Volg ons op facebook
|
< terug
Vallen en opstaan - hoofdstuk 15 : Manuel Ruiz
15.
Manuel Ruiz.
De zuiderse tonen vloeiden en rolden over haar tong toen ze de aankondiging hardop las.
Een mooie naam.
Hij zou niet misstaan in het "mooie-woorden-boekje" dat ze sinds haar achtste verjaardag bijhield.
Het was begonnen met de gift van haar grootmoeder : een felroze poëziealbumpje, met een Barbie- in- zilveren- prinsessenkleed op.
Haar jeugdige idee van poëzie bestond uit een verzameling van woordjes, en het eerste was "pluisje" geweest.
Zo had ze ook haar rosse kat gedoopt.
Het had iets wolligs en liefs. Net als de poes, als ze niet klauwde.
Ze bleef genieten van het samensmelten van letters tot klanken, in alle talen.
Het Engelse "acquaintance".
Het Franse "irrésistible".
Het Spaanse "mantequilla" en het Italiaanse "più".
Lena stapte haastig over de klinkers van het web van middeleeuwse steegjes, die de galm van haar voetstappen in de muren opslorpte.
Voorbij een toeristengroepje dat geleid werd door een vingerwijzende gids, die de schoonheid van haar geboorteplek terecht wist te waarderen.
Ze hield van haar stad. Het was keer op keer thuiskomen.
Pablo Neruda werd eer betoond in het kleine poëziecentrum, tussen de ondergrondse gewelven van een statig witgekalkt herenhuis.
Het was een verdoken locatie voor de subcultuur van de poëzieliefhebbers, dacht ze, het leek wel voer voor reportagemakers : "Wie zijn ze, waar komen ze vandaan…?"
Een jonge potige vrouw heette haar warm en gemeend welkom en wees haar met een perfect gemanicuurde vinger een plaatsje bij een donkere eiken tafel aan.
De ruimte was geverfd in roze en bruine tinten en hield zich verscholen achter een sluier van vochtige warmte, grotendeels te wijten aan het opstijgende lichaamsvocht van het dertigtal bezoekers die als schorre kippen door elkaar heen fluisterden.
Het geroezemoes versufte haar vermoeide gedachten.
De aanwezigen waren een mengelmoes van kleuren, geuren en leeftijden.
Nonchalante erehippies.
Stijliconen die kwamen "Om De Kunst".
Een dameskransje op leeftijd dat aan hun kaartspelende partners had weten te ontsnappen en uitkeek naar een avondje zuiderse jeugdigheid.
Een vrouw op zoek.
Ze bestelde aan de geïmproviseerde toog een witte wijn, waarvan de frisse zure toets haar even deed rillen.
En vroeg zich af waar en hoe Lawrence in dit plaatje paste.
De lichten doofden en het bonte gekakel stierf zachtjesaan een pijnloze dood.
Twee romige witte kaarsen hielden haar oogopslag gegijzeld.
Samen met Manuel Ruiz.
Ze was prompt puberaal en devoot verliefd geworden op deze kleine man die Pablo Neruda met zachte stem onder en in hen bracht.
Die de woorden, afwisselend in het Spaans en Engels, in haar gedachten klimoppen liet.
Het felle licht dat het einde inluidde, verbrandde even haar weekgeworden netvlies.
Terwijl de mensenkudde schuifelde, de trap op en de deur uit, nipte ze het bodemslokje uit haar beduimelde glas.
Het bonte allegaartje zou zich weer sorteren in de schuifjes van hun natuurlijke biotoop.
Ze hield de uitnodiging tussen haar klamgeworden vingers vast en plooide het rechterhoekje nerveus heen en weer tot de papieren barst definitief geworden was.
Toen ze opkeek stond hij voor haar.
Manuel.
Ze toonde hem gedwee het verfrommelde briefje zoals Lawrence het haar eerder opgedragen had.
Hij lachte zijn zuiderse tanden bloot, en overhandigde haar met een kleine buiging een rechthoekig pakje.
Kuste galant haar hand, en liet haar met een korte knik verweesd achter.
Het was een boek, niet groot, donker, met een harde kaft.
Ze draaide het om.
De papieren flap ontbrak.
In sobere karmijnrode letters stond tegen een achtergrond van een hemel vol sterren geschreven:
"Vijf min één". "Lawrence Vos."
Haar longen zogen gretig de frisse avondlucht in.
Ze zag op het kleine schermpje van haar mobieltje dat Ellen gebeld had.
Met een boodschap, in het jongevolkjes - taaltje zonder voornaamwoorden: "Kbel nog t'rug!"
Lena reed op automatische piloot tussen de stroom van auto's die de nachtelijke rijstroken trotseerden, met bestuurders die een saai en uitzichtloos bestaan hadden.
Zoals zij.
Tot voor kort.
Maar nu niet meer.
feedback van andere lezers- eomaya
Opnieuw een knappe wending. Knap! annvanbyl: Bedankt ! - dichtduvel
Irrésistible annvanbyl: Pleased to make your acquaintance... - aquaangel
leuk geschreven, al vind ik er wel veel ruimtes in zitten hoor......
annvanbyl: Bedankt voor de feedback, Angélique! Het paragraafjeswerk is bewust gedaan om het leesbaar en - zeker voor dit hoofdstukje - ingetogen te maken. Maar misschien is "trop teveel" hé. - frekieboy
Wat ik echt goed vind : je houdt overduidelijk van taal en je linkt die aan de romantische liefde voor een man. Eingelijk is het dezelfde liefde. De taal werd tastbaar en ik voelde ze over mijn huid strelen. Het werkte echt ! Bijv. "die als schorre kippen door elkaar fluisterden" en "het bont gekakel stierf een pijnloze dood". Mooi en sfeervol.
Waar je aan moet werken : Overgangen. Ik kan dit vrees ik niet goed uitleggen maar de ideeën lijken soms apart naast elkaar te staan. Je bent wat hak op de takkerig, denk ik. Je stijl is impressionistisch en in de schilderkunst gebruiken die ook allemaal aparte vlekjes. Je kracht is dus tegelijk je zwakheid. Toch hangt dit verhaal aan elkaar en je hebt er misschien al bewust aan gewerkt.
Er staan gedachten in die er wat zijn ingesmeten. Bijv. de gids, die de schooheid van de stad weet te waarderen. Het zou er nog aan moeten ontbreken zeker. Ik denk dat je een sfeer wil oproepen van de schoonheid die overal om je heen hangt, die door iedereen wordt bezongen, een gevoel van overvloed. Lijkt me prima, maar bedenk daarvoor iets dat wat minder vlak klinkt of laat het gewoon weg.
Het einde vind ik wat, euh... en nu ? Volgt er nog wat ? Is dit een stuk uit een groter geheel ? Laat het zijn, hé! annvanbyl: Bedankt voor je uitgebreide feedback, Karin, en ik kan je opmerking over de overgangen best volgen. Het is een bewuste stijlkeuze, sfeerschepping zonder al te detaillistisch te zijn. (ik vind je vergelijking met het impressionisme echt wel treffend!)
Hoedanook : het moet inderdaad één geheel blijven vormen.
Het einde hier is het einde niet : er volgen nog wendingen, dus "stick around "? - kapiteinsebbos
ik lees je graag
maar lees je ook eens mijn gedichten :-)? annvanbyl: Jà, Ode aan Barcelona : maravilloso, capitàn!
|