Volg ons op facebook
|
< terug
Kerst
De sneeuw lag al centimeters hoog. James was nog steeds niet thuis. Ann zat in de zetel,
staarde naar de lichtjes in de kerstboom, die weerspiegelden op het behang en het plafond.
Ze keek naar het kadootje dat er onder lag voor haar liefste. Hij droomde al zo lang van een
fitness watch.'Wat zal hij blij zijn!'.
De klok stond al op zes toen Ann echt ongerust werd. Om haar angst wat te bedaren nam ze
een glas en schonk zichzelf wat wijn in. Ze zette zich in de zetel en knipte de tv aan. Ze
keek ongeïnteresseerd zappend naar de beelden die voorbij gleden op het scherm.
Plots werd er op de deur geklopt. Ann schrok, zette haar lege wijnglas op de tafel.Ze stond
recht en
ze opende de deur. Er was niemand. Ze keek naar binnen en weer naar buiten. Niemand te
zien. In de sneeuw waren geen sporen van voetstappen of iets anders...
'Vreemd...zeer vreemd' dacht ze.
Ze sloot de deur en ging terug naar de woonkamer. Op de televisie zong iemand white
christmas.
Plots zag ze de figuur. Ze schrok.
"Wie ben jij en waar kom je vandaan, hoe ben je binnen geraakt?" riep ze naar de figuur die
in de hoek stond in de schaduw van de kerstboom. Ann dacht dat het één of andere
grappenmaker was.
'Ik ben het schat, James' zei de figuur.
De figuur kwam dichterbij. Ann zag het gezicht van James, onder het bloed, een gapende
wond aan zijn hoofd, een hand die bengelend naast zijn lichaam hing. 'Was het zijn
lichaam?' vroeg Ann zich af.
"James, hoe ben je hier geraakt?"
Ann liep naar hem toe.
"Schat blijf staan , raak me niet aan alstublieft!" krijste de figuur. Terwijl draaide zijn linkeroog
naar boven en sijpelde er bloed uit zijn oog.
Ann kokhalsde. "JAMES, JAMES BEN JIJ DAT ?" riep Ann, "wat is er gebeurd?",
schreeuwde ze terwijl ze haar gezicht in haar handen legde en beefde over haar hele
lichaam.
'Ja schat, ik ben het, in zekere zin, ik heb een ongeval gehad'
Ann keek de figuur aan, de hand hing nog aan de arm met een stukje vel, waarschijnlijk zou
de hand er dadelijk afvallen. Ann voelde zich niet goed.
'Ik kom met je eten en dan neem ik je mee' zei de gedaante.
Ann dacht dat ze gek aan het worden was, dat ze sliep en een nachtmerrie had of zo...
'De gedaante die zo goed op James leek zette zich aan tafel, zonder de stoel te verplaatsen'
Ann begreep er niks van, kreeg angst, dacht aan geesten en demonen, dacht aan de
ontelbare horrorfilms die zij en James hadden gezien.
'Komaan schat, breng het eten maar 'grijnsde de figuur, een afgebroken tand viel uit zijn
mond op het bord. Ann moest braken. Ze holde naar de keuken en gaf over in een lege pot
die ze net nog had kunnen pakken.
Plots voelde ze ijzige handen op haar lichaam. Met een schok draaide ze zich om, de pot in
haar hand. De figuur, nog steeds bloedend uit zijn oog stond voor haar. Hij keek naar de
inhoud van de pot.
'Ziet er goed uit Ann' zei hij grijnzend en dan opende hij zijn mond waaruit een enorme
bebloede tong de pot in enkele seconden leeg at.
'Vrij goed Ann, wel wat zurig' zei het ding. An dacht dat ze haar verstand kwijt was, haar
hoofd barstte bijna, haar ogen rolden in hun kassen.
'Wat is er nog ?'zei het ding.
Ann draaide zich om naar het aanrecht en wees vol afschuw naar de potten.
'Wie ben jij verdorie, wat doe je hier ?'riep ze luid snikkend .
'Ik ben het schattie, ik je vriend, je levensgezel, voor altijd !' grijnsde de figuur.
De figuur opende de potten één na één en binnen de kortste keren was de inhoud
verdwenen.
'Ziezo' zei de figuur ' hij wreef over zijn vieze kin ' dan zullen we nu maar gaan, naar onze
nieuwe verblijfplaats' .
"Hoe bedoel je, jij bent niet echt James, dat weet ik, denk ik " zei Ann stotterend.
De gedaante kwam weer naar haar toe, geruisloos, stil, zwevend als een luchtbel. Ann
wilde weglopen maar kon niet. Dan voelde ze de ijskoude handen en zag de kille ogen. Het
ding kneep haar keel dicht.
Ann kon niet meer ademen en viel op de grond. De gedaante verdween, net zoals hij was
gekomen, met aan zijn zijde een andere gedaante, die wel leek op Ann...
Enkele uren later werd er op de deur geklopt.
"Politie, doe open alstublieft" werd er verschillende keren geroepen. De deur bleef dicht. De
politiemannen beukten de deur in en zagen Ann op de grond liggen. Ze probeerden haar
nog te reanimeren maar tevergeefs...
'Verdomme toch ' zei één van de agenten, ' eerst haar vriend die verongelukt en dan zij die
sterft op dezelfde avond'.
"Zou ze het gevoeld hebben dat haar vriend dood was en gestorven zijn van een gebroken
hart ?"
"Zou kunnen, zou kunnen " zei de andere agent terwijl hij met zijn hand over
haar ogen streek om deze voorgoed te sluiten….
|