< terug
Zoals het klokje tikte 36 vervolg van het verhaal van Hoeselaar
Met bonkend hart hoort Lisbeth hoe dat er aan de andere kant van de grote dubbele deur een sleutelbos in de handen van iemand die op haar aanhoudend bonken reageerde, de juiste sleutel zocht om de onbekende iemand uit zijn of haar precaire situatie te verlossen. Tranen van een iemand die dolgelukkig is wetende dat zijn verlossing naderbij komt hoort hoe het metaal het slot naar binnenglijdt en twee op elkaar volgende draaiingen het slot ontgrendelt. Met een licht snerpend en schurend geluid dat aangaf dat deze deur iets te zwaar was en zo de vloertegels beroerde schoof het gevaarte langzaam en voorzichtig open. Een ordensvrouw met een witte kap op haar hoofd keek ietwat achterdochtig naar het zielig persoontje dat zich aan de andere kant van de lege zaal bevond. " Hoe bent u hier binnen gekomen, mevrouw"? Lisbeth die niet meteen doorhad dat deze vraag haar gold, keek verrast naar de kloosterzuster en antwoordde; "Maar ik zit hier al van vanaf half twee en men had me loket 28 aangewezen waar ik met mijn vragen terecht kon. Om half vier bracht een ietwat oudere gezette vrouw met van dat donkerbruin halflang haar dat ze in een knot droeg een kopje koffie en verontschuldigde zich dat het zolang duurde. Het was diezelfde dame die me bij het binnenkomen het nummer aanreikte en me verder steeds raar met haar ogen volgde. Het was daarom dat ik van plaats wisselde en achter die pilaar ging zitten en zo de interessante lectuur kon genieten". Over welke vrouw heeft u het mevrouw " vroeg het nonnetje nieuwsgierig, sorry u moet zich vergist hebben hier zijn enkel pas afgestudeerden die hier het beroep vanaf de laagste ladder moeten aanleren, voor oudere personen hebben we hier geen plaats of ze moeten een bepaalde graad bereikt hebben".
Lisbeth die zich als de eerste de beste idioot voelde moest naar lucht happen om enigszins de emoties de baas te blijven ook al beefde ze als een espenblad. Ze kon geen verklaring vinden voor de tijd die ze in volledige afzondering verbracht had zonder dat ze daar enige invloed op had gehad. Het was alsof ze in een korte maar sterke comateuze toestand was geraakt waardoor ze zich niets van wat rondom haar gebeurde kon herinneren. Iemand die als laatste de zaal verliet moet toch gezien hebben dat daar nog iemand aanwezig was die door alles heen sliep. Zij zelf zou in zulk een situatie de desbetreffende persoon toch wakker geschud hebben en gevraagd bij welk loket ze zich aanbieden moest. Nee voor deze gebeurtenis had ze geen uitleg, dit moest opzettelijk gebeurt zijn, anders kon zij zich dit niet verklaren. Het nonnetje, Lisbeth schatte haar rondom de veertig ook al kon ze dat niet helemaal met zekerheid zeggen, lachte ietwat verlegen want voor haar was dit een mirakel maar dan geen dat in de kerkboeken zou komen te staan. Lisbeth stond niet erg vast op haar benen en daarom riep de kloosterzuster die haar te woord stond of iemand uit de keuken een glas water kon halen. Zelfs liep ze lichtvoetig als een hinde de zaal in om een van de stoelen te halen en daar de arme vrouw plaats op te laten nemen. Als een lopend vuurtje liepen de verhalen van deze arme drommel door de verschillende vertrekken en de keukens en als een stelletje kippen vlogen alle nonnetjes naar deze zaaldeur om toch maar deze gebeurtenis met eigen ogen te kunnen zien. De eerste zuster die Lisbeth uit haar hachelijke situatie wist te bevrijden gaf tekst en uitleg in zover ze het verhaal begrepen had. Ook beschreef ze die oudere dame die de bezoekster naar loket 28 had verwezen en vroeg of iemand van hen deze vrouw bij naam of toenaam kenden. Aan het hoofdschudden kon Lisbeth uitmaken dat ze deze vrouw ofwel gedroomd had ofwel ze opzettelijk hier was om haar te misleiden. Haar horloge wees op half zeven dus anderhalf uur later dan dat het laatste loket zou sluiten. Werd er iets in haar koffie gedaan zodat ze de tijd zou verslapen? En waarom dan wel? Wie had daar baat bij? En welke zieke geest kon zo een duivels plan bedenken? "Er loopt toch een wachter door de zaal die moet toezien dat alles ordentelijk verloopt en de poetsploegen moet binnenlaten, waarom heeft hij dan geen alarm geslagen toen hij nog een slapende vrouw in de zaal zag" "Wie is verantwoordelijk voor de ontvangstruimte? Is dat zuster Veronica niet, zij is toch ook voor de poetsploeg verantwoordelijk, wil je haar meteen hier naartoe halen, hier is het een en het ander misgelopen en daar moet ik het mijne van weten"; wilde moeder overste weten. Lisbeth die door de aandacht die haar geschonken werd zelfs weer redelijk denken kon, wilde weten waar haar man in dit immense gebouw verbleef en of ze toch niet voor heel even met hem in contact kon komen, kreeg prompt de deksel op haar neus. Hier verblijven geen zieken mevrouw, de meeste van hen verblijven even buiten de stad in een spieksplinter nieuw gebouw dat pas enkele maanden geleden in gebruik werd genomen.
Lisbeth zag opnieuw de hele omgeving in een draaimolen veranderen , alles tolde zich rond haar in een cirkel juist alsof ze in een mallemolen zat."Kan me iemand vertellen waarom ik hier naartoe moest komen als hier toch geen patiënten liggen, en hoe moet ik nu mijn man te zien krijgen, ben al de hele dag aan het reizen en terug gaan kan ik en wil ik niet voorral eer ik Franck gezien en gesproken heb"
feedback van andere lezers- Wee
Ik pak de draad meteen weer op hoor!
x 26551055: Alles liep een beetje mank en als klap op de vuurpijl kreeg ik deze week ook nog een fietsongeval maar het gaat weer.
Bedankt voor het lezen, jammer dat ik niet bij jou reageren kan moet me gedulden
Willy - julien_maleur
graag gelezen
JM 26551055: Dank je wel voor het fijne compliment, jammer dat ik eerst in twee maanden op jouw rinzendingen kan reageren
Willy - joplin
Wat is hier aan de hand?
ben nieuwsgierig
xx 26551055: Heb even geduld alle puzzelstukjes vallen zoals ze vallen moeten, bedankt voor het komen lezen
Willy
|