7. Een onverstoorbaar ritme
Amalia schrok zich de pleuris toen de stronk haar oven raakt, keek vervolgens angstvallig rond maar zag niemand in de kamer behalve zijzelf. Ongeloof was op haar gezicht af te lezen. "O, gut" dacht ze, dat ik dit maar gedroomd heb. Ondertussen hoorde ze gerommel in de leefplaats. Jacobius drommelde de kamer binnen. Amalia was blij dat hij er was, en tegelijkertijd ongerust, Palmyre bleef steeds door haar hoofd spoken.
Ze schepte een grote schep havermoutpap uit de ketel en zette het op tafel, naast het brood en de reuzel. Jacobius, goedgezind als altijd, greep haar naar de billen en liet een goedkeurend gemompel horen. Ze lachte en kirde hem toe als een ondeugend wicht, maar haar gedachten verwijlden weer al snel naar Palmyre,.. hoeveel had ze gezien? Dat ze loog was wel duidelijk, haar gezicht sprak als een kruidenboek. Onbewust wond ze zich op en streek aanminnig haar hesje glad, maar wie goed keek zag hoe haar ogen fonkelden. Terwijl ze een vers houtblok in de hand nam, stormde Micah, de jongste door de kamer waardoor ze uit de waas getrokken werd. Ze schrok zo hard dat de stronk viel en het brood door de kamer vloog.
Alsof de duivel binnenkwam, viel stilte als een nagel. Iedereen stopte terstond met wat hij of zij ook deed en keek verwonderd van de ene naar de andere. Micah gilde, Jacobius gaf een dreun op de tafel met zijn volle vuist, waardoor die eerste spontaan in tranen uitbarstte. Amalia liep erheen, nam de kleine van de grond en zette hem op tafel. Jacobius keek van hem naar haar en terug, in zijn ogen een onverklaarbare blik. Maar dat waren zorgen voor later. Hij stond recht, nam het brood van de grond en liep terug naar de tafel, waar hij er een homp aftrok en verder at of er niets gebeurd was.
Toen Micah gekalmeerd was en zijn bord pap leeg had, werd hij naar buiten gestuurd. Jacobius keek indringend naar Amalia. Hij zag aan de manier waarop ze haar blik wegdraaide dat er heel wat aan de hand was. Hij deed teken naar haar dat ze moest gaan zitten, hetgeen ze dan ook deed. Haar hand trilde, ze besefte het en nam haar hoofd in haar handen om vervolgens te huilen met grote hartverscheurende uithalen. Jacobius, bang voor zijn huilende vrouw en voor wat hij net aanschouwd had, stond recht, ging achter haar staan en legde zijn immense handen op haar schouders. Even kromp ze ineen onder zijn aanraking. Heel even maar, toen leek het of alle spanningen van de laatste dagen uit haar weg vloeiden. Ze stond recht, wierp zich in de armen van haar Jacobius die haar van de grond tilde en met haar naar de achterkamer wandelde.
Ze bedreven de liefde zoals ze nog nooit gedaan hadden. Er was een onverstaanbare intimiteit tussen hen die dieper leek te gaan bij elke streling. Ze genoten elkaar, werden een tot de climax, waarna ze zich huilend aan elkaar vastklampten. Ze wisten beiden dat hun leefwereld veranderd was. Geen van hen wilde toegeven aan het moment na dát besef. Ze werden menggoed van menselijkheid. De realiteit leek even betekenisloos. Helaas wisten ze beter. Snikkend drukte Amalia zich tegen haar Jacobius. Hij wilde haar zó graag beschermen, maar wist dat zijn liefde tegen het onbegrip van de dorpelingen, ontoereikend was. Zolang ze het verborgen konden houden waren ze veilig, maar hij had gezien, dat zijn vrouw haar kracht niet onder controle had. Daar zouden ze aan moeten werken. Het zoveelste geheim vulde zijn schedeldak. Hij was bang voor de toekomst.
-- weerom dubbele haakjes wegens anders syntax error vergeef--
stemresultatenEnkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.
1. Is het geheim van Jacobius gelijklopend met dat van Amalia?totaal 6 stemmen 2. Misspreekt de kleine Micah zich tegen de dorpelingen?totaal 6 stemmen
|