< terug
Vallen en opstaan - hoofdstuk 9 : Klein wit doosje
9.
De regen had haar korte jeansjasje volledig doorweekt en Ellen voelde de koude druppels ritmisch over haar rug glijden. Haar armen trilden.
De kleppen van de vijf nepzakken op haar wijde kaki broek flapperden volop mee op het tempo van de snijdende wind, toen ze van haar fiets stapte.
Ze opende de glazen deur.
Bij het belgerinkel keken de aanwezigen in de apotheek synchroon om, in geconditioneerde Pavlovreflex.
Er stond een snotneusjong met haar rillende billen bloot in minirok, het gezicht half verscholen achter een grote geruite zakdoek. Een forse jonge vrouw hield een slapend kind deels tegen haar borst en over haar schouder. Het zag er verhit uit. De oudere dame had plaatsgenomen op het kleine witte stoeltje. Streek vermoeid over de dikke huidkleurige steunkousen die haar spataderen moesten verbergen. Ze gaf haar een klein knikje. Verstandhouding. Zieken onder elkaar, verenigt u.
Geen koortsige mannen te zien, merkte Ellen op. Die lagen bij het minste gesneuveld in bed en zonden hun apostelvrouwen uit om medicijnen.
Ze schudde haar natte krullen met een kort nijdig rukje heen en weer.
Die hormonale schommelingen bezorgden haar rolbevestigende gedachten.
En zo was ze helemaal niet.
Het hele apotheekgebeuren bleef gênant.
Ze had tijden gekend van onverklaarbare vaginale droogte. Die pseudo - menopauzale periode had haar gefrustreerd omdat het begieten van haar bloemetje het maar niet tot leven bracht.
Ze was toen pas drieëntwintig, en veel te jong voor dergelijk perkamentig ongemak.
Dus had ze al haar moed bijeengeraapt en beslist een glijmiddel te kopen, in een ultieme poging weer leven in haar onderste brouwerij te brengen.
In de apotheek had ze als een sandwichkind tussen de andere sekse gestaan - mannen, ja, ze kwamen er dus toch.
Hun aanwezigheid had echter een verlegen snaar geraakt. Haar stem op fluisterniveau gebracht.
Helaas, dat was bleek buiten het hoorbereik van de apothekersassistente, die twee keer luidop herhaalde:
"U vroeg?"
"Nnnn gggl-mmm-ddlll", had ze met ondertussen roze - rood - bordeauxgeworden kaken gemompeld.
Drie maal scheepsrecht.
"Ah, een glij-mi-ddel," glimlachte het halfdove mens in witte jas," ik had u niet verstààn!"
Tot algemene hilariteit van het ondertussen zeer aandachtig geworden publiek.
"En hebt u een voorkeur? "
Voorkeur, mens, als het maar glijdt, had ze gedacht. De bergen af, tot in het dal, als een duikboot in de diepste holten van haar leeggelopen zee!
Ze had neen geschud, schouderophalend gezucht, en was uiteindelijk beschaamd afgedropen met het kleinood dat ze haastig in haar handtas had gepropt. Om er nooit meer uit te komen. Dan leerde ze maar van de woestijn te houden!
Twee jaar later hadden aambeien de kop opgestoken.
Voor de aankoop van verlichtende zalfjes had ze haar moeder gestuurd.
Die articuleerde beter.
Neen, apothekers, ze rekende ze niet tot haar vrienden.
"Mevrouw, waarmee kan ik u van dienst zijn?"
De vraag schudde haar wakker uit de dagdroom.
"Ik had graag een zwangerschapstest, iets simpels, geen toeters en bellen, enkel met een strak blauw lijntje of een roze hokje of zo?"
De dame toverde uit een verticale lade een klein, wit, rechthoekig doosje tevoorschijn.
"Deze doet de job uitstekend, leest u maar eens rustig de gebruiksaanwijzing, en u ontdekt zeker wat u weten wil."
Of net niet, dacht ze.
Ellen betaalde met pasmunt en stak het wonderding in haar rode rugzakje, stapte buiten en hees zich weer op het natte fietszadel.
Het had opgehouden met regenen.
De misselijke bui in haar maag nam niet af.
Het bleef er windkracht tien.
feedback van andere lezers- geertje
wauw, dit is goed geschreven ! - teevee
Hoe dat jij de mannen kent, zeg!
Ik vind hier iets om te onthou'en
wanneer ik weer iets mankeer
denk ik aan die apostelvrouwen!
|