Volg ons op facebook
|
< terug
Een simpel liedje over een dorp...
Terwijl ik luister naar M'n dorp van Wim Sonneveld, één van de mooiste liedjes die ik ken, glijden m'n gedachten onweerstaanbaar af naar m'n eigen herinneringen aan Zeebrugge...
Zeebrugge zal voor altijd gegrift en gekerfd staan in m'n vol met littekens staande ziel. Vanwege de vele mishandelingen die ik als kind moest ondergaan door ouders die het niet waard waren om deze titel te dragen. Het verleden blijft me achtervolgen, hoe zeer ik ook m'n best doe om het ergens te verstoppen in een verre uithoek van m'n geheugen. Maar er zijn zo van die liedjes die het telkens te voorschijn toveren. M'n dorp is er zo eentje van...
Zeebrugge, ik ben er herhaaldelijk terug geweest. Met gemengde gevoelens, mezelf kwellende alsof ik een vat boordevol tegenstrijdigheden was. Ben ik hier ooit gelukkig geweest, vroeg ik me toen af. Nee, thuis in ieder geval niet. Maar onder de klasgenootjes wel, moet ik eerlijk toegeven...Het was dus niet allemaal kommer en kwel...
Ik sta voor de deur van het boerderijtje waar ik een deel van m'n jeugd doorgebracht heb. Hebben we hier echt geleefd met twee volwassenen en vijf kinderen? Het lijkt me zo klein als ik het nu zie. De boerderij, die naast de onze lag, is omgetoverd tot een riante villa. De peren- en appelbomen staan er nog, de gracht tussen onze boerderijen ligt er ook nog. Maar ik hoor geen geloei en geblaat meer. Het is er nu even stil als op een kerkhof. Het staat te koop...
Hoe zou hun leven verlopen zijn, vraag ik me af. Blijkbaar heel anders dan het mijne, gezien de villa die ze hier neergepoot hebben. Maar het was in m'n jeugd al algemeen geweten dat ze er warmpjes inzaten. Vader D.S. boerde goed. Naast de opbrengsten van z'n boerderij had hij ook nog inkomsten uit z'n schroothandel. Z'n jongste zoon Willy, waarmee ik goed bevriend was omdat het een vrijgevochten jongen was, moet nu even oud zijn als ik. Bijna zestig dus. Zou hij nog steeds die goedlachse jongen van weleer zijn? Of heeft hij ook z'n tegenslagen gekend in 't leven?
Ik vraag aan één van de weinige voorbijgangers hoe het komt dat het te koop staat. De oude man bekijkt me alsof ik een indringer ben die de villa wil kraken. Zeebruggenaars zijn van nature achterdochtig.
Ik leg hem uit dat ik vroeger, in lang vervlogen tijden, in het boerderijtje naast de villa, gewoond heb. Welk jaar, vraagt hij mij. Da"s eventjes nadenken hé? Van 1956 tot 1967, zeg ik hem. Hij duwt z'n klak naar achteren en krabt zich in het weinig overgebleven haar. Da's verdomme lang geleden, heel lang geleden, mompelt hij. En wie ben jij dan, vraagt hij me. De Witte, zegt je dat iets, is m'n antwoord. De Witte? De Witte? Plots zie ik een twinkeling in z'n ogen, een eerste teken van herkenning? Ben jij niet de zoon van ' de schipper', vraagt hij met een kleine aarzeling in z'n stem. Ja, dat ben ik, in hoogsteigen persoon, zeg ik met een glimlach. Dedju, dedju, waar is de tijd gebleven hé?zegt hij. 'k Vraag het me ook af, denk ik opeens. Herken je mij niet, vraagt de man. Nee, ik herken hem niet, in gezichten onthouden ben ik geen krak. Als ik in de spiegel kijk, herken ik mezelf soms niet...
Ik ben de zoon van de kruidenier, de zoon van 't Sparretje. Er gaat mij een lichtje op. De zoon de kruidenier was minstens tien jaar ouder dan ik. Die ging naar 't seminarie in Brugge. Zou en moest pastoor worden. Maar zat meer in de kroegen dan in de mis. Althans dat gerucht deed toen de ronde in de kleine gemeenschap die Zeebrugge toen was. Als men op 't dorpsplein een scheet liet, wisten de notabelen het na vijf minuten al...
Ben jij geen pastoor geworden, vraag ik hem. Weer krabt hij in z'n haar. Voor pastoor was ik niet in de wieg gelegd, er liepen te veel schone meisjes rond. De weg naar heiligheid ligt bezaaid met vleselijke geneugtes en verdorvenheden die een mens van vlees en bloed, zoals ik, een pad in de korf zetten, zegt hij met een knipoog. Ik heb het winkeltje van m'n vader overgenomen en na enkele jaren uitgebouwd tot een echte supermarkt. Een schot in de roos, want er was geen enkele supermarkt in de buurt. Het bestaat nog altijd. M'n zoon en schoondochter baten het nu uit. 't Is wel minder druk dan vroeger. Iedereen heeft een auto en Holland ligt vlak naast de deur. De jaren zeventig, dat waren nog gouden tijden hé?
Ja, dat waren gouden tijden, geef ik volmondig toe. Jullie waren plots verdwenen, zegt hij. Van de ene dag op de andere, stond het hier leeg. Niemand wist waar jullie naar toe waren. Er werd geroddeld dat het iets te maken had met incest, maar de mensen zeggen zo veel hé? Voilà, de vinger wordt op de wonde gelegd, het doet pijn...
Ik verleg z'n aandacht op subtiele wijze naar het begin van de conversatie...
D.S. had toch twee zonen, vraag ik hem. Ja en ook nog een dochter. Een verwend kind, die altijd haar goesting moest krijgen. Maar ze was een nakomertje. De oogappel van haar vader. Ze kreeg altijd haar zin. Haar twee broers werkten zich krom, terwijl zij de mooie madam speelde. 't Was dan ook niet verwonderlijk dat ze in verwachting was toen ze zestien was. Een heel gedoe in de familie. In een kruidenierszaak hoor je meer dan in de biechtstoel, zeg ik altijd. Ze spraken er hier schande van, precies of ze waren allemaal zelf zo'n heiligen. Maar het heeft hem niet weerhouden om z'n oude boerderij tot op de grond af te breken en een villa te bouwen. Z'n beesten en de hele mikmak heeft hij verkocht. Alleen de schroothandel bleef nog over. Hij is er nog rijker door geworden, zegt de gewezen kruidenier op een toon die enige afgunst laat doorschemeren. Afgunst en nijd, zijn van alle tijden, denk ik dan...
Maar het staat nu te koop? Ja, al bijna vier jaar; ze vragen te veel, denk ik. Bijna twee miljoen is een pak geld hé? Twee miljoen? Da's weinig, zeg ik, in Antwerpen koop je daar alleen een garagebox voor. En dan nog ene zonder poort erin. Hij kijkt me aan alsof ik van een andere planeet kom...Een beetje overdrijven mag toch als ingezetene van de grootste en mooiste stad van Vlaanderen?
Dat boerderijtje van jullie is geklasseerd als dorpsgezicht, 't is lange tijd een restaurantje geweest. En aan de overkant was het een café. Daar woonden pépé en mémé, zeg ik hem. Eigenaardig dat ik zonder blikken en blozen mij terug hun taalgebruik eigen maak. Alsof ik hier nooit ben weggegaan. Ha ja, da's juist, die van Gent is het niet?Z'n geheugen is verdomme beter dan het mijne moet ik constateren...
Ik weet nog altijd niet waar m'n vroegere buren gebleven zijn. De Mercedes van m'n vriendin glijdt de straat in. Ze claxonneert, ik moet vertrekken. Je hebt ook niet slecht geboerd zo te zien, zegt de ex-kruidenier die geen pastoor wilde worden. Nee, 'k ben rijk geworden door de verkoop van tweedehands wagens, lieg ik er op los. Hij moest eens weten dat ik zelfs geen nagel heb om aan m'n gat te krabben. Maar zegt het spreekwoord niet dat schijn bedriegt? M'n zogenaamde vriendin is lesbisch en ken ik nog van in de tijd toen ik nog op Wereldmissiehulp werkte. Ik heb moeite gedaan om van haar een hetero te maken, maar 't is hopeloos. Ze fladdert van de ene relatie naar de andere, op zoek naar de ware. Telkens komt ze uithuilen bij mij, na de zoveelste uitschuiver. Maar soms doe ik hetzelfde, moet kunnen hé? Met als antwoord dat ik dan maar voor de venten moet worden. We zijn vrienden, dus mag zij dat zeggen...
Een simpel liedje over een dorp, meer moet dat niet zijn hé?
©GoNo
feedback van andere lezers- Michelly
Triestig en mooi, dat kan allemaal gelijktijdig hé. En inderdaad, dat kan een liedje, een geur, een geluid met je doen, je totaal terugwerpen op het verleden, t.t.z. je jeugd en dat is niet altijd om vrolijk van te worden.
Goed en vlot geschreven en leest daardoor heel gemakkelijk. GoNo2: Dank u wel! - pieter
Noël,
Een intrigerend verhaal. Je vroege levensgeschiedenis goed verpakt. Vervolgens ga je soepel over naar het heden.
Ik bespeur een aantal taalkundige foutjes. Als iemand wat zegt, zet dat dan tussen '....' . Dat maakt het overzichtelijker. Dan krijg je ook beter een scheiding tussen wat er feitelijk gezegd wordt en wat er gedacht wordt. Op de een of andere manier maakt dat het spannender.
Vriendelijke groet,
Pieter. GoNo2: Dank u wel! - andremoortgat
Tekst en muziek van Wim S.
of Gono ?
Stemmig
GoNo2: Dank u wel! - danvoieanne
Een mooi verhaal over een dorp
om te lezen
meer moet dat niet zijn :-) GoNo2: Dank u wel!
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen. Totale score: 7Uitstekend: 3 stem(men), 75%Goed: 1 stem(men), 25%Niet goed: 0 stem(men), 0%totaal 4 stem(men)
|