Volg ons op facebook
|
< terug
Bij deze de echte 16, want de vorige was een insluiper...
Råvin haastte zich naar het vuur, beschermde de vlammen terwijl hij de geluiden van de worsteling probeerde te plaatsen. Soras vloekte, plantte zijn mes ergens in en trok het met een zuigend geluid weer los. Råvin greep zijn bijl maar durfde zich niet in het gevecht te mengen uit vrees zijn vriend te raken.
Het vuur pakte eindelijk aan.
Tientallen grijze, vochtige gestalten stonden met gebogen O-benen verspreid in de grot. Råvin slikte een akelige smaak weg.
Hoelang hadden ze daar gestaan terwijl ze lagen te slapen?
Terwijl hij in slaap gevallen was?
Hij had gedacht dat het gevaar zich in de grot bevond, nog nooit hadden Rimpelhuiden zo hoog geklommen.
Twee van de gedrochten stonden over de kleurlingen gebogen, met glinsterde lichte ogen, met veel te lange, bleke wimpers. Hun benige, grijze vingers krioelden nerveus over de twee Kleurlingen. De twee staarden terug, met grote ogen en lijkbleke gezichten. Ze hadden elkaars handen stevig vast maar waren tot niets anders in staat.
'Dit is niet echt,' mompelde de jongen keer op keer terwijl hij verder achteruit schoof, weg van de druppels kwijl die op zijn schouder drupten. ' Dit is absoluut niet echt.'
Råvin schreeuwde en stortte zich op de belagers. Niemand werd onder zijn wacht opgevreten! Hakkend en zwaaiend raakte hij tussen de Kleurlingenpups en de Rimpelhuiden. Hij was vastbesloten stand te houden toen zeven van die dingen tegelijk op hem afkwamen.
Ze waren snel.
Met een glibberige, natte huid. Grijs en dik van het water. Hun mond was te breed voor de ronde gezichten en slechts enkelen hadden losse plukken geel haar die plat tegen een grijze schedel lagen.
Akelige, vieze dingen.
Ze waren zijn eeuwige nachtmerrie-beeld.
Achter Råvin begon het meisje te gillen. Ze leek eindelijk in te zien dat ze niet wakker zou wakker worden. Ravin draaide zich geschrokken om.
Kinderen in de Kloof leerden van vroeg om nooit, maar dan ook nooit onverwacht te krijsen. Het gegil bracht hem even van stuk. Hij verstarde even, werd omver geduwd door talloze grijpgrage handen en iets zette zijn tanden in zijn schouder. Ravin kon het ding eerder ruiken dan voelen. De geur was enorm.
Hij werd compleet onder de voet gelopen.
'Hé, misbaksel, blijf van hem af!!,' de jongen van de Kleurlingen krabbelde overeind en stampte zo hard tegen één van de monsters dat die met een pafferige zucht tegen de grond ging. Råvin krabbelde overeind, draaide zich snel om en maakte zijn gevangen los.
Nu was er een gezamenlijke vijand. Rimpelhuiden maakten duidelijk geen onderscheid tussen Kleurlingen en gewone mensen, zolang ze maar eten hadden.
'Vecht voor je leven, bescherm het meisje.' Hij deelde een rake klap uit met zijn bijl, duwde de twee tegen de muur zodat ze slechts van één kant belaagd konden worden. ' Zorg dat ze je niet krijgen.' Ravin kende het alternatief.
Die twee duidelijk niet, maar het was overduidelijk dat die Rimpelhuiden voor hen een grotere bedreiging vormden dan Soras en Ravin.
De jongen knikte kort en legde zijn arm om het meisje. Ravin bleef voor hen staan en probeerde zijn vriend te vinden in de heersende chaos van rondscharrelende lijven.
'Soras!'
'Ja!' Het antwoord kwam nogal hijgerig en gejaagd, maar hij antwoordde. Niemand had dus zijn strot doorgebeten.
'Hou je het?'
'Ja…ooo, man…' Soras stuikte in elkaar toen één van de Rimpelhuiden op zijn rug sprong en hard aan zijn haar trok. Eenmaal op zijn knieën, leken ze zich allemaal op hem te storten.
'Soras!!' Råvin greep een tak uit het vuur en stormde naar voor. De Rimpelhuiden kresen en scharrelden achteruit.
Råvin stak zijn arm uit, trok Soras overeind en duwde hem naar de muur. Råvin keek van zijn fakkel naar de terugdeinzende figuren. Bij alle Goden. Hij had zin om te lachen. Waarom had niemand er eerder aan gedacht?
Ze woonden in een donkere wereld. Hun ogen waren geen licht gewoon! Ravin joelde triomfantelijk en stak meer takken in het vuur.
'Ze zijn bang van licht, ze zijn bang van het licht…' hij zwaaide met zijn tak als er ene ook maar durfde bewegen. ' Steek alle kaarsen aan.' Hij draaide zich snel om en wees naar Jonas. ' Luister je niet? Steek al die kaarsen aan of we halen het niet!'
Vanuit het dal schalde de hoorn. Het diepe , gonzende geluid werd meegedragen door de wind. De Zwervers van het Oostelijke dorp trotseerden de regen en kwamen hen tegemoet.
'Stand houden. Ze komen.' Råvin raakte buiten adem. Hij wierp een snelle blik, bezorgde blik op zijn vriend, die nog bezig was de schade op te meten. Hij plukte een losgeraakte tand uit zijn mouw en kegelde die weg. De afkeer op zijn gezicht was enorm.
'Soras?'
'Ik ben ok.' Het klonk een beetje ademloos maar hij verscheen al snel naast Råvin , een fakkel in zijn ene hand, zijn mes in zijn andere. Zijn ogen gloeiden van opwinding en Råvin grijnsde terug.
Hij bruiste van energie, opgefokt en helemaal in zijn sas. Hij draaide kleine kringetjes met zijn bijl, wachtend op Het Moment.
Er lagen vijf roerloze gedaantes op de grond en de anderen grauwden en slurpten maar leken geen besluit te kunnen nemen.
'Ze vallen aan, Råvin , wees voorbereid. Wij zijn hun enige maaltijd. Dat wint van hun angst.' Soras zette zich schrap. Råvin ademde diep in.
Hij zou niet eindigen als visvoer.
Hij zou geen wintervoorraad worden.
De hoorn naderde hoorbaar. Gewoon volhouden tot de anderen er waren.
Meer moesten ze niet doen.
Hoe moeilijk kon het zijn?
feedback van andere lezers- ivo
grappig en goed geschreven - leuk om volgen :) catharina: Dit is dus zowat het streefdoel van ieder verhaalverzinnend brein, is het niet? Ik dank u zeer!!!
Het wordt niet de nieuwe twiglight ( wat ik n goede zaak vind) maar ik ben blij dat u wilt volgen...wauw. - doolhoofd
HAK de bijl erin! catharina: Het is maar een woord ( of drie.) Zo nu en dan moet er eens iets sneuvelen, vooral in vredevolle kersttijden...
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen. Totale score: 4Uitstekend: 2 stem(men), 100%Goed: 0 stem(men), 0%Niet goed: 0 stem(men), 0%totaal 2 stem(men)
|