in de klas
Krolletje en Bolletje staan samen met de andere kindjes te wachten in de rij. De juffrouw zegt dat de kindjes naar de klas mogen gaan. Bolletje en Krolletje huppelen vrolijk met hun nieuwe vriendjes mee. Ze zijn nieuwsgierig naar hun nieuwe avontuur. Ze staan helemaal op het einde van de rij, omdat ze toch terug een beetje kriebeltjes voelen in hun buikjes. Als de kindjes binnen zijn, doet de juf de deur echter pardoes dicht voor de neusjes van Bolletje en Krolletje. Daar staan ze dan helemaal alleen in de gang van de school. Wat een stoute juffrouw, denken ze, nu mogen wij niet naar binnen met de andere kindjes.
Jantje vraagt vlug aan de juffrouw of hij even naar het toilet mag gaan. Eigenlijk moet hij niet naar het toilet hoor. Hij wil alleen maar dat de deur van de klas opengaat, zodat Bolletje en Krolletje ook binnen kunnen komen. Jantje wil dat zijn nieuwe vriendjes bij hem komen zitten.
Krolletje en Bolletje komen de klas binnen en gaan pardoes op het bureau van de juffrouw zitten. Alle kindjes beginnen te lachen en de juffrouw vraagt zich af wat er aan de hand is. Niets hoor juffrouw Leen, zegt Jantje. De kindjes begrijpen niet goed, waarom de juffrouw ook niet moet lachen. Bolletje en Krolletje zitten de hele tijd gekke bekken te trekken en hun rare gezichtjes zijn zo grappig.
Krolletje en Bolletje begrijpen niet goed dat de kindjes in de klas allemaal zo braaf op hun stoel zitten. Willen zij dan geen spelletjes meer spelen? Saaie kindjes, denken ze. Krolletje en Bolletje beginnen dan maar zelf te dansen door de klas. Terug beginnen alle kindjes vrolijk te giechelen en opnieuw weet de juffrouw niet wat gebeurt. Wat is er toch met jullie aan de hand, vraagt juf Leentje. Jullie moeten stoppen met lachen, roept ze boos, want we moeten vandaag nog heel veel leren.
Jantje fluistert in het oor van Bolletje dat hij op het bord moet schrijven met die kleine witte stokjes die er naast liggen. Bolletje kan eigenlijk geen woordjes schrijven, maar hij zegt tegen Krolletje dat Jantje hem over een nieuw spelletje heeft verteld. Krolletje en Bolletje nemen elk een krijtje en tekenen op het bord. Ze tekenen hoe hun toverster eruit ziet, want ze willen de kindjes eigenlijk vertellen waar zij wonen.
De juffrouw wordt plots heel stil en leunt tegen het bord. Ik ben gek aan het worden, denkt juf Leen. Nu beginnen de krijtjes zomaar vanzelf op het bord te tekenen. Dit kan niet, denkt ze, ik droom alleen maar. Juf Leen knijpt een keer in haar twee wangen, maar dan ziet ze dat ze toch niet droomt. Hoe kan dat nu? Wat is er aan de hand?
De kindjes zien dat juffrouw Leen zich precies niet goed voelt en vragen aan de juffrouw of zij Krolletje en Bolletje dan niet leuk vindt. Krolletje en Bolletje, wie zijn dat, vraagt juf Leen. De kindjes kijken heel erg raar naar hun juffrouw. Juf Leen, Krolletje en Bolletje zijn onze nieuwe vriendjes. Zie je hen niet? Ze zijn nu op het bord aan het tekenen.
Ik zie niemand, zegt juffrouw Leen. Plots begrijpen Krolletje en Bolletje en de kindjes in de klas, dat de grote mensen Krolletje en Bolletje niet kunnen zien. Alleen maar de kindjes kunnen hun nieuwe vriendjes zien.
En dan...
stemresultatenEnkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.
|