Volg ons op facebook
|
< terug
Vallen en opstaan - hoofdstuk 7 : Ster van de dag
7.
Er lag nog een eenzaam kriekje rozerood te wezen in de lege witte taartdoos, als stille getuige van het afgelopen feestgedruis.
Lawrence stak het kleinood in zijn mond en vouwde de doos in twee en duwde ze plat.
Opgeruimd.
De gasten waren van allerlei pluimage geweest, van groot naar klein, oud naar jong.
Twee vriendinnetjes van vier, twee van acht, en zes vriendjes voor de jarige van tien. Alleen zijn nieuwe beste vriendje had het niet gehaald, maar dat had in het lawaai geen noemenswaardig verschil gemaakt.
Hij had erop toegezien, samen met de buurvrouw die recent en zo netjes mogelijk uit de echt gescheiden was. Die graag zijn mannelijk gezelschap, omdat ze dat nu eenmaal miste, opzocht.
Ze had als wederdienst haar tweeling van twaalf bereidwillig in bruikleen gegeven om al het kindergeweld in goede banen te leiden.
Zijn ouders waren ook van de partij geweest.
Dat was en bleef een extraatje waarvan hij met volle teugen genoot.
Ze woonden in Spanje, maar kwamen met de regelmaat van de klok naar het kikkerland, zonder het te willen toegeven omdat ze de kleinkinderen teveel misten. Hun riante geelgeverfde villa, met twee badkamers, vijf slaapkamers en een buiten- en binnenzwembad, lag in de heuvels van Salanca, een dorpje aan de Witte Kust dat nog niet vergeven was van Duitse grootgrondbezitters. Drie jaar geleden hadden ze een kleine flat gekocht aan de Belgische kust, als uitvalsbasis voor het familiale bezoek en om hem bij te staan in moeilijke momenten. Die waren er teveel geweest.
Zijn moeder was een kleine stevige vrouw, goed voorzien van poten en oren. Vooruitstrevend in beide betekenissen. Een geboren verkoopstalent, een eigenschap die haar geen windeieren had gelegd voor de uitbouw van haar Spaanse immobiliënkantoor.
Ze was er vijftig jaar geleden verliefd geworden op een mooie zuiderling, zijn vader, en hadden twee kinderen op zuiderse bodem gezet. Lawrence was de oudste en had, met zijn broekspijpen nauwelijks in de volwassenheid, beslist om terug te keren naar het geboorteland van zijn moeder. Terwijl zijn jongere zus als een bohémienne het zuiden van Amerika, India, Afrika, en god weet welk pad nog, verder doorkruiste.
Zijn vader was een Catalaans rustig man, liet de dominantie van de vrouw van zijn leven over zich heenglijden als water van een eend, en genoot in stilte van een goede Havanna en een glas Cava.
Lawrence had trekken van beiden. Kon genieten van het passionele en vond zichzelf terug in ultieme rustmomenten. Zoals nu, met een tongstrelend kriekje in zijn mond.
De zelfgemaakte pasta met pesto had gesmaakt, de chocoladetaart was doorgespoeld met een Crianza, en de kinderen hadden hun derde ijsje van de dag welverdiend verorberd.
Zijn oom François, de broer van zijn moeder die hem door zijn Belgische studententijd had geleid, was ook van de partij geweest. De twee dochters waren helemaal gek op die wijze grijze man, die ooit in Spanje gewoond had, en beweerde nog gewerkt te hebben op de boot van de Sint.
Stel je voor!
Aan fantasie ontbrak het hen allen niet.
François was een vat vol levenswijsheid, en had hem even terzijde genomen toen hij na het uitblazen van de tien kaarsjes, de vochtige blik in zijn ogen had gezien en had hem toegefluisterd:
" Ik heb ze ook gekend, m'n jongen, die liefde van mijn leven, en ze is door allerlei omstandigheden tussen mijn vingers geglipt. En de jaren gingen voorbij. Goede tijden, slechte tijden. Ik heb kansen gekregen, ze vergooid. Maar als die kans zich aanbiedt, Lawrence, grijp ze met je twee handen, blijf niet leven in het verleden. Want als het verleden geen heden wordt heb je geen toekomst."
De woorden bleven in zijn oorgang nazinderen.
Lawrence wist er van, van die Grote Liefde van zijn oom, hoe ze elkaar uit het oog verloren waren, en geen haakpen meer gevonden hadden om de draad op te pikken die ze doorheen de steken hadden laten vallen.
Hij bracht de beduimelde glazen naar de keuken en bedankte de vrolijke rietjes voor bewezen diensten. Schikte de vuile borden met hun restjesmozaïeken een voor een in de vaatwas.
Geruisloos ging hij de kinderslaapkamers binnen, waar het uitbundige spel vermoeide ogen voor een uur of acht had weten te sluiten. Zo waren ze prachtig, vond hij, slapend en onschuldig. In een droomwereld waar geen kwaad heerste. Waar hun oom de vertrouweling van sinterklaas was.
Hij gaf ze een aai over hun fijne haartjes en liep zachtjes de trap af.
Als afsluiter ging hij nog even de tuin in om te genieten van de rust.
Vanuit de houten tuinstoel keek hij op naar de blauwzwarte sterrenhemel, waar hier en daar een lichte fonkeling te zien was.
Hij fluisterde zachtjes, tegen zichzelf, maar in de volle overtuiging dat zijn woorden ergens gehoor zouden vinden.
"Het is fijn geweest, m'n lief, ze hebben het goed gehad, de jarige en zijn entourage. Je had er bij moeten zijn…"
Hij stak zijn hand op en groette, ergens, iemand in die ijle avondlucht.
"Maar in gedachten ben je er altijd bij…"
De avondwind sloeg tegen zijn witte linnen hemd en deed hem rillen.
Hij ademde een laatste keer diep in, slofte naar de achterdeur en ging het stilgeworden huis binnen.
En sloot met een korte klik de deur en zijn gedachten van die dag af.
feedback van andere lezers- eomaya
Ik heb alle hoofdstukken in een ruk uitgelezen. Zo lees ik ze heel graag. Niet al te voorspelbaar en je moet je hoofd erbij houden om de draad niet te verliezen. Ik hou van vele verhaallijnen die elkaar vinden tussen de regels door. Dit smaakt naar meer. Knap! annvanbyl: Dit is hartverwarmende commentaar! - teevee
Ik zou van ergens iemand ...iemand ergens maken! annvanbyl: Inderdaad beter ! - geertje
je hebt een mooie schrijfstijl
en je hebt wat te vertellen !
|