writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

kleurlingen verdwaald...7

door catharina

( Beste, alles kan. Op onze zwerftochten vonden wij plots, zomaar uit het niets, het bord ' beware of the bull'. Het is behoorlijk slecht voor de tikker als de stier in kwestie eerst niet aanwezig lijkt, maar dan zagen we hem. een kolos van een beest. En pech voor ons: hij had ons ook gezien. Nog nooit stak ik zo behoedzaam een weide over...Ook de hondjes waren er. Minder bloeddorstig. Eén en al kwispel eigenlijk...)
En nu mag u, als u wilt, gewoon weer verder...

Ravin tuurde piekerend in de vlammen. In gedachten overliep hij de lessen die hij in de loop van zijn korte leventje had geleerd. Datgene wat ze leerden op de school. Of terwijl hij en Soras door de bossen zwierven.
Er woonden moordzuchtige dingen in de bossen rond de Kloof. Het gebied was al zo lang afgesloten dat Råvin niet eens wist of dat de rest van de wereld nog bestond. Of er eigenlijk wel een rest was. Volgens de legendes eindige de wereld na de bergen, die je bij een heldere dag kon zien als je op de Troon stond. In mist en nevel gehulde bergen. Met eeuwige sneeuw op de toppen. Tussen de Troon en die bergen lagen er niets anders dan bossen, weilanden en twee rivieren. Erna was er niet. Leegte.
Råvin kende zijn Berg en zijn gevaren. Hij was er mee opgegroeid.
De gewone gevaren, zoals een beer of de gigantische herten die nu en dan last hadden van territoriumdrang. Maar ook de andere.
De Roofhonden in het Noorden.
Enorme witte beesten, volgens de verhalen hadden Hen in Kleur de dieren losgelaten in de Bossen. Ze leefden in een moordzuchtige roedel en stroopten hele lappen bos gewoon leeg. Ellendige misbaksels.
Ze hadden de slechte gewoonte om niet los te laten, eenmaal ze hun tanden in een prooi hadden gezet en ze gingen nooit een gevecht uit de weg. Het waren op en top bloeddorstige creaties en Råvin had slechts één maal de twijfelachtige eer gehad om te mogen rennen als een zot met die jankende meute op zijn hielen. Een unieke, erg beangstigende ervaring: opgejaagd worden.
Dan was er De Baas en zijn kudde in het Westen. De stier was gigantisch en pinde iedereen die het waagde om zijn domein te betreden aan één van de bomen. Zelfs zijn koeien stonden agressief. Ze hadden hun grond in lagere gebieden. De grote lappen grond waar geen bomen groeiden. Oases van gras in een zee van stammen. Maar nu en dan trok de kudde weg, van grasland naar grasland. Doorheen de bossen. De stier was legendarisch. Volgens de verhalen leefde hij al honderden jaren, zwierf hij door de bossen op zoek naar iets om te vertrappel.
Ooit was de kudde van De Baas door de kloof gedonderd. Zeven mensen hadden ze vertrappeld en een spoor van vernieling aangelegd. Ze waren niet rond de huizen gegaan, maar er dwars door. Het was voer voor straffe verhalen rond de vuren.
Soras en hij hadden de Baas al meerdere malen in de ogen gekeken. In die loerende oogjes die hen venijnig keurden. Iedere ontmoeting hadden ze maar nipt overleefd. Eenmaal was het zo erg geweest dat hij met Soras naar beneden had moeten gaan. Of anders had zijn gezel het niet gered.
Nu waren ze veel meer op hun hoede, kenden ze de route van de enorme kudde en ontweken ze de dieren zoveel mogelijk. Er was niets dappers aan vertrappeld worden door een rund.
De Baas in het Westen en de Rimpelhuiden bij regenweer.
Ze hadden geen naam, alleen die vage, rake beschrijving die doorheen de ontmoetingen gewoon een begrip was geworden. Råvin had altijd gedacht dat het mensen waren, een verloren volk dat leefde in de altijd druipende grotten onder de meren. Hij had er, toen hij klein was, medelijden, mee gehad. Maar dit was niet lang blijven hangen. Het idee dat het mensen waren, of ooit mensen waren geweest had hij al jaren verworpen.
Ze klommen uit het water na zware regenval. Op die typische, onhandige manier van hen. Hun huid zo dik en rimpelig door de constante aanwezigheid van water. Ze woonden niet in de grotten, die gebruikten ze alleen maar als wandelgangen. Ze woonden in de tientallen kleine meertjes die tussen de bergen lagen. Op de zompige bodems. Bij zware regenval werden de meren verbonden omdat alles onder water stond. En dan kropen ze uit hun koude, zwarte wereld en scharrelden over de wereld die de hunne niet was, op zoek naar vlees om hun voorraadkamer aan te vullen...

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    ja, watte - het is net het beginvers in Genesis, in de beginnen was er wanorde - oeps ik heb zeven keren moeten lezen om de draad vast te houden en nog was die soms te snel weg - vlug eventjes een knoopje crosteren en zorgen dat ik bij de les blijf, het gaat zo snel en met zoveel nieuwe feiten en gegevens, pfff ik ben er helemaal ondersteboven van - maar juist dit nodigt wel uit :)
    catharina: hallo, bij mijn weten deed Genesis het goed als boek...dus misschien komt het nog een beetje goed met mij :). Sorry voor de overdaad aan info. Maar het komt allemaal pas. Mijn mama las het hele verhaaltje met een kritisch oog ( typisch). En kon perfect volgen eenmaal deel 1 over was...dus het komt ook goed met u. Hozee!
  • doolhoofd
    Let maar niet op wat ivo zegt, hij wordt een dagje ouder. ;)
    catharina: Wel dan voel ik me toch een beetje vereerd...en een tikkeltje nerveus.
  • warket
    "De Baas", wie is dat?
    catharina: hallo. De Baas ( met welverdiende hoofdletter) is de naam van een Stier ( eveneens hoofdletter). Voor u niets meer dan 4 lijntjes op uw scherm, maar ik zag dat beest in levende lijve en geloof me...hij verdiende die titel :).
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 5

Uitstekend: 2 stem(men), 67%
Goed: 1 stem(men), 33%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 3 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .