< terug
De ongecensureerde Marcus Antonius (15)
Het was in Bononia waar Antonius, Octavianus en Lepdius de eerstvolgende keer samenkwamen. Octavianus' mars op Rome was een succes gebleken en nu hij de trotse bekleder was van het consulaat voelde hij zich geweldig in zijn nopjes. Toch was hij voorzichtig genoeg om geen onnodige victoriekreten te kraaien. Gezien de dreiging die vanuit het oosten naderde, had hij er alle baat bij zich met zijn oude vijanden te verzoenen om hachelijkere kwesties het hoofd te kunnen bieden. Daarom dat hij met zijn soldaten naar het noorden trok, richting de Padus, waar hij een ontmoeting had met Lepidus en Antonius op een eilandje in de rivier. Lepidus was eerst vooruitgestuurd geweest om iedereen op verborgen wapens te controleren aangezien de betrokken partijen niet het volste vertrouwen hadden in elkaar en toen hij als teken dat alles in orde was met zijn mantel gezwaaid had, waren ze mekaar genaderd om te overleggen. Het was duidelijk te zien aan Antonius dat hij wrokkig was omdat Octavianus het consulaat van Rome op veel te jonge leeftijd afgedwongen had, maar onder het motto dat gemeenschappelijke vijanden soms nuttige bondgenootschappen konden sluiten, was hij één en al oor toen Octavianus zijn uitleg deed en daarin onmiddellijk naar de kern van zijn betoog kwam.
'We moeten een samenwerking aangaan,' had Octavianus gezegd. 'We hebben er geen baat bij voortdurend in conflict te zijn met elkaar. Brutus en Cassius zullen naar Rome optrekken zodra ze voldoende krachten vergaard hebben en we zullen de koppen bijeen moeten steken als we hun pogingen zich in Rome te doen gelden willen verijdelen. Cicero en zijn hielenlikkers in de senaat zullen hen ongetwijfeld met open armen ontvangen. Hoe lang denken jullie dan dat het zal duren vooraleer ze ons ondermijnen? Daarom dat ik van mening ben dat het in onze gemeenschappelijke belangen ligt om een driehoofdige commissie op te richten die als doel heeft de republiek in ere te herstellen alsook de consolidatie inhoudt van onze eigen machtsposities.'
'Waar stuur je op aan, jongen?' vroeg Antonius, wiens nieuwsgierigheid gewekt was.
'Ik stel voor dat we hetzelfde doen als wat Caesar, Pompeius Magnus en Marcus Crassus in hun tijd gedaan hebben,' antwoordde Octavianus. 'We richten een triumviraat op. Als we mekaar steunen, zullen we veel sterker staan in Rome. Het zal makkelijker zijn om wetgeving doorgevoerd te krijgen of tegen te gaan als wij gedrieën onze gezamenlijke belangen op één lijn kunnen zetten en mekaar steeds steun zullen betuigen. De eerste taak die dan voor ons ligt, is onszelf provincies toewijzen en mekaars aanspraken daarin steunen. Op die manier hebben we grondgebied waar we strijdmachten op de been kunnen krijgen om Brutus en Cassius te verslaan.'
'Hoeveel denk je dat zo'n grapje gaat kosten?' reageerde Antonius. 'Naar ik gehoord heb, beschikken Brutus en Cassius gezamenlijk over twintig legioenen. Je zal een heuse troepenmacht op de been moeten brengen als je zinnens bent daar strijd tegen te leveren. Waar denk jij al het geld vandaan te halen om zo'n onderneming te kunnen financieren? Of denk je dat de manschappen van plan zijn je te volgen enkel en alleen voor die mooie, jeugdige glimlach van je?'
'Er zijn verschillende manieren om aan de nodige fondsen te geraken,' antwoordde Octavianus, de spottende toespeling van Antonius negerend. 'De ene manier is al wat minder humaan dan de andere. Proscripties bijvoorbeeld.'
'Je gaat me niet vertellen dat je dat in overweging neemt?' vroeg Antonius ongelovig.
'Waarom niet?' reageerde Octavianus zonder gene. 'Sulla heeft het in het verleden ook gedaan. Bovendien is het een uitstekende manier om onze tegenstanders uit te schakelen. We verklaren hen tot vijanden van de staat en laten hun bezittingen confisqueren. Om ervoor te zorgen dat ze niet aan ons ontkomen, verspreiden we het woord dat elke slaaf die een vijand van de staat vermoord automatisch de vrijheid geschonken wordt. Op die manier zal er een heksenjacht ontstaan en zullen we in een mum van tijd ons doel bereikt hebben. Jullie weten immers hoeveel rijkdom de senatoren van Rome bezitten. Als we ons dat toe-eigenen, hebben we voldoende middelen om de strijd tegen Brutus en Cassius aan te gaan.'
Antonius hield zijn blik strak op Octavianus gericht. Er lag een koelbloedigheid in deze jongen die op kon duiken tijdens de meest onverwachte momenten. Er was geen enkel teken van emotie te zien in zijn gestadige gelaat. Het was duidelijk dat hij meende wat hij zei en dat hij er geen seconde slaap over zou verliezen. Erfgenaam van Caesar of niet, zo dacht Antonius, hij is in zijn geheel geen evenbeeld van Caesar. Caesar had bij momenten bijzonder kil en gevoelloos kunnen zijn tijdens zijn optreden, maar nooit op de haast onmenselijke manier waarop Octavianus dit was. Bij Caesar was er aan het einde van de dag nog een geweten geweest waar de grote man soms vragen over gesteld had. Octavianus echter vertoonde geen enkel teken van twijfel, geen enkele scepcis omtrent zijn manier van handelen
'Als we proscripties opstellen moeten we voorzichtig tewerk gaan,' zei Lepidus, die als eerste de stilte verbrak. 'We zullen moeten bepalen wie precies onze bondgenoten zijn en wie onze vijanden. Op basis daarvan kunnen we lijsten opstellen en beslissen wiens bezittingen we confisqueren.'
'Laten we dan beginnen bij de senaat,' stelde Octavianus voor. 'We beginnen met onze tegenstanders in dit lichaam eruit te bonjouren. Op die manieren consolideren we onze posities en ontdoen we ons van dissidenten. Er zijn senatoren genoeg die in weelde leven. Als we hen tot staatsvijand verklaren en hun bezittingen in beslag nemen, zullen we een aanzienlijke inkomstenbron hebben om het triumviraat op poten te houden. We moeten ervoor zorgen dat ons driemanschap minstens vijf jaar aan de macht blijft.'
feedback van andere lezers- Dora
De lobbytrein in vol ornaat... voor wat hoort wat en zo hier een paar doden, zolang het maar binnen de quota valt...oligigantjes hihi. mephistopheles: één dode een tragedie, duizend doden niets meer dan een stukje statistiek - koyaanisqatsi
Ja, pas veel later verzon Caligula een origineler manier om geld in 't laatje te brengen: hij maakte van de senaat een heus bordeel. Daarmee vergeleken zijn Octaafjes middelen nog 'fatsoenlijk'. Alhoewel... mephistopheles: De Julisch-Claudische dynastie zou ik ook nog wel eens wat over willen schrijven. Zeker Caligula en Nero met al hun fratsen. Dat is het plezante aan de Romeinen, ze zijn een goede inspiratiebron - Mistaker
Caligula heb ik altijd een enorm fascinerend persoon gevonden. Ik krijg nu trouwens heimwee naar die serie I, Claudius.
Groet,
Greta mephistopheles: I Claudius heb ik hier thuis op dvd liggen, inderdaad een fantastische reeks. En over Caligula zou ik ook nog wel eens wat willen schrijven...
|