< terug
De verzamelaar hoofdstuk 1/3
Ze riep kokhalzend om Santiago. Zijn zware bonkende stap deed de trap pijn. Onder zijn gewicht kraakte zowat elke trede. Eens hij bij haar stond, zag ze dat er iemand van het technisch team erbij was. Zonder veel woorden wist de man met het mondmasker wat er gebeurd was en grinnikte. De pretlichtjes in zijn ogen verrieden een zeker leedvermaak. Het gezicht van Santiago stond op zwaar onweer. Hij trok haar mee, waarbij ze een trede miste en op haar zitvlak landde. Hij nam haar op en droeg haar buiten.
"Je hebt tien minuten om je te wassen en om te kleden, daarna ga je Pascal zoeken en dan neem je deel aan het buurtonderzoek." Santiago beende al weg voor ze hem van repliek kon dienen. Ze vroeg zich af waar ze zich kon wassen en omkleden. Thuis was op tien minuten niet eens haalbaar door de afstand. Ze herinnerde zich dat ze vanmorgen een schoonheidsalon gepasseerd was, misschien kon ze daar proberen. Ze vroeg iemand van het technisch team om een witte overal, want kleding had ze niet op reserve bij. Het enige dat ze altijd bij had, was een slipje. Voor het geval dat haar maandelijkse rode loper weer onverwacht werd uitgerold. Door het vinden van een tuinslang bij het storthuis kreeg ze een ingeving die ze meteen uitvoerde. Na vijf minuten voelde ze zich herboren. Vrij van onwelriekende odeurtjes. Om de klote ochtend compleet te maken, werd zich in de witte kiel hijsen nog het minst makkelijke. Het ding wrong langs alle kanten behoorlijke tegen en toen ze er eindelijk in zat stak haar vlammend rood slipje erg af. Het zat niet mee vandaag. Ze speurde het terrein af naar haar neef.
Van Saenen Pascal was geen spoor te bekennen. En op hem wachten kon al evenmin. Er zat voor haar niets anders op van in haar eentje aan het buurtonderzoek te beginnen. Bij het eerste huis links van het griezelhuis deed een wel erg oude dame de deur open op haar aanbellen. De vrouw stelde zich voor als Cecile Cuypers en vertelde er gelijk bij dat ze gisteren haar zesennegentigste verjaardag had gevierd. Morgane noteerde zorgvuldig dit gegeven. Op haar vraag of de dame iets wist te vertellen over haar buurman antwoordde ze,
"Hij woont al jaren in het Mussenhof en komt enkel in het weekend naar huis. Tenminste als zijn broer hem gaat afhalen."
Morgane rilde vol afschuw in gedachten.
"Kan je me wat vertellen over die broer en waar hij woont?"
Van het antwoord werd ze geen steek wijzer. Er volgde een uitwijding over het verjaardagsfeest en wie er allemaal aanwezig was. Hier en daar een toelichting over de reden en de daar bijbehorende afwezigen. Over haar buur en diens broer geen woord meer. Morgane bedankte de vrouw. Het gesprek werd zinloos. Ze kreeg bij de deur ongewild de wijze raad niet aan te bellen bij Paul Pieters. Op haar vraag waarom kwam de oude vrouw korter bij en fluisterde,
"Das ne seksmaniak."
Ze bedankte de oude dame nogmaals en wandelde naar het volgende huis. Nog voor ze kon aanbellen, kwam een jonge vrouw op haar toe.
"Onze ouders zijn zwaar dementerenden. Ze leven al jaren vervreemd van de buurt."
"Het is aan ons, mijn vrouw en ik om voor hen te zorgen tot er een plaats vrij komt in het Mussenhof,"mengde een jonge slordig geklede vent zich in het gesprek. Zijn grauw hemd en bevlekte jeans, wekte bij Morgane argwaan. Oude mensen waren gewoontegetrouw erg op netheid gesteld, wist ze als ze aan haar eigen oma terugdacht.
"Mag ik jullie paspoorten," vroeg ze nadat ze zich had voorgesteld.
Voor Morgane een banale standaard vraag, doch de lichaamstaal van het duo straalde zoveel onwil uit, dat ze hen meteen verdacht vond. Ze liet het voorval voor wat het was. Hun auto stond onder de carpool geparkeerd. Met een getraind oog hield ze het duo op een afstand en kribbelde de nummerplaat op de rechterbovenhoek van haar blad. Het volstond om alsnog achter hun identiteit te komen. Dat was voor straks. Bij het volgende huis las ze in sierlijke letters op de brievenbus Paul Pieters. Ze belde aan. Het duurde even voor er gereageerd werd. Toen eindelijk de deur openging, begon ze ongewild te lachen. Een elektrische rolstoel met daarin een man die sprekend leek op een Kerstman van een of andere reclameboodschap. Wellicht niet de dreiging waarvoor mevrouw Cuypers had gewaarschuwd.
"Kom binnen kind," nodigde de man haar vriendelijk uit, "Hang je jas aan de kapstok, dat kan ik helaas niet meer voor je doen. Trek in een hapje? Je ziet eruit alsof je in geen dagen gegeten hebt."
Morgane voelde zich misselijk worden en bedankte de man. Ze vuurde meteen de vraag of hij wat wist over het huis aan het begin van de woonblok.
"Ik wil al je vragen beantwoorden Mieke, maar kan het wachten tot we aan tafel zitten. Ik moet het vlees en de groenten in de gaten houden, anders is het zo aangebrand en dat smaakt niet." De rolstoel zoefde al gelijk naar de keuken, waar de deur automatisch van opende en achter hem sloot. Morgane bleef wachten en nam intussen de leefruimte in zich op. Het was modern ingericht met lichte meubelen. Een sofa stond er niet. De grote flatscreen televisie was tegen de langste wand gemonteerd met daaronder surroundsysteem van een beter merk.
feedback van andere lezers- warket
Ik heb het niet zo inhoudelijk gelezen maar de manier van verwoorden vind ik goed. Ghislaine: Een stukje dat wat meer aandacht verdient. Bedankt Warket
|