Volg ons op facebook
|
< terug
Liefde is fysica
Ik lag goed in de markt, vooral bij lieve jongens, maar helaas was het nooit wederzijds. Hoe liever ze waren, des te sneller ik er op af knapte. Mijn moeder maakte ik wanhopig. Ik wees de ene ideale schoonzoon na de andere af. Het gevoel verliefd te zijn kende ik niet. Ik was dan ook stomverbaasd toen ik mijn eerste jaar als leerkracht ik als een blok voor een oudere collega viel. De Stelt was zijn bijnaam. Hij had lange benen, maar een kort bovenlijf. Brede schouders en een smalle taille. Geen buik, wat uitzonderlijk was voor een man van zijn leeftijd. Fysica gaf hij. De andere leerkrachten vond hem excentriek, maar zeer professioneel. De leerlingen vonden hem indrukwekkend, maar een terrorist. Voor die mening viel wel wat te zeggen.
Bij het belsignaal moesten zijn leerlingen niet verzamelen op de speelplaats. Hij kwam ze niet halen. Ze moesten bij het belsignaal al aan de deur van het fysicalokaal staan. Het enige lokaal op de derde verdieping dat nog in gebruik was. Hij gaf les zonder cursus en zonder handboek. In het begin van het schooljaar moesten de leerlingen een groot schrift aanschaffen. Alle leerstof bracht hij met krijt aan het bord. Ze hadden maar te noteren. Op het einde van het schooljaar controleerde hij al die schriften op netheid. Als je schrift hem niet beviel, kon je van voor af aan herbeginnen.
Zijn evaluatiesysteem was berucht. De leerlingen kregen drie vragen op een voorgedrukt blad. Op dat blad mochten ze niet schrijven. De antwoorden moesten ze op een apart papier formuleren. Dat deden zij met een typemachine. Zijn lokaal was voorzien van vijfentwintig typemachines. Het onderhoud van die museumstukken nam hij voor eigen rekening. De vloer dweilde hij ook zelf. Lokaal 301 was eenvoudigweg zijn persoonlijk territorium. Volgens de leerlingen bakende hij zijn territorium moedwillig af met zijn eigen lijfgeur. Ook daar school een kern van waarheid in. Halverwege de trap naar de derde verdieping, rook je hem al. Een sterke, zoutige lijfgeur. Misschien kwam het doordat hij met de fiets naar school kwam. Misschien waste hij zich inderdaad niet zo heel erg vaak. Mij stoorde het niet, het wond me zelfs een beetje op. Hij rook zo schaamteloos animaal. Zo echt mannelijk. Hij verborg zich niet achter een chemisch rookgordijn.
Contact leggen was niet makkelijk. Hij kwam nooit uit dat lokaal. Zelfs niet om te eten. Eigenlijk zag ik hem alleen op personeelsvergaderingen en op klassenraden. Op klassenraden was hij trouwens opvallend begaan met de leerlingen. Hij bewees ook dat hij een scherp observator was. Van alle leerlingen had hij een scherpe analyse klaar, puur op basis van hun gedragingen. Iemand die zo'n scherp inzicht in lichaamstaal heeft, die kan niet emotioneel dood zijn, dacht ik bij mezelf. Ik voelde me ook betrapt. Hij had de vlinders in mijn buik vast al opgemerkt.
Een oudere dame die net als ik Aardrijkskunde gaf, wilde mij uit mijn dromen halen. Ik vertelde haar dat hij ondanks zijn reputatie een hart voor de leerlingen leek te hebben. Volgens haar leefde Hugo enkel voor zijn vak. Hij kon alleen lachen als de beste leerling van de klas, maximaal een eindscore van 65 procent haalde en minstens de helft gebuisd was. Ik geloofde er niks van. We hadden dat jaar een tof lerarencorps met veel jonge mensen en een leutige sfeer. Ik kon al voor me zien hoe ik hem zou losweken van zijn lokaal. Hoe hij de klik zou maken met de andere collega's. Hoe wij tussen de lesuren zouden grappen en grollen. Ik zou voor eens en altijd bewijzen dat de Stelt een mens was.
Mijn toenaderingspoging draaide op een sisser uit. Op vrijdag maakte hij steevast zijn lokaal schoon. Dat deed hij heel grondig. Ik had op vrijdag les in het lokaal onder het zijne. Ik kon hem er horen invliegen. Na de bel wachtte ik tot alle leerlingen weg waren om mijn stoute schoenen aan te trekken. Ik klopte aan bij zijn deur en vroeg of ik hem soms kon helpen. Hij staakte even zijn bezigheden om mij vanuit de hoogte aan te kijken. Ik had mij aan veel pijnlijke antwoorden verwacht, maar niet dit. 'Jongedame, ik moet je teleurstellen, je gaat echt geen extra punt scoren door een potje te staan slijmen. Ik kan het wel alleen af.'
Ik ging van schaamte door de grond. Hij zag me voor één van zijn leerlingen aan. Ik draaide me om en maakte dat ik wegkwam. Mijn collega Aardrijkskunde lachte zich een kriek. 'Typisch, de stelt. Ik denk dat hij mij zelfs niet zou herkennen als we elkaar toevallig tegenkwamen op de markt. En we werken hier alle twee al meer dan 20 jaar. De hersenen van de Stelt die verwerken geen menselijke informatie. Die zijn alleen gemaakt voor cijfertjes en starre regeltjes.'
Ik vertelde haar van zijn opmerkelijke analyses van de leerlingen. 'Mijn lieve kind', zei ze, 'de Stelt rammelt al twintig jaar de zelfde 20 analyses van leerlingen af. Doet hij alleen om indruk te maken op de directrice.' Ik protesteerde. 'Zijn opmerkingen over de leerlingen waren echt raak, hoor. Hij kent ze echt.' Ze wilde er niet van weten. 'Ik zweer het je. Hij heeft 20 analyses ingestudeerd die je op eender welke klasgroep kunt toepassen. Wil je bewijzen? Ga naar zijn lokaal. Ze zitten in een groene map.' En inderdaad. In een groene map zaten ze. 20 persoonlijkheidstypes. Zo vaag geformuleerd dat je ze op iedereen kon toepassen.
'Waarom val ik op zo iemand?', vroeg ik aan Hilde, mijn collega. 'Wie zal het zeggen? Er is gewoon geen waarom in de liefde.' Ze deed haar uiterste best om het mapje precies zo te leggen zoals we het gevonden hadden. Mijn oog viel op het bord. Er stond een fysische wet op. 'Een warmer lichaam geeft warmte af aan een kouder lichaam tot beide lichamen even warm zijn'. Ik wees Hilde er op. 'Ja, wat kan ik zeggen, liefde is in zekere zin fysica. Alleen ben jij niet warm genoeg. Je moet bovenmenselijk warm zijn om de Stelt te ontdooien. Weet je, prijs jezelf gelukkig.' Mijn verliefdheid sloeg om. Een hele opluchting. Ik dacht al snel net zo over hem als de leerlingen. Een eenzame ziel die zijn frustraties uitwerkte in zijn schrikbewind. Een terrorist die dringend nood had aan een wasbeurt.
De ideale schoonzonen bleven ondertussen maar voor me vallen. Ik gaf ze meer kansen dan vroeger, maar het resultaat bleef het zelfde. Het lag niet aan hen, ze waren gewoon te warm voor me. Ik bleef op zoek naar mijn ideale koele kikker. Eentje die net koud genoeg was, om samen niet te stikken van de hitte. Maar helaas, in het beste geval draaide de temperatuur van mijn relaties uit op kil herfstweer. Tegenwoordig geef ik mijn teveel aan warmte aan mijn huisdieren, aan vrijwilligerswerk en aan mijn klassen. Single zijn bevalt me. Het is alsof ik zelf de thermostaat kan regelen.
feedback van andere lezers- ivo
Een mens is niet gemaakt om alleen te zijn, het onbewuste, dat reageert zoals een placebo dit ook doet en zorgt dat er voldoende compensatie is voor wat er niet is, maakt dat bepaalde stoffen in het lichaam niet meer drukken, ze zijn met de verschenen gordijnen mee oud geworden. Tot het moment dat het dekseltje weer van het potje kan, omdat er een ander dekseltje is gevonden.
Zoals een frismuntje dat je neus en keel het gevoel geeft wijdopen te staan, komt er een heel gevoel terug.
Ach, de mens die compenseert is vaak op sommige plaatsen ook heel vreemd en zelfs naar, alleen weet die dat zelf niet, de spiegel liegt en anderen kunnen het niet verwoord krijgen, doen zelfs niet de moeite, want daar komt narigheid van. De lange tenen komen dan gekruld uit de schoenen, en dan is het hek van de dam. De vriendschap en de relatie die er is, kan ook zonder hierover iets te moeten zeggen.
een heel tof verhaal, goed geschreven, het noopte me zelfs tot deze reflectie ... knap toch pisatelj: lijkt mij haarfijne psychologische analyse, knap, merci! - GoNo2
Goed geschreven! pisatelj: heel erg bedankt! - erinneke
Leuk geschreven pisatelj: Dank je :-)
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen. Totale score: 5Uitstekend: 2 stem(men), 67%Goed: 1 stem(men), 33%Niet goed: 0 stem(men), 0%totaal 3 stem(men)
|