Hemelzaad
Proloog
In het begin schiep God de hemelen en het hoofd. Het hoofd was woest en leeg en de Geest zweefde boven de operatietafel. In Nadine Donkers lag een diepe duisternis.
Toen zei God: 'Laat er licht zijn.' En er was licht. En Nadine voelde dat het er was.
Het beviel God en Hij maakte een scheiding tussen licht en donker. Het licht noemde hij 'lamp' en het donker 'lamp uit'. Het werd avond en het werd weer morgen: de eerste dag.
Toen zei God: 'Laat het onbewust zijn uit elkaar gaan, zodat bewust zijn en onbewust zijn worden gevormd. Zo maakte God een plafond in de operatiekamer, dat gezien kon worden of ongezien kon blijven. Er was scheiding van hemel en hoofd. Het werd avond en het werd weer morgen: de tweede dag.
Daarna zei God: 'Laat het bloed stromen en het hoofd en lichaam voeden.'
Dat gebeurde en God zag dat het goed was. Het werd avond en weer morgen: de derde dag.
Toen zei God: 'Ik wil dat er heldere lichten verschijnen om de aarde te verlichten, het verschil tussen dag en nacht aan te geven.' En zo gebeurde het. God maakte nieuw licht, de zon, en die verscheen wanneer een verpleegster op een knop in de muur drukte en de lamellen zich motorisch in elkaar lieten drukken om plaats te maken voor het licht. Het grootste licht, de zon, beheerste de dag, en het kleinere, de lamp, werd beheerst door de mens, en kon branden al naar gelang de mens dat beliefde. Het werd avond en weer morgen: de vierde dag.
God zei dat hij die avond zou gaan koken voor zijn vrouw, als verrassing op de verjaardag van hun huwelijksdag. Hij twijfelde nog of hij vis zou maken of gevogelte, en vroeg collega's om advies. Nadine hield meer van vis dan van gevogelte, maar moest op dit moment helemaal niet aan eten denken. Laat God zich maar buigen over de vogels en de vissen. Zij was moe. Het werd avond en weer morgen. God trok zich terug naarmate het leven in Nadine terugkwam. Nog even en God was niet meer nodig. Dan zou ze het alleen afkunnen, zoals ze altijd al geleefd had: zonder God. De motor in het raam liep weer en weldra zouden de lamellen tussen het glas plaatsmaken voor het zonlicht. In het hoofd van Nadine Donkers is het stil, maar anders stil dan toen de stilte nog héérste in het hoofd.
Nu is het rumoerig stil.
Heel geleidelijk is de stilte in het hoofd van Nadine op zichzelf komen te staan. Nu is er leven buiten haar hoofd. Dat was lange tijd niet zo. Het is als bij een pasgeboren baby die in alles de moeder ervaart. Mama is de moeder, papa zit daaraan vast en is dus ook de moeder, de arts is de moeder, de kamer, de gang, enzovoorts. En de moeder, het veilig aspect voor de baby, is een direct verlengstuk van de baby zelf. Alles zit vast aan de baby, en dat veilige idee kan Nadine alleen geleidelijk loslaten.
Ze besluit haar ogen te openen, vandaag nog. Niet dat ze haar ogen sinds de operatie nog niet open heeft gehad. Waarschijnlijk was dat al het geval geweest, maar niet bewust.
'Om de dooie dood niet bewust.'
Nadine Donkers zal het licht weer zien.
stemresultatenEnkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.
|