< terug
In de schatkamers van Connie (voorheen: www.rdx.be)
Tanne Vangenechten heet ze. Ze is veertig en werkt bij Connie, weekblad voor vrouwen en sympathisanten. Van bij het begin zet ze haar schedeldakje open. De lezer vertoeft tussen haar oren in een voortdurende stream of consciousness (deel I), zakt tot onder haar navel (deel II) en belandt ten slotte via haar voetzolen op de aarde (deel III).
Een samenloop van omstandigheden sleurt Tanne de streep over. De oervrouw krijgt in haar gestalte. Ze ondergaat wat elke vrouw beleven moet om niet ten onder te gaan aan ont-aarding.
Tanne ontmoet John-Thomas Mellors. Is hij de kleinzoon van lady Chatterley? Heeft hij de passionele schrijfster Joy Vansion vermoord? En, zo ja, maakt dat uiteindelijk iets uit? Is berekend wantrouwen sterker dan intuïtief vertrouwen?
Dit werkstuk, waaraan jaren studie vooraf zijn gegaan, is te lezen als een compositie, ingebed in een verhaal dat waar zou kunnen zijn, opgedragen aan alle vrouwen die het in deze eeuw moeten rooien en aan al degenen die het van de vrouw moeten hebben. Naar het einde toe barst het van zinnelijkheid en geaarde spiritualiteit. Misschien is het in staat de lezer te besmetten.
De eigenzinnige stijl staat volledig in functie van het geëvoceerde proces en evolueert mee met het hoofdpersonage. De structuur is intentioneel (zie Barthes in 'Introduction à l'analyse structurale des récits') en verloopt via toevallige gebeurtenissen, indringende ontmoetingen en associaties. De plot is bijkomstig maar daarom niet minder vernuftig. De spanningslijnen zijn zorgvuldig verknoopt. Humor, ironie en een meeslepende cadans doen hun werk. Pertinente en controversiële vragen worden gesteld. Het antwoord blijft een puzzel.
Het belangrijkste thema dat wordt uitgewerkt in het tweede en derde deel is seksualiteit in de brede zin van het woord, als sublieme, concrete vorm van menselijk verkeer, waarachter, tot op de dag van vandaag, zoveel vuiligheid wordt gezocht.
Dit werkje is niet consumeerbaar zoals een zakje chips. Maar goed gekauwd is het licht verteerbaar. Voedzaam ook. Geëngageerd schrijven is niet echt in de mode. Het is nochtans levensnoodzakelijk. Ook daarvan getuigen deze bladzijden. Vaak op een ludieke manier. De hersenen van het hoofdpersonage zijn literair doorbloed.
Het boek handelt over het intieme van het schrijfbedrijf, over de noodzaak van uit(handen)geven, over het publiek dat spelen wil maar brood nodig heeft, over de weldaad van fictie en haar openbarende relatie met de realiteit, gisteren en vandaag.
'Er bestaat tot op heden geen standaardbehandeling om de gestoorde lichaamsbeleving aan te pakken', dixit dr. Johan Vanderlinden in 'Anorexia nervosa overwinnen', Tielt, 2000. Misschien mochten de mutualiteiten wel eens het schrijfbedrijf sponsoren, opdat de fakkel die van oudsher via rituelen, mythes en beelden doorgegeven wordt, kan blijven branden (zie ook: Clarissa Pinkola Estés, Women who run with the wolves, 1992, onlangs in het Nederlands vertaald).
Russells onderbouwde waarschuwing in de 'Geschiedenis der Westerse filosofie' voor 'het gevaar van kosmische oneerbiedigheid' blijft een kreet in de woestijn.
Wie niet horen wil moet voelen. Het geraakt tijd dat iemand met borsten (om niet te zeggen met ballen) eens, zonder lullen (sic!), doet voelen wat het betekent een vrouw te zijn in deze postfeministische tijden en wat verhalen komen doen in de poel van reality soaps. Fictie is in staat de realiteit te ontzippen zonder haar te verzepen.
Nochtans gaat u geen statements of meningen vinden in mijn werk. De bevindingen van de wetenschap spreken voor zich. Van filosofie onthoud ik mij. Mijn werk wil een bijdrage leveren aan de queeste van de moderne mens op zoek naar een authentieke omgang met de fysieke werkelijkheid. Het stelt achterhaalde denkpatronen in vraag en getuigt van eenvoudige nuchterheid, speelsheid en geestdrift.
Koop dit boek nu in de leeswinkel!
|