Volg ons op facebook
|
< terug
Vallen en opstaan - hoofdstuk 5 : Diamanten en boezembergen
5.
Bart zag een goed geconserveerd koppel op vollere leeftijd het restaurant binnenkomen. De gedistingeerde man hield galant de deur open, een klein gebaar waarvan de dame zichtbaar genoot. Hij zag de hand van de man zachtjes over haar rug wrijven. Twee kleine cirkeltjes. En weer lossen.
Zij keek hem over haar linkerschouder aan en haar ogen fonkelden. Geen zirkonenglans maar die van pure diamanten.
Bart nam de geruite rok, de platte schoenen en de grote tas van de vrouw in zich op, de blik en het meisjesachtige lachen.
De herkenning sijpelde bij hem binnen.
Zijn moeder. Een man.
Zijn eigen moeder. Een andere man. Die cirkeltjes op haar rug tekende….zoals hij dat vroeger deed, met woordjes die hij met zijn kleine vinger op haar schouders of buik schreef die zij dan moest herkennen.
De vreemde man en de bekende vrouw gingen volledig in elkaar op. Ze laveerden beiden met opgeheven hoofd tussen de tafeltjes door en zijn moeder had ineens weer die zwanige sierlijke statigheid van het fotomodel Bétri dat ze eens was geweest.
Ze vonden een plaatsje wat verderop. Hij was hun blikken niet waardig.
Hij twijfelde. Als haar ogen zijn richting zouden uitkijken, zou hij haar luchtig begroeten of zich vervolmaken in de studie van de menukaart en doen alsof zijn neus bloedde?
Wat deed ze hier eigenlijk, ze ging zelden of nooit uit eten, en al zeker niet zonder zijn vader.
Hij gunde haar het voordeel van de twijfel. Het kon immers een onschuldig uitstapje zijn met een verre neef uit een rimboe waarvan hij nog nooit gehoord had.
Maar stel dat het dat nièt was, dat het toch een zijstapje was? Dat ze een eenrichtingsstraat was ingereden, voorbehouden voor plaatselijk verkeer, waar de weg versperd was voor hem en voor zijn vader.
Er zijn zekerheden in het leven, bedacht hij, we worden geboren en we gaan dood.
Er zijn dingen die je wilt weten. Andere ab-so-luut niet. Seks tussen je vader en je moeder stond hoog op dit laatste lijstje, de ongeschreven regel dat je geluiden uit de ouderlijke slaapkamer niet associeerde met recreatie. Hooguit met procreatie.
Hij had er nooit bij stilgestaan dat vleselijke lusten buiten die ouderlijke slaapkamer nog hoger scoorden.
Hij kon dit verhaal thuis niet kwijt. Zijn bijna - eega Ellen liep al niet hoog op met zijn ouders, waarvoor ze zich soms schaamde, maar hij kon het haar niet verwijten. Een warm nest was het niet. Dat was het nooit geweest. Berekend, beredeneerd. Met heel weinig geluid dat uit die slaapkamer kwam.
Bart hoorde de man met zware stem vragen:" Ober, brengt u ons eens een flesje fijne bubbels, we hebben iets te vieren!" en hoorde haar lachen. Ze lachte gewoonlijk niet zo vaak. Maar misschien wreef hij nu cirkeltjes op haar handpalm. Dat jeukte zeker.
Hij keek op zijn horloge.
Lawrence was laat.
Klokvast was hij nooit geweest. Lawrence liep met stevige tred het marktplein over, en duwde de grote glazen deur van het mega-restaurant met een harde duw open. Hij keek de ruimte spiedend af, stak zijn hand even op ter herkenning naar Bart en baande zich een weg tussen de drukbezette bistro- tafeltjes.
De geluiden golfden op hem af, vanuit de galerij voor de niet-rokers, de bar, de gelijkvloerse eetruimte en de drukbewandelde wenteltrap naar de toiletten.
Het was een kakofonie van woorden en klanken die zijn trommelvliezen prikkelden.
Het restaurant was een drukke, welgeoliede maar tikkeltje arrogante machine, en hij had het niet zo bekeken op het uitgelaten semi-vrolijke sfeertje waarin hij nu beland was.
Lawrence dacht vaak met heimwee terug naar zijn jeugdjaren in Spanje, waar ze met vrienden en familie in een no-nonsense sfeertje tapa's aten of broederlijk rond een dampende pan paella of een zarzuela verenigd zaten. Waar een dozijn aardewerken potjes op een plastic geruit tafelkleed stond uitgestald. Iedereen er met zijn of haar vorkje ongegeerd in pulkte. Waarbij met zuiderse vrolijkheid de verhalen van de dag werden gedeclameerd.
Hier was de sfeer anders.
Tussen drukbezette advocaten die met hun toga onder de ene en een lijvig dossier onder de andere arm binnensjokten en eindeloos bleven doorbomen over een wetswijziging die de gemiddelde burger steenkoud liet.
Tussen bankiers met vingers die naar oud geld en vergane grandeur roken.
Tussen de omhooggevallen verkoopsters van de nabijgelegen poepchique boetieks, die de advocaten en bankiers taxeerden op hun waarde. Die op hun beurt lijfelijk gekeurd werden van hun "coupe de soleil" over hun rondingen tot hun spannende kuiten in hoge hakken.
Hoge hakken.
Ze brachten zijn gedachten even terug naar het struikelincident van vorige week, waar de vrouw bijna letterlijk in zijn armen was beland. Hij had haar in een opwelling van empathie en medeleven naar het ziekenhuis gebracht. Ze had er zo hulpeloos uit gezien, vond hij, met die zweem van eenzaamheid over zich.
Hij dacht terug aan het door hem geïmproviseerde mysterieuze afscheid, met dat briefje en de link naar de zondagse bloemen.
Een beetje spanning, daar hield hij wel van. Het leven was al glad en vlak en voorspelbaar genoeg.
Het was een mooie vrouw met een ondefinieerbare uitstraling. En hij moest het toegeven, hij keek er naar uit om haar ooit terug te zien, maar dan bij voorkeur in minder wankelende omstandigheden.
"Bartman, kerel, long time no see! "begroette hij zijn vriend en vroegere college hartelijk.
"Lorenzo, blij je te zien, alles kits?"
Ze gaven elkaar een zoen. Het deed de serveerster die de tafel dekte eventjes opkijken en overwegen of ze niet beter Davy-de- homo afstuurde op die twee. Die zou hier met zijn mooiste glimlach en schuddende jeanettenkont zeker fooien kunnen rapen. Zonde toch, vloekte ze inwendig, dat de mooiste kerels altijd voor de mooiste kerels gingen.
Lawrence zette zich neer met zijn rug naar de etende massa en ontnam Bart het zicht op het moederlijke tafereel dat zich wat verder ongegeneerd afspeelde.
"Hoe is het met Ellen, die prachtige verloofde van jou?"vroeg Lawrence.
De serveerster ving de woorden op en glimlachte breed.
Ze keerde op haar stappen terug. Davy mocht uit de buurt blijven.
Met de pen in de aanslag boog ze zich voorover, waardoor de welving van haar boezem zelfs voor een blinde zichtbaar werd. Ze genoot volop van de aandacht en met een flinke fooi in gedachten tuitte ze haar lippen: "Heren, waarmee kan ik jullie van dienst zijn?"
Bart keek Lawrence mannelijk begrijpend aan.
Een resto met zicht op de bergen.
Het mocht er wezen.
Een snelle lunch zou het niet worden.
feedback van andere lezers- feniks
Vlot geschreven, afgewerkte stijl...
Spoort aan om de rest ook te lezen. annvanbyl: Die rest komt er, dank zij die mooie commentaren, zeker aan! - kapiteinsebbos
mooi verhaal, je hebt een mooie pen! :-) annvanbyl: Fijn! Als extra stimulans voor jou om verder te lezen: Barcelona zal nog meermaals aan bod komen! - teevee
Heel graag gelezen! - geertje
gaaf geschreven zeg !!!!
details in de beschrijvingen ! - Vansion
je kunt er wat van ('k lees nochtans van achter naar voor)
kleine opmerking: Davy-de-homo klinkt wat onecht en stickerachtig - er moet iets guitigers te vinden zijn dat even duidelijk is / een jeanettenkont klinkt ook niet erg sexy of wil je bewust een platte, antipathieke serveerster opdienen?)
|