Had ze dat maar gedaan, dan had ze deze aanslag misschien kunnen voorkomen.
'Haar naam is Terya,' fluistert Sorane.
De dokters en de andere aanwezigen horen haar stem en schrikken als ze de volkorkapitein opmerken. Een beweging met haar hand doet de dokter en de anderen achteruit wijken.
'Deze vrouw heeft hulp nodig. Hera. Anders zal ze sterven.'
Sorane richt haar zwarte ogen op de man, die nog verder achteruit wijkt.
'Een operatie heeft zij niet meer nodig, dokter.'
'Zo gevoelloos kan je toch niet zijn, Kapitein. We…'
'Heb je niet gehoord wat ik zei, dokter,' zegt Sorane en verandert voor hun ogen van gedaante in Ena Ros.
Dan stapt ze op de gewonde toe. Sorane/Ena schuift haar armen onder het lichaam van Ileja en heft haar omhoog.
'Wie je ook bent? Die vrouw is ten dode opgeschreven, tenzij ze behandeld wordt.'
Ena/Sorane zegt echter niets, maar opent een energieboog.
Voor de aanwezigen nog iets kunnen doen stapt Ena er doorheen. Nadat de boog weer verdwenen is blijven de aanwezigen nog even naar de plaats staren. Plots vliegt de deur open en enkele agenten stormen met getrokken wapens naar binnen.
Intussen stapt Ena buiten het dorp uit een energieboog
'Wat nu?" vraagt Deno.
'Eerst haar wonde verzorgen en dan zal ze moeten spreken,' zegt Ena streng.
Voorzichtig legt ze een kreunende Terya in het gras en gaat naast haar zitten. Deno kijkt intussen Uit haar handen die ze iets boven lichaam van Terya houdt, vloeit een groene gloed naar de wonde toe. Enkele minuten later opent Terya verbaasd haar ogen en kijkt Ena aan.
'Wie? Wat is er gebeurd?' stamelt de verzetsstrijdster.
'Wat had jij met Andrea te maken, Terya.'
'We probeerden haar te helpen, vreemde. Ik werd getroffen….'
'Ik heb je verzorgd, Terya,' zegt Ena, terwijl ze de gedachten van de jonge vrouw scant.
'Verzorgt, zeg je.. Maar ik voel geen pijn meer.'
'Het spijt me, Terya. Ik vertrouwde je niet,' zegt Ena plots.
Uit de gedachten van de jonge vrouw kon ze opmaken wie ze is. Ze hoort bij het groepje van Ileja
'En nu wel zeker.'
'Ja, Terya. Ik ben een esper. Ik kan je gedachten als een open boek lezen. Zo weet ik dat jij en je vrienden, Andrea gered hebben. Daarvoor moet ik je danken.'
Even kijkt Terya Ena aan, als de herinneringen aan het gevecht weer voor haar ogen verschijnen.
'Waar is Ileja?' vraagt de jonge vrouw met trillende stem.
'Dat weten we nog niet, Terya. Jij bent de enige de we tot nu gevonden hebben. Alleen zou ik willen weten hoe onze kinderen het maken.'
'Dat weet ik niet. Ik maakte een fout, waardoor Andrea voor mij vluchtte. Dat was het begin van een reeks gebeurtenissen die elkaar snel opvolgde. Met als resultaat dat ik in het ziekenhuis belande..'
Maar Ena hoort het maar half, want ze kijkt plots omhoog en lijkt te luisteren. Dan glimlacht ze.
'Ron toch. Zo klein en toch zo bedreven. In Taiyen dus.' zegt ze glimlachend, maar dan ziet Terya haar gezicht veranderen.
De ogen van Sorane glinsteren plots, terwijl ze rechtstaat.
'Wat zeg je?'
'Deno, kan jij Terya helpen. Ik moet…'
Deno knielt naast Terya en glimlacht. De jonge rebel kijkt echter vragend naar Ena.
'Je hebt de pijn wel verdoofd, vreemde, maar ik denk niet dat ik kan opstaan.'
'Sorane heeft meer gedaan dan je verzorgen. Voel maar eens naar je wonde.'
Terya, tast voorzichtig naar de plaats waar de kogels haar lichaam binnendrongen, maar ze voelt niets meer.'
Ze kijkt Deno verschrikt aan.
'Hoe is dat mogelijk?' schrikt ze
'Sorane is een esper, Terya. Je zal er nog wel een wennen,' lacht Deno, maar ziet de jonge vrouw verstijven.
Wat is er met jou gaande?. He… wie.. dat kan toch niet.' stamelt Terya, als Ena voor haar ogen in een roodharige vrouw verandert.
'Dit ben ik, Terya. Ena is maar een gedaante die ik soms aanneem om onbekend te blijven.
'Wie ben je dan?'
'Zei je daarstraks iets over Dantya.'
'Ja, ik vermoed dat ze weer naar huis is. Maar zeker is dat niet.'
Snel scant Ena Terya en weet dadelijk het adres van Dantya's ouders. Dadelijk vloeien haar gedachten in de richting van dat adres. Ze doet een afgrijselijke vaststelling.
Terya schrikt als ze in de ogen van Ena kijkt. Ze zijn plots ijskoud.
'Geef mij een hand allebei, snel,' hoort ze haar zeggen.
Verbaasd heft Terya haar hand omhoog en als Sorane ze en vastneemt, grijpt ze de hand van Deno en op hetzelfde moment zijn ze alle drie verdwenen. Ze materialiseren een paar kilometer daar vandaan nabij twee wagens. In beide zit een man aan het stuur, die de omgeving nauwlettend in het oog houdt.
'Blijf hier,' beveelt ze.
Deno en Terya kijken haar na als tussen de wagens doorloopt. Intussen scant ze de twee mannen. Zo weet ze dat vier van hun mannen in het huis aanwezig zijn. Terya kijkt verbaasd toe hoe de roodharige voorbij de wagens loopt. De twee mannen stappen uit als Sorane door de deur naar binnen stapt. Daar blijft Sorane met een schok staan. Een man en een vrouw liggen in hun bloed op de tapijt naast de zetels. Boven hoort ze stemmen en loopt op de trap toe. Ze merkt dadelijk dat bloed langs de treden naar beneden lekt. Telekinetisch zweeft ze naar boven en merkt het jonge meisje op dat boven voor de trap ligt. Ze is door twee kogels dodelijk in de rug geraakt.
Woedend balt Sorane haar vuisten en knielt even naast het lichaam.
'Wie ben jij?' zegt een stem plots achter haar.
Sorane antwoordt niet, maar staat langzaam op, terwijl de man zijn wapen met een geluidsdemper op haar gericht houdt. Langzaam draait de roodharige zich om. Haar gedachten dringen in de zijne.
Uit zijn gedachten kan ze dadelijk opmaken, wat hier gaande is. In dit huis woont de familie Lanvon. Hun oudste dochter, Dantya, paste soms op de twee kinderen van Andrea, een jonge opdienster, van de bakkerij, waar ze regelmatig brood haalden. Zij willen van het meisje weten waar Andrea woont.
'Vervloekte moordenaar,' fluistert ze.
'Wat zeg je?' schrikt de man, die achteruit wijkt.
Drie maal vuurt hij, maar de kogels gaan doorheen het lichaam van Sorane.
'Tot in de hel,' hoort hij nog voor de energiegolf uit Sorane's hand zijn lichaam verpulvert.
Sorane kijkt om zich heen, terwijl ze kamers scant. Ze merkt een jongeman op, die op zijn bed in zijn bloed ligt. Snel scant ze hem, maar ook hij is dood. Dan stapt ze vooruit in de richting waarvan stemmen klinken.
'Die wist ook niets, Donrok. Of ze was een harde tante.'
'Zo zag ze er niet uit. Maar we hebben er toch van genoten.'
'Zeker. Ik heb er zelfs spijt van dat ze eraan moest, zo'n lekker popje hadden we nog een tijdje kunnen gebruiken.'
'Misschien, maar ze zou een gevaar betekend hebben.'
Beiden verlaten de kamer en lopen de gang op. Sorane die zich in de kamer van de dode jongeman bevindt, zien ze niet, als ze de trap aflopen. De roodharige haast zich dan snel naar de kamer waar de twee aan het praten waren en blijft verstart staan. Op het bed ligt een naakte Dantya. Haar ogen staren levenloos naar het plafond. In haar voorhoofd ziet Sorane en rond gaatje, waaruit een beetje bloed sijpelt. De roodharige blijft een paar seconden naar haar hevig toegetakelde lichaam kijken.
Intussen lopen de twee, terwijl ze hun wapens met een geluidsdemper wegbergen, naar de wagens. Ze zijn wel verbaasd als ze vernemen, dat hun vriend nog niet naar buiten gekomen is. Terya die een van de wagens ziet wegrijden, maakt zich ongerust over Sorane en haast zich, gevolgd door Deno, naar het huis toe. De bestuurder van de tweede wagen, die op de laatste van hun groepje wacht, die zich nog in het huis moet bevinden, wacht. Hij merkt hen op en volgt hen met getrokken wapen. Terya schrikt van de doden, die in hun bloed liggen. Deno haast zich verder, hij is deze tafelrelen meer gewoon. Beneden ziet hij Sorane nergens, dus loopt hij voorzichtig de trap op. Terya heeft zich een beetje herpakt, maar voelt zich toch onwel worden. Als boven komt blijft ze ontsteld staan, als ze het een jong neergeschoten meisje ziet liggen. Ze is maar een paar jaar jonger dan zijzelf. Even kijkt ze in de kamer waar de jongen ligt en moet bijna kokhalzen. Deno geeft haar een teken om te blijven waar ze is, maar ze moet verder en stapt hem voorbij. Als ze de kamer van Dantya instapt, ziet ze Sorane juist een laken over het dode meisje leggen.
Als de roodharige haar aankijkt zijn haar ogen zo koel als ijs, dat Terya rillingen over haar rug voelt lopen.
'Kom, Terya. Ik moet de schuldigen hun gerechte straf bezorgen.'
Sorane heeft intussen de man, die Terya volgde telepathisch opgemerkt, maar vastgesteld dat hij ook ontsteld naar de doden keek. Ook hij beseft dat zijn vrienden dit moeten gedaan hebben. Snel grijpt ze de hand van Terya. De man kijkt naar Deno, die een wapen op hem gericht houdt. Even kijkt hij hem aan en loopt verder. Juist als hij de kamer inkijkt, verdwijnen twee schimmen in het niets. Even staart hij naar de plaats waar ze stonden. Aarzelend loopt hij verder naar de gedaante die onder het laken ligt en heft het laken op. Hij krimpt in elkaar van de aanblik. Zijn maag wordt er niet goed van.
'Dat kunnen zij toch niet gedaan hebben,' fluistert hij, terwijl hij tot tegen de deur achteruit wankelt.
'Toch wel, man. Je vrienden zijn zielloze moordenaars. Gelukkig toon je een beetje medeleven,' zegt Deno die achter hem staat.
Even staart hij naar het witte laken. Terwijl in zijn binnenste een hevige strijd woedt. Dan draait hij zich om en kijkt de vreemde man aan.
'Hebben mijn vrienden zoiets gedaan?' zegt hij geschokt.
'Kies een ander beroep, Ar-kan, want de volgende maal krijg je dezelfde straf als diegene die je medeplichtigen zullen krijgen,' hoort hij plots een stem in zijn hoofd.
Verschrikt kijkt hij om zich heen. Dan maakt hij zich snel uit de voeten. Deno kijkt hem even na en activeert dan zijn overbrengersveld. Ar-kan heeft de politie sirenes niet gehoord. Als hij naar buiten stapt, ziet hij in verschillende wapens op zich gericht. Langzaam steekt hij zijn handen omhoog.
'Wie ben jij?'
Maar Ar-kan kan niets zeggen, zijn stem weigert.
De agenten grijpen hem vast, terwijl enkele anderen naar binnen stappen. Twee inspecteurs volgen hen met getrokken wapen.
'Wie ben jij?' vraagt een agent, die de man vasthoudt.
'Mijn naam is Ar-kan.'
'Wat heb jij hier te zoeken?'
'Ik reed toevallig voorbij, toen ik twee gewapende mannen naar buiten zag rennen. Ze sprongen snel in een wagen en raasden weg. Ik stopte, toen ik de deur open zag staan en vaag iemand zag liggen. Maar op het moment dat ik de deur bereikte zag ik de lichamen. Ik ging snel kijken of ze nog hulp konden gebruiken, maar ze waren allebei dood. Toen ik de trap bereikte, hoorde ik de politiesirenes naderen.'
'Waarom ben jij gewapend, man?' vraagt de agent, die Ar-kan aftast.
'Kijk maar daarbinnen, dan weet je waarom, agent,' antwoordt Ar-kan licht spottend.
De Agent kijkt hem even gefronst aan en zegt:
'Blijft hier staan tot de inspecteurs terug komen.'
'In orde. Ik heb toch niets beter te doen.'
Ar-kan kijkt om zich heen en merkt enkele agenten op die mensen in de buurt ondervragen. Plots komen er twee op hem af.
'Jij hoort erbij, mannetje. Volgens enkele getuigen zijn twee van die mannen uit jou wagen gestapt.'
Ar-kan schrikt en beseft dat hij zich beter uit de voeten had gemaakt. Een van de agenten richt zijn wapen op hem.
'Deze man hoort bij mij,' zegt een stem rechts van de agenten plots.
'Mijn naam is Ena Ros. Federaal agente.'
De agent kijkt de jonge vrouw even aan en richt zijn blik dan op de het kaartje dat ze voor hem houd. Dan knikt hij.
'Hij is jou verantwoordelijkheid, agente. Ik denk echter dat hij bij die moordenaars hoort.'
'Dat weet ik. Daarom zal hij mij ook braaf naar zijn vrienden brengen..
'Ik denk niet dat hij dat zo snel zal doen,' spot de agent, terwijl even naar het huis, waar het drama gebeurde, kijkt.
Als hij zich weer tot de federale agente richt, is ze nergens meer te zien. Verbaasd staart hij naar de plek waar de twee stonden en vraagt zich af waar ze zo snel gebleven zijn.
Intussen is Ena met Ar-kan, die haar verschrikt aankijkt, in een donker steegje gematerialiseerd. 'Wat was dat?' stamelt hij.
'Teleportatie, Ar-kan. Ik ben een esper.'
'Ken ik niet, agente."
'Dat zal je later wel begrijpen. Hier, plaats dit achteraan tegen je hals.'
'Ben jij wel een agente?' vraagt Ar-kan, terwijl hij het vreemde voorwerp zonder nadenken tegen zijn hls drukt.
'Volgens mijn pasje wel,' glimlacht Ena.
'Ik weet dat je walgde toen je de doden zag, Ar-kan. Alleen daarom krijg nog een kans. Maar je moet me wel naar je vrienden brengen of moet ik je onderhanden nemen.'
'Nee, dat is niet nodig, mevrouw Ros. Als ik kon zou ik eruit stappen, maar dat zou mijn dood zijn. Ik weet te veel. Ik vrees dat we geen van beiden nog levend buiten raken.'
'We zijn niet met twee,' zegt Ena en concentreert zich.
Terya, die nog steeds op Sorane wacht, schrikt als ze plots in een groen veld gevangen wordt. Een seconde later staat op enkele passen van Ena.
Ze hoort Sorane juist zeggen:
'Wijs de weg en noem me maar Ena, Mevrouw Ros hoor ik niet graag.'
'Oké, volg me.'
'Gaan jullie maar, ik volg wel,' zegt Sorane glimlachend.
'Wat is ze nu weer van plan?' denkt Terya.
Ar-kan werpt even een blik op Terya en valt zijn blik op Deno, die hem streng aankijkt. Dan verlaat hij de donkere steeg en stapt de straat over. Deno en Terya volgen hem naar een luxueus café en even later klikt de deur achter hen dicht. Enkele aanwezigen kijken hen verbaasd aan. Sommigen fluiten even bij het zien van de mooie vrouw. Ar-kan kijkt om zich heen en merkt zijn doel plots op. Ena, die hen telepathisch van op afstand volgt en intussen ook alle aanwezigen snel telepathisch gescand heeft, weet al naar wie Ar-kan zoekt. Ze is echter voor de deur blijven staan.
'Daar heb je ons bestuurdertje. Hoe ben je kunnen ontkomen, Ar-kan.'
'Ze hebben me ondervraagd, na jullie walgelijke moordpartij, Vern. Maar konden me niets ten laste leggen.'
'Wie is je mooie vriendin? Ik heb haar nog niet in deze buurt gezien.'
'Ik heb ze ook pas ontmoet. Ze hoort bij de rebellen, maar ze liepen in een val. Alleen deze vrouw, Terya, is er in geslaagd om zich in veiligheid te brengen. Ze zoek naar iets om onder te duiken.'
'Misschien hebben we wel iets. Kom schatje, laat me je eens beter bekijken.'
Terya kijkt schrikkend om zich heen, maar ze ziet Ena nergens. Ze merkt dat er verschillende gewapende mannen en vrouwen aanwezig zijn.
'Gangsters,' denkt ze angstig, terwijl ze naar de grote luxueuze tafel toeloopt.
De vier vrouwen die tussen de mannen zitten, kijken haar met een koele afwijzende blik aan. Terya doet alsof ze het niet merkt en richt haar blik op de man die haar strak aankijkt. Ze voelt dat hij de leider moet zijn.
'Draai eens rond, meid. Ik wil je eens goed bekijken,' zegt hij.
Terya draait langzaam om haar as en verstijft plots. Ze ziet een jong meisje, dat lijkt op het meisje dat boven in het huis dood op haar bed lag. Ze kan zich echter herpakken en draait verder, tot ze de man opnieuw aankijkt.
'Je ziet er verrukkelijk uit. Waar kom je vandaan?'
'Een klein dorpje, waar ik vroeger secretaresse was, maar ik begon me te vervelen. Dus trok ik de grote wereld in.
'En de rebellen, hoe kwam je bij hen terecht, schatje?'
'Door een man, heer. Ik werd op hem verliefd en….'
'Ach… de liefde… Daar heb ik niets aan. Heb je geen bruikbare kwaliteiten?'
'Van alles, heer. Ik kan koken, kuisen, dansen en nog een paar dingen.'
'Je weet toch wel dat we je zullen keuren voor we je toelaten,' zegt een iets oudere man, die haar met wellustige ogen aankijkt.
Terya doet alsof ze het niet merkt. Ze beseft dat deze man de grote baas is in deze wijk.
''Zeker, heer.' zegt ze.
'Kom eens hier.'
De andere maken plaats voor Terya, die naar de baas toe stapt. Die duwt de twee vrouwen naast hem opzij en kijkt Terya nieuwsgierig aan.
'Van dichtbij zie je er nog beter uit, meid,' glimlacht de man, maar kijkt dan verbaasd om zich heen.
Het valt hem op dat het plots doodstil is in het café. Dan valt zijn blik op een jong ongeveer zeventien jarig meisje dat op hen toekomt.
'Ha, nog een mooie meid. Kom jij…' spot de man.
'Patron, dat is dat meisje. Dat kan toch niet. Ze moet dood zijn.'
'Misschien misdadiger. Jullie waren met drie. Eentje heeft al geboet,' sist het meisje en kijkt de twee moordenaars een voor een aan.
'Wie is dat?' stamelt de baas, die nu geen blik meer over heeft voor Terya.
Even is het stil, maar dan trekken de lijfwachten hun wapen. Maar een vreemde gloed vloeit uit het lichaam van het meisje. Zodra ze erdoor geraakt worden voelen de tienvoudige pijn die Dantya voelde, toen ze onder hun 'behandeling' stierf. Kronkelend van de pijn rollen ze over de vloer. Verschillende aanwezigen kijken verschrikt op. Een aantal minuten later blijven ze een voor een doodstil liggen.
'Wie ben jij toch, meisje?'
'Dantya, of liever het meisje, dat je ondergeschikten verkrachten en vermoorden, heette zo. Mijn naam is Ena Ros,' zegt het meisje, terwijl ze van gedaante verandert.
'En..a Ros. K.en ik niet,' stottert hij van verbazing.
'Vern Ottaan, jij bent hun opdrachtgever, Dus.....'
'Ik. Nee, ik heb daar niets mee te maken.'
'Je gedachten verraden je.'
'Agente, pas op,' roept Ar-kan op dat moment uit.
Maar het is te laat. Twee mannen die juist binnenstapten schieten dadelijk. De kogels slaan doorheen de rug van Ena.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .