< terug
kleurlingen verdwaald op een berg...4
De drie dorpen in de kloof zouden zich 2 dagen opsluiten in hun halve maan, aan de voet van de Muur. Net zoals de andere dorpen, was hun eigen dorp gebouwd in een grote nis in de wand.
De Muur was een gigantische bergwand die oprees uit het landschap. Hij was loodrecht, een immense rots die tot aan de hemel reikte. Niemand, behalve Soras en hijzelf, had ooit de top bereikt. Van beneden gezien leek de Muur eindeloos.
Mensen kwamen uit de velden, dreven snel het vee bij elkaar en keken nu en dan omhoog, naar de bergkam waarachter de zee lag.
Er werd nog luider geschreeuwd toen de eerste druppels over de bergen raakten. Binnen enkele tellen zou het dorp de hele woede van de storm over zich heen krijgen.
Zoveel geweld door zo'n smalle kloof zorgde voor de nodige paniek en vernieling.
Vorig jaar waren drie mensen omgekomen. Met huis en al waren ze in de baai verdwenen en nooit meer teruggezien.
Råvin keek toe hoe ze de houten wanden voor de nis schoven. Nu waren ze compleet afgesloten van al de andere mensen. Een enorm gevoel van verlatenheid kroop over zijn rug en bezorgde hem een rilling.
Hij ontstak de tweede enorme vuurkof. Weldra zou de vallei gehuld zijn in de groene duisternis van de storm en de vuren zouden het enige lichtpuntje zijn. Mochten er nog mensen buiten zijn, dan waren de vuren een richtpunt.
Aan de andere kant van de baai, aan de kant van het dorp, werden eveneens vier grote vuren aangestoken.
Algauw branden er rond het gigantische meer acht grote vuren.
'We moeten terug! Råvin , we moeten schuilen of…' Soras dook in elkaar toen een boom het krakend begaf en met een angstaanjagend geluid tegen de grond ging. In zijn val sleurde de gigant tientallen kleinere bomen met zich mee. Het hout kreunde, het bos jammerde in het natuurgeweld.
Soras en Råvin renden gebukt weg, zigzaggend tussen de rollende keien. Het pad was een hard stromende beek geworden die alles meesleurde in zijn weg omlaag.
De regen maakte plaats voor hagelstenen.
Råvin vloekte en probeerde zich te oriënteren. Hij zag niets meer. Het anders zo vriendelijke Woud was een vijandige plek geworden.
Ergens voor hem floot Soras scherp op zijn vingers en Råvin volgde het geluid blind. Hij duikelde één van de grotten binnen die dienstdeden als schuilplaatsen.
'Wauw!' Soras joelde uitgelaten en deed zijn lange jas uit. Het water liep in beekjes van het soepele leer.
'Woehoe!' Soras stond in de ingang, zijn tenen rond de rand gekruld. Hij wipte geschrokken op toen er enkele brokstukken uit de rots werden geslagen en voor zijn neus naar beneden donderden. Ongelovig keek hij Råvin aan. 'Heb je dat gezien, Råvin ?' De bliksems volgden elkaar in een razendsnel tempo op.
Råvin grijnsde, schudde zich uit als een hond en hing zijn doorweekte mantel aan een haak. Er onder stond er een mand met droog hout, gedroogd gras en een vuursteen. Er stonden lampen en drie vuurpotten en een kist met bier en gedroogd vlees.
Genoeg om er enkele dagen comfortabel door te brengen. Om het noodweer uit te zitten en zich enkele dagen op vakantie te voelen.
feedback van andere lezers- ivo
ook wel leuk om lezen - vooral om wat er niet staat :)
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen. Totale score: 4Uitstekend: 2 stem(men), 100%Goed: 0 stem(men), 0%Niet goed: 0 stem(men), 0%totaal 2 stem(men)
|