Volg ons op facebook
|
< terug
Van een zatte buurman en een even zatte bompa...
M'n buurman is weer eens straalbezopen. Rijdt nu met een fiets, 't Is de moeite waard om hem bezig te zien. Neemt een bocht van negentig graden en rijdt pardoes tegen het stenen muurtje dat de afscheiding vormt tussen de appartementsgebouwen. Ik heb in m'n leven nog nooit zulke perfecte salto gezien. Als ik goed geteld heb, was het een driedubbele met schroef. Hij belandt netjes in het grasperk dat z'n val enigszins breekt. Een geluk voor hem en het gras dat dringend afgedaan moet worden, kan er tegen...
Ik hoor hem tot boven roepen en tieren. De Marokkaanse vraagt of hij zich pijn gedaan heeft, maar krijgt als antwoord dat ze beter een bikini zou aandoen. Vroeg of laat krijgt hij de hele Marokkaanse gemeenschap eens op bezoek. Ik weet, uit goeie bron, dat hij al eens een pak slaag gekregen heeft van een Albanese buitenwipper. Toen hebben we hem een maandje niet meer gezien. 't Was 's nachts stil in de straat, overdag ook!
Z'n voorwiel staat paraplu. Ik wil ' blijven oefenen' naar hem roepen, maar besluit wijselijk m'n grote bek te houden. 'k Heb geen zin om m'n brievenbus vol met drollen te vinden. Dat heeft hij gelapt bij z'n onderbuur. De man heeft hem op heterdaad betrapt, alles gefilmd met z'n mobieltje. Denk je dat de politie hier iets mee gedaan heeft? Welnee, drollen in een brievenbus zijn geen prioriteit. Je zult het maar meemaken, denk ik dan...
Als hij nuchter is doet hij geen vlieg kwaad, echt waar. Gedienstig en vriendelijk. Maar als hij gedronken heeft, is iedereen z'n vijand. Altijd op zoek naar ruzie. Een gespleten persoonlijkheid als het ware. Heeft ooit geprobeerd mij uit m'n tent te lokken, juist op 't moment dat ik aan het vaatje bier hing. Kriek in mijn geval. Moet je niet doen, komt niet goed. Wat ik hem ook zei. Kom eens naar beneden, verzopen kalf, riep hij me vol liefde toe. Kom jij naar boven, was m'n antwoord, 't is even ver, stuk onbenul. Drie verdiepingen hoog met een draaitrap, zag hij waarschijnlijk niet zitten, want hij kwam niet. 'k Had nochtans een emmer met fris water klaargezet, kwestie van hem enige verkoeling aan te bieden. Sedertdien heb ik weinig of geen last meer gehad van hem, de reden weet ik ook niet...
Graag zou ik hem beter leren kennen, maar er valt geen gesprek met hem aan te knopen. Ook niet als hij nuchter is. Ik heb het een keer geprobeerd. Als hij voelt dat het gesprek de verkeerde richting uit gaat, maakt hij zich uit de voeten. M'n nieuwsgierigheid naar de achterliggende reden van z'n gezuip blijft dus op haar honger. Als ik zuip, wat nog zelden gebeurt, we spreken dan van een tiental Kiekjes ( 't kunnen er ook meer zijn ), hou ik mezelf voor dat het is uit pure ellende. De wereld begrijpt me niet en ik haar nog minder. Dan denk ik aan vroeger, aan m'n jeugd, aan m'n familie die mij vergeten zijn...
Misschien heeft hij dezelfde problemen als ik, wie zal het zeggen hé? Hij alvast niet. Morgen wordt hij wakker met een verwrongen voorwiel, zich afvragende hoe dat nu weer komt. Om nog maar te zwijgen van die buil op z'n voorhoofd. Misschien is hij wel aan 't oefenen voor de Ronde van Frankrijk? Valpartijen zijn schering en inslag in die rondes toch? Ik moet eerlijk toegeven dat ik toch wel genoten heb van z'n performance. Pure kunst dat vliegwerk. Er is nog een klein beetje werk aan, maar oefening baart kunst, zei mijn bompa altijd. Mijne bomma zei dat ook, maar dat sloeg op iets anders. Hoe die twee kindjes gemaakt hebben, is me nog steeds een raadsel. Bompa lustte ze ook graag, verstopte overal z'n flesjes bier. Tot in de pendule toe. Wat dan weer tot gevolg had dat het beestje stil viel en bomma erachter kwam wat de reden was. Groot lawaai en ruzie in de intieme kring van bompa. De kelder was zijn domein, daar mocht niemand niet in, behalve m'n broer. Ik en bomma zijn er toch binnen geraakt, de deur naar z'n werkkot in de kelder stond open en bompa zat z'n darmen leeg te maken op 't wc. Waar anders hé? Kom zei bomma tegen mij, 't is nu of nooit. 't Was nu dus! Wij met z'n tweetjes de keldertrap af. Bomma ontplofte bijna bij het zien van al dat leeggoed. Overal lagen lege flesjes van Stella. Om nog maar te zwijgen van de lege flessen sterke drank. Maken dat ik hier weg ben, onweer op komst, was m'n conclusie. We gingen terug naar boven, zoals we gekomen waren. In stilte dus. Ik gaf bomma een kus en zei dat ik op tijd thuis moest zijn. Niets ervan, zei ze, je bent m'n getuige. Ze duwde me met vaste hand in de zetel. Daar zat ik met de gebakken peren. 't Waren conferences. Sappige dat wel...
Bompa, zich van geen kwaad bewust, vroeg of de koffie al klaar was. Moet ge nuchter worden, misschien, was het antwoord van bomma. Gaat ge een café in uw werkkot beginnen, vroeg ze aan bompa. Bompa werd eerst rood en dan bleek. Om vervolgens groen uit te slaan omdat ze het lef had om op z'n domein te komen. Dat was tegen de afspraken die in een goed huwelijk voor de verstandhouding zorgen. Mathilde, zo heette m'n bomma en zo staat het ook op haar grafsteen, dus zal het wel juist zijn, veronderstel ik toch, Mathilde zei hij, dat komt allemaal van de vuilkar. Ik hou die lege flesjes bij om in te wisselen voor 't statiegeld. Dat brengt nog iets op tegenwoordig, oud ijzer en papier ook. Koper brengt het meeste op. Zeg dat het niet waar is, zei m'n bomma met overslaande stem, ik ben verdomme getrouwd met een voddenkoopman. En die lege flessen van sterke drank? Krijgt ge daar ook geld voor, vroeg ze smalend. Ja, die gaan naar een vriend van mij, die vult die met zelfgestookte alcohol en verkoopt die aan de cafés. Zouden die verhalen van tijdens de oorlog dan toch waar zijn, vroeg ik me af. Bompa kon verhalen vertellen die zo onwaarschijnlijk waren dat ze wel echt gebeurd moesten zijn. Hoe hij, onder de neus van de Duitsers, kolen en patatten pikte. Waar in Gent toen de doodstraf opstond. Maar hij werkte aan 't stad en sprak een aardig mondje Duits. Kende verschillende hoge officieren van de Wehrmacht, die altijd wel op zoek waren naar voordelige zaakjes. Corruptie is van alle tijden, denk ik dan...
Ik zag de twijfel in bomma's ogen. Bompa keek me aan alsof hij steun verwachtte uit m'n hoek. Gezien ik de boekenwurm was in de familie, moest ik zeker op de hoogte zijn van de rijkdom die achtergelaten lege flesjes konden opbrengen. Ik besloot hem een beetje te helpen en hem volmondig te steunen. Je weet maar nooit waar het later goed voor kon zijn hé? Dus bracht ik hem de volgende dagen al het leeggoed dat ik maar te pakken kon krijgen. 't Was voor een goed doel, maakte ik mezelf wijs. Ik was toen nog bij de Vrijzinnige Scouts, aan helpende handen geen gebrek dus. Bompa zag het met lede ogen aan en kon niet anders dan al dat leeggoed in z'n werkkot op te stapelen. 't Is al welletjes, siste hij me toe, als ge niet stopt met dat gedoe kunt ge wat muilperen krijgen, hebt ge me verstaan? Eerlijk delen hé bompa, als ge al dat leeggoed inwisselt zijt ge rijk, zei ik met een grijnslachje wetende dat bomma mee aan 't luisteren was...
Twee maanden later kwam er een einde aan z'n lijdensweg. Ze gingen terug verhuizen naar Gent. M'n moeder ook want die had een nieuwe minnaar leren kennen. Ene uit Antwerpen. Maar da's een ander verhaal...
Wat hij met al dat geld gedaan heeft, weet ik niet. 'k Heb er niets van gezien. De scouts nog minder, denk ik. Mijne bompa, zo maken ze er geen meer, denk ik dan...
©GoNo
feedback van andere lezers- danvoieanne
leuk geschreven en graag komen lezen.... GoNo2: Dank u! - andremoortgat
Proficiat met je aanhoudend inzenden
Weer een mooi nostalgisch werkje GoNo2: Dank u!
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen. Totale score: 4Uitstekend: 2 stem(men), 100%Goed: 0 stem(men), 0%Niet goed: 0 stem(men), 0%totaal 2 stem(men)
|