Volg ons op facebook
|
< terug
Maneki Neko
Hoofdstuk 47
Niemand was zo dankbaar voor een staalblauwe hemel dan Janina. Er bestond dan toch goed na alle ellende. Samen met haar man stond ze op de plaats des onheil. Ze kon het niet vatten. Als men haar vertelde dan een meteoriet op het rusthuis gevallen was, zou ze het ondermeer aannemen. De uithoeken staken als speren omhoog. Rechts leunde de brandtrap tegen een betonnenzuil. Links was alles op de keuken na weggevaagd. Ondanks dat de zon haar huid kuste, rilde ze. Ze voelde de sterke hand van Norbert op haar schouder. Flarden van herinneringen, vaag vechtende katten en uiensoep. De briefomslag met medische gegevens. Het was allemaal warrig en onwezenlijk. Waarom? Oude mensen die geen vlieg kwaad deden. Onbegrijpelijk. Wat haar nog het meest voor de borst stuitte, was de wederopbouw. Twee gigantische kranen en dito vrachtwagens druk met de afbraak. Kon dat echt niet wachten? De meeste slachtoffers waren niet eens begraven. Ze had in alle opzichten tekort geschoten.
"Vechten stond vroeger ook niet in je woordenboek. Je liet je zoon met rust voor de lieve vrede al wist je donders goed dat hij met de verkeerde lui optrok."
Toch had ze hoop. Vier bewoners hadden het overleefd. Drie lagen in het ziekenhuis en van Roy geen spoor. In zijn kamer had de brandweer geen lijk ontdekt en zij kon getuigen dat ze hem levend en wel gezien had. Het enige lichtpuntje waaruit iets goed kon groeien. Thuis lag de nieuwe bruine briefomslag op haar te wachten. Ze twijfelde echter of het zinvol was de inhoud ervan te lezen. Ze ging immers met pensioen. De bevindingen waren altijd deelbaar in het belang van Roy, vond ze. Als ze alles bij elkaar optelde, kwam ze tot de slotsom dat ze niet alleen te kort geschoten had. Ze waren met z'n allen altijd druk met duizend en één dingen, zodat het belangrijkste op het achterplan viel. De zorg voor hun bejaarde. Alles voor het geld, niets voor de betalers. Waardoor ze zelden zagen wat ze dienden te zien. De mensen achter hun loon!
"Ik wil naar huis," zei ze waarna de rolstoel in beweging kwam.
"Ga je naar het memoriaal?"
"Weet ik nog niet."
Het was de waarheid. Ze had nog geen besluit genomen. Norbert plukte haar uit de rolstoel en hielp haar in de auto.
"Dit is echt liefdevolle zorg," dacht ze maar hield haar mond. Ze had geen behoefte aan zijn kwinkslagen noch zottigheid.
"Ik ga een hapje eten? Wat jij?" vroeg Norbert nadat hij achter het stuur had plaatsgenomen.
"Hm."
"Janinneke, de muizen vallen dood in de ijskast!"
Ze knikte begripvol. Een klein detail waaraan ze niet had gedacht. Norbert was de bovenste beste kerel maar koken kon hij niet.
"Het is goed," stemde ze toe.
Waarom had ze die detailzorg niet bij Roy toegepast? De man liep er sjofel bij, leefde van het O.C.M.W, maar kwam na iedere vakantie terug met een gouden ring extra. Het viel op en toch had ze nagelaten te informeren naar het hoe en wat. Klaarblijkelijk had het niemand invraag gesteld. Had de dood van haar zoon zo'n grote impact op haar manier van werken gehad? Ze kweet het daaraan maar was er niet van overtuigd. Tijdens het eten bleven een aantal oude spookbeelden door haar gedachte dwalen, waardoor ze na een paar happen het bord van zich af schoof.
"Als je niet zo affectief arm gehandeld had, was je kind met zij noden en zorgen naar je toe gekomen. Hij was twintig en niet een van je oudjes."
Een erg pijnlijke gedachte en vaststelling, maar wel een terechte. Ze was van nature afstandelijk en affectiearm. Het werd later in haar opleiding tot geriatrische zorgkundige een zegen. Empathie was goed tot een zekere grens. Emotionele betrokkenheid maakte het verzorgen van oude mensen een hel. Dat hield geen zinnig mens vol.
"Vindt je me afstandelijk," vroeg ze haar man die rechtstond met in zijn handen een kom met aardappelpuree.
"Hm, ik ga puree bijvragen want deze is steenkoud," en weg was ie. Typisch Norbert. Een diepzinnig gesprek met hem was niet onmogelijk zolang ze op zijn terrein bleef. Eens ze begon over haar eigen werkzaamheden of levensvragen, klapte haar man dicht. Als ze erover nadacht was een oprecht gesprek al veel langer onmogelijk. De kloof van de dood. Ze was diep en onoverbrugbaar. Niets in deze wereld bracht haar kind terug noch de harmonie in haar huwelijk.
"Genoeg, dat had gesmaakt."
"Hello stranger," een enge gedachte maar ze leunde tegen de gulden middenweg van de waarheid. Ze waren sinds de dood van Peter van elkaar vervreemd.
"Je ziet er afgepeigerd uit. Tijd voor je bed."
Zonder een antwoord af te wachten, reed Norbert haar het restaurant uit. Tien minuten later parkeerde haar man de Cobra in de garage. Plukte haar uit de wagen alsof ze een klein kind was.
"Sofa of bed?"
"Sofa. Lekker televisie kijken."
"Doe maar. Ik rij even langs de Renault dealer."
"Moet dat absoluut vandaag?"
"Yep, als jij snel een nieuw karretje wil toch. De wachttijden lopen al gauw op tot een half jaar."
Ze zuchtte en liet los. Wat voor nut had het!?
"Norbert wacht!," schreeuwde ze en op de achtergrond sloeg de motor aan. Maar niet die van de Cobra. Als ze er goed en wel bij nadacht, had ze helemaal geen andere wagen nodig. Dan voldeed de Cobra perfect aan haar noden. Haar van punt A naar punt B brengen liefst droog als het nat was en warm als het stenen uit de grond vroor. Bovendien had ze haar zoon voor een stuk weer dagelijks bij zich. Hij had zich de pleuris gewerkt voor die wagen. De hele buurt was uitgelopen toen Peter met trots zijn Amerikaans Ford op de inrit parkeerde. Ze zag haar kind stralen van geluk. Norbert druk met zijn fototoestel en zij die enkel oog haar voor haar zoon. Vaag hoorde ze op de achtergrond de deurbel.
"Janin!? Hier staat een melkmuil voor de deur en beweert dat hij rechercheur is."
Weg gelukzalig gevoel. Dag realiteit. Ze was ongewild ingedommeld.
"Heeft de jongen ook gehoord Norbert."
Haar man verdween via een zijdeur naar de garage. Hij kreeg het karakter van een ondeugende kleuter in het lijf van een kwieke zestiger. Hij slaagde er na meer dan dertig jaar in haar in te doen blozen, echter niet van verliefdheid maar van schaamte.
"Kom binnen. Ik ben niet in de mogelijkheid om mij te verplaatsen zonder hulp, en die hulp heeft net de benen genomen."
De jongeman kwam haar bekend en toch kon ze niet duidden waarvan ze hem kende. Hij maakt niet de indruk van een rechercheur, niet zoals zij rechercheurs in gedachten had. Zijn licht gestreept hemd paste perfect met zijn jeansbroek. Ook het zwarte vestje dat hij droeg deed geen afbreuk aan het geheel. De jongen had bijzonder weinig haar en dat fijn ringbaardje maakte hem ouder dan hij waarschijnlijk was.
"Jonathan Linart. Rechercheur zone Midlim," stelde hij zichzelf voor.
Nu wist ze wie hij was en onder welke omstandigheden ze hem had leren kennen. Het triggerde gelijk haar afkeer.
"U weer! De kleinzoon van Ada. Mijn oprecht medeleven bij het verlies van uw grootmoeder," zei ze gemeend, hoewel ze hem liefst de deur gewezen had.
"Dank u. Inderdaad die irritante melkmuil om het met de woorden van uw man te zeggen."
Ze glimlachte verlegen. Norbert en zijn onbeschaamd gedrag. Eerdaags haar overjarig kleuter ook eens aanspreken over wat betaamde en wat niet.
"Wat brengt u hier," vroeg ze timide, want bezoek van de politie betekende zelden goed nieuws.
"Uit onderzoek is gebleken dat er sprake van kwaad opzet is, zodat de explosie van het rusthuis aanschouwd wordt als massamoord. Vermoedelijk iemand intern, die toegang hadden tot alle delen van het rusthuis. Als u denkt aan de hangjongeren, mag u dit idee opbergen. De jongeren zaten tijdens de feiten bij ons voor verhoor."
Hij kuchte en keek haar met een zeker spanning op zijn gelaat aan. Diepe groeven tekende zijn voorhoofd. Werd zij verdacht?
"Onmogelijk. Kan niet. Voor zover ik iedere medewerker ken, weet ik met zekerheid dat niemand zijn job zo haatte om deze gruwel uit te voeren," zei ze overtuigend, dat niemand noch de bewoners hieraan schuldig bevonden konden worden. Of? Al gedroeg Roy zich behoorlijk raar bij momenten, toch was hij een vredelievend mens. Daar was ze getuigen van geweest. Dat ging ze deze rechercheur echter niet aan zijn neus hangen. Dat hij het zelf uitzoekt, daarvoor werkte hij ook bij de recherche. Verwachtte hij echt dat ze namen ging noemen? Dan mocht hij wortel schieten. Dat Ada's kleinzoon hier al zat, vond ze respectloos. Waarschijnlijk was hij niet eens bij de zaak betrokken omdat hij emotioneel al betrokken was. Of telde dit enkel bij de buitenlands politie, zoals ze vaak in politieseries zag.
"Hoe gedroeg mevrouw Meersman zich?"
"Normaal."
"Naar verluid deed ze haar werk niet graag meer. Iets van opgevangen?"
Janina voelde boosheid opborrelen. Jelle's goede naam door het slijk halen, liet ze absoluut niet toe. Summier lichtte ze hem in over de zware periode in Jelle's leven. Hoe het werk en kanker de vrouw hadden onderuit gehaald. Over Jelle's huwelijksproblemen hield ze haar mond. Dat was aan Clement om de politie hierover in te lichten.
"Jelle werd nog snel moe, maar ze stond er! Iedere dag," beet ze de rechercheur toe.
"U en juffrouw Lijnen. Jullie beiden die dag dubbele dienst."
"Een kamer opgeruimd en zijn bewoner gewassen, last van hangjongeren, een flinke stroompanne en een appelflauwte. Doe je niet als je de zaak gaat opblazen."
"Stroompanne," vroeg hij en keek haar aan alsof hij dwars door haar heen keek.
Ze voelde zich ongemakkelijk worden. Aan Stefan had ze geen moment gedacht. Van hem durfde ze toch niet beweren dat hij graag zijn werk deed. Maar om zo'n daad te stellen, was meer nodig dan aversie van het werk.
"Hier werd aan gewerkt. Voor vragen over het onderhoudspersoneel dient u de grote baas aan te spreken. Daar kan ik u niet mee helpen," antwoordde ze en fingeerde een opkomende hoofdpijn. Een hint die de rechercheur al niet meer nodig had.
"Ik kom er zelf wel uit. Prettige dag nog," en weg was ie.
Hoofdstuk 48
Aandachtig bestudeerden Alex, Pascal en Marc de toxicologische rapporten van Morgane en onderzoeksrechter De Wulf Heidi in aanwezigheid van de patholoog. Het was op zich al een mirakel dat beide vrouwen hun hachelijk avontuur hadden overleefd. Deze dosissen van Cannabisolie, Damianakruid en anticoagulantia waren in die mate al voldoende om te sterven. Vooral de bloedverdunner was torenhoog.
"Pontius Pilatus," zei Chris de patholoog die vanop het raamkozijn toekeek.
Marc scrolde naar het onderzoek van de Maneki Neko die het labo van Gitta had. Identisch aan die van Morgane.
"Wat waren de gevolgen voor Gitta geweest," vroeg Marc.
"Erger. Ze bloedde dood bij de bevalling," stelde Chris vast.
"Dus als ik het goed heb, beroofden alle vrouwen met dit beeldje in hun koffer zichzelf van het leven?"
"Yep. Pontius Pilatus," herhaalde de patholoog.
"Onschuldig," mompelde Marc binnensmonds terwijl hij rechtstond, zich strekte en zich weer liet neervallen in zijn bureaustoel. Hij werd horendol van dit dossier. Er ontbraken teveel puzzelstukjes aan het profiel, dat hij er aan twijfelde of het ooit werd opgelost. Hij bleef als profiler van tip naar tip springen . Het leken broze takken van een figuurlijke boom, kreeg nergens houvast waardoor hij er soms uit viel. Het bord lichtte op. Het markant hoekig gezicht van Firmin Peerebooms vulde het scherm. De onderzoeker meldde hun in real time dat ze een partiële vingerafdruk hadden gevonden op de Maneki Neko van Gitta. Marc werd er blij van. Eindelijk schot in dit dossier.
"Hold your horses man. De eigenaar van die vingerafdruk is al jaren dood. Bovendien is er in het DNA onderzoek gebleken dat het niet overeenkomstig is met dat van Robert Willcocks.
"Van wie dan wel," vroeg Marc, die baalde
"Elroy Cox. Ze zijn geen familie van elkaar. Het enige gemeenschappelijke is een indrukwekkende curriculum vitae in de criminaliteit. Een bewijs dat ooit samen in de gevangenis gezeten hebben. Waar dat is aan jullie, niet ons onderzoek. Succes ermee. Het wordt tijd dat dit dossier kan afgesloten worden makkers."
"We doen ons best."
Het omnia solvit bord floepte uit.
"Zit ik hier uren te zwoegen terwijl dat stuk verdriet in ons systeem zit," bromde Marc druk met de computer.
Wat niet te rijmen viel, was die vingerafdruk. Althans op het eerste zicht, leek het onlogisch maar naarmate hij dieper in het dossier van Willcocks groef, werd dat stukje van de puzzel gelijk duidelijk. Hij klikte door naar het dossier van Cox en las met stijgende verbazing een exacte medische tekst. Dan rees de vraag: wie van beide heren had zich schuldig gemaakt aan identiteitsdiefstal? Bij het dieper uitspitten van beide dossiers stuitte hij op een bekende handtekening. Die van Gitta! Zij had in beiden gevallen het arrestatiebevel ondertekend. Een harde roefel op het raam haalde hem uit zijn concentratie. Wie kwam er nu weer stoorzender spelen? Alles kraakte als hij rechtkwam uit zijn bureaustoel. Hij strekte zich waarbij nog een aantal gewrichten zich lieten horen.
"Je wordt oud Marcske," grinnikte Chris die het zich comfortabel gemaakt had op het raamkozijn.
"Voor dat soort van slijtage zijn er oplossingen. Een goed van bil gaan. Niks zo goed als bedsport," grapte Alex vanachter zijn computerscherm aan de overkant van de tafel.
"Die sport kent onze Witte niet. Daar zit geen gram vrouwvlees aan," zei Chris gevat en gelijk van het raamkozijn afsprong en op de deur aan liep. Net als de patholoog de deur wilde openen, werd ze met kracht geopend, waardoor Chris gelijk op z'n rug lag.
Johannes die binnenkwam, hielp de patholoog weer op z'n voeten en mompelde een excuus.
"Bedsport is duidelijk niet gezond voor je standvastigheid," pareerde Marc.
"Het vettig uurke. Stelletje pubers," bromde de zware bariton, "Hebben jullie echt geen andere gespreksonderwerpen in dit kot?"en liet zich in de eerste vrije bureaustoel vallen. Het witlederen ding kraakte net zo hars als de gewrichten van Marc eerder gedaan hadden. Marc's fantasie sloeg op hol waardoor hij schaterlachte.
"Wat," vroeg Johannes die hier niks meer van begreep.
"Dat horen we straks wel, als onze Witte is uitgelachen. Wat brengt Jo hier op dit uur van de dag," vroeg Alex, om het ongebruikelijk uur van Johannes binnenkomst.
"Vrouwen! Je kan er geen touw aan vastknopen."
"Jij hebt te klagen Jo. Er zijn er honderd die voor de plaats van uw vrouwke willen tekenen," zei Alex quasi verontwaardigd.
""Ge weet de helft nog niet. Het is alsof ik met een tweeling getrouwd ben. Wat ik vandaag doe, deugd morgen voor geen meter. Doe ik niks, is het ook niet goed en als ik teveel werk, loopt ze te zagen. Weten vrouwen ooit wat ze willen," kloeg Johannes.
"Wie zal het zeggen. Ik niet. Heb nog niet eens een vriendin, laat staan trouwplannen," zei de uitgelachen Marc. Hij had iets in die klaagzang gehoord dat hem mogelijk op een spoor bracht. Roger Willcocks en Elroy Cox waren één en dezelfde persoon. Van Willcocks was necrofilie gekend, maar wat had de trigger gezet om zijn gekend modus operandi te veranderen. Hij was losgeslagen en super gevaarlijk. De mogelijke persoonlijkheidsstoornis was het missende stukje in het profiel. Net dat puzzelstukje maakte het opsporen van de man bijzonder moeilijk. Marc griste zijn wagensleutels van zijn bureautafel en verliet de briefingszaal. In de criminologie werden seriemoordenaars aangeduid als sociopaten en psychopaten, maar over obsessief compulsieve persoonlijkheidstoornis werd er weinig gezegd of geschreven binnen de forensische wetenschap. De meeste mensen met deze psychische aandoening pleegden zelden zulke zware misdrijven, omdat ze in instellingen verbleven of vroegtijdig uit het leven stapten. Door deze beknopte kennis van de materie besloot Marc om naar een universitair ziekenhuis te rijden. Er was maar één specialist die hem hierover wijzer kon maken. Dokter Kortenbergh.
Hoofdstuk 49
Janina keek verstart voor zich uit. Emotie laten zien was op dit moment tijdens het memoriaal uit den boze. Ze had het moeilijk. De uitgesproken gedachten van de andere families stonden in schril contrast met haar wetenschap. Jelle kon nooit verantwoordelijk geweest zijn voor de explosie. Haar herinnering aan Jelle, hoewel ze niet bij elkaar de deur plat liepen, bracht haar terug naar de housewarming party. Een flinke bouw met een behoorlijk aantal slaapkamers en een state of the art keuken. Waar een ding in ontbrak. Een fornuis. Jelle kookte in een aanpalend gebouwtje dat zij grappig haar bakhuis noemde. De vrouw kookte op een ouderwetse houtkachel.
"Vuur zie ik, rook ook, maar gas is geniepig net als elektriciteit. Die dingen wil ik niet in huis," had Jelle toen in vertrouwen gezegd. En dan werd ze nu ervan beticht, de gasleiding te hebben overgezaagd. Gelijk de reden waarom Janina waarom ze niet roddelde. Daar kwamen geheid problemen van. Ook belofte maakte schuld, vond ze. Ze had Jelle beloofd nooit een woord te reppen over haar 'bakhuis' tegenover collega's. Die jonge rechercheur diende zijn vragen te stellen aan diegene die vrijheid van spreken hadden. Jelle's man en kinderen. Mensen die vrij rechtuit hierover konden en mochten spreken. Zij had dit recht niet. Bovendien waren er een groot aantal nog steeds niet begraven. De identificatie verliep bijzonder moeizaam. In de pers had men gewag gemaakt van weken tot maanden voor iedereen aan zijn rechtmatige familie terug gegeven werd. Men stond recht. Janina bleef in haar rolstoel zitten ook al durfde ze met behulp van haar krukken enkele minuten rechtstaan. Niet alleen haar voet deed pijn. Een teer poppetje gekleed in een licht grijs jurkje, een lief rond gezichtje en lange kastanjebruine lokken stapte fier het podium op. De namen klonken helder foutloos door de geïmproviseerde zaal. De kleindochter van Marcel Vanbredonck had de zekerheid dat haar grootvader niet bij de slachtoffers behoorde. Hoewel de man toch nog in het ziekenhuis verbleef. Een voor een hoorde ze de namen noemen.
"Jelle Verstraete."
"Dank u,"mompelde ze binnensmonds. Toen ze de kleinzoon van Ada zag plaats nemen, hoopte ze vurig dat hij insinuaties achterwege liet. Maar haar vrees was ongegrond. Hij bedankte de vele aanwezigen en vernoemde alle nog levende slachtoffers. Ze spitste de oren. Na haar naam werd Roy Cox vernoemd.
"Hij heeft het gehaald," dacht Janina opgelucht. De andere namen waren haar intussen ontglipt, maar dan begon Jonathan over de verslaving van Marcel Vanbredonck. Diens nachtelijke rooftocht langsheen de keuken om aan zijn snoepverslaving te voldoen. De hilariteit ontstond nadat Maurice, de broer van de vernoemde doorheen ze zaal riep, "Hij zocht een pintje en schoon gezelschap."
"Dat klopt," bevestigde Jonathan, "Want dankzij haar rookverslaving heeft ook Dalida Falsone het overleefd.
"Zeker weten. Roken redt levens," grapte Maurice. Dit klein voorval brak het intens verdrietige van deze herdenking. Daarmee was ook de deelname van Jonathan voorbij. Janina kreeg het warm en koud gelijkertijd. Hiermee sloot ze een hoofdstuk van haar leven af. Ze wilde naar huis. Het rusthuis werd toch wederom heropgebouwd. Kreeg het nieuwe bewoners en zorgkundigen, zodat het Mussenhof deze zwarte bladzijde in zijn geschiedenis kon omdraaien en met een blanco blad opnieuw kon beginnen. Ook zij begon aan een nieuw pagina in haar leven. Zodra haar voet genezen was en ze terugkeerden uit vakantie, ging ze de thuisverpleging in.
"Hoe vond je het," vroeg Norbert als hij de wagen de Grote Baan opstuurde.
"Goed. Mooi is een misplaatst woord. Er is aan dit drama niks moois."
"De bloemen bij de foto's waren anders wel goed verzorgd."
"Geeft zulke boeketten aan de levende mensen. Dan hebben ze er wat aan," klonk het ongewild fel uit haar mond, hoewel ze die intentie niet had. Norbert hield van een mooie weelderige tuin met duizend geuren, terwijl zij niet echt zo'n bloemenfan was. Eerder een betonmens. Een tuin was mooi maar hem zo houden als men stokoud werd, kostte alleen een flink wat centen. En moest men nog afwachten of anderen deden wat men wenste. £
"Hm, vooral mannen vallen voor een boeket weelderige rozen," antwoordde Norbert geringschattend.
"Omdat jij zo gek bent met bloemen, krijgen andere mannen liever een bak bier."
"Bier redt levens," bromde haar man als hij door wegeniswerken een omweg moet nemen. Ze deed er het zwijgen toe. Dit was niet het moment om Norbert te jennen. Wegenwerken en omleidingen werken als een rode lap op een stier bij hem. Zo kreeg ze de kans om een andere kant van hun woonplaats te zien. Gezellige laagbouw, alle mogelijke tinten groen afgewisseld door een palet baan bonte voorjaarkleuren. Doordat Norbert foeterde op een voorligger, keek ze even in het smalle spiegeltje van de zonneklep. Verschoten keek ze om en zag een bullbar razend snel naderen. Van de daarop volgende knal had ze niets meer mee.
feedback van andere lezers- danvoieanne
SPANNEND ....graag gelezen en op naar het vervolg. Ghislaine: Dank u voor het lezen. De vervolgen komen eraan.
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen. Totale score: 4Uitstekend: 2 stem(men), 100%Goed: 0 stem(men), 0%Niet goed: 0 stem(men), 0%totaal 2 stem(men)
|