Volg ons op facebook
|
< terug
Vallen en opstaan - hoofdstuk 18 : Zwarte tanga
18.
Béatrijs had de weerspiegeling van de verbouwereerde blik van Lodewijk nog op haar netvlies, toen ze de dwingeland met huishoudbudgetfobie met een krachtdadige "njet" op zijn plaats had gezet.
Ze rebelleerde. Meer en meer.
Het ontwikkelde zich als een klein landweggetje dat langzaam overging in een slingerende aardeweg, en resulteerde in een drievaksbaan naar de zon.
De zachte aanzet was gegeven door de aankoop van het donkere brood.
Hij had drie dagen krampen gehad.
Ze stapte aarzelend de winkel binnen, in diepe overpeinzing dat ze de geplande uitgave tegenover hem nooit verantwoorden kon.
Haar generatie vrouwen kende geen eigen bankrekening, geen eigen kredietkaart of spaarboekje.
Haar generatie kende gemeenschappen.
Seksuele gemeenschap.
Kerkgemeenschap.
Gemeenschap van aanwinsten.
Alles in een grote pot, met pap waar enkel de man in te brokken had.
Lodewijk hield een minutieus kasregister bij. Hij sabelde er wekelijks alle uitgaven met een zwarte pen in neer, keurig geboekt tegenover de maandelijkse inkomsten van zijn boekhouderwedde en de centen van haar bediendestatuut. Voor die laatste stroom gebruikte hij een groene pen. In zijn kleine lederen etui zat nog een vervaarlijke rode, die hij bovenhaalde als de uitgaven de inkomsten overklasten. Dat was in de vele jaren huwelijk niet één keer voorgevallen.
Haar weekmarge was vijfentwintig euro, het equivalent van de vroegere duizend frank.Die afronding had hij haar in een overdreven bui van gulheid in het eurojaar toegekend.
Het moest volstaan voor het dagelijkse brood van één euro vijfentwintig, de zondagse ovenverse broodjes, een weekblad of een vergeten of dringende aankoop van groenten of fruit (pruimen en kiwi's tegen zijn alomtegenwoordige constipatie).
Tot een jaar geleden schudde ze wekelijks haar portemonnee leeg op tafel en liet ze hem het restbedrag tellen en verrekenen.
Ze was ermee gestopt.
Toen ze haar zoon en schoondochter in spe over deze traditie vertelde, was Bart eerst in een luide lach uitgebarsten. Hij had haar nadien gedurende een halve minuut ongelovig, met zijn mond een tweetal centimeter open, aangestaard en had het vervolgens een "naoorlogs systeem" genoemd, de "huidige welvaartstaat onwaardig".
Ellen had beschaamd de veters van haar sportschoenen bestudeerd, onmiskenbaar blij dat haar toekomstige deze werkwijze dan toch niet in zijn genen had.
Maar het oppotten had haar ondertussen wel toegelaten een klein bedrag bijeen te sparen. Ze bewaarde het achter de ritssluiting van de binnenzijde van de bordeaux handtas, die hierdoor haar luxetas geworden was en die ze gebruikte als ze op spendeerbenen liep.
Iedere week gemiddeld vijf euro, vijftig weken lang, de vakantieweken kon ze er niet aan ontsnappen.
Het kon inmiddels tellen.
Ze had er bijna veertig verkwist aan drie nieuwe lippenstiften, twintig aan een klein flesje parfum en gisteren nog wat uitgegeven aan zoete verse aardbeien met slagroom op een terrasje in de binnenstad.
En, dacht ze met een warm tintelend gevoel, aan het treinritje naar Brugge waarvan ze François weerhouden had het voor haar te betalen.
Op de terugweg had ze hem nog een klein zakje chocolaatjes in de vorm van schelpen, koralen en zeepaardjes cadeau gedaan.
"Zeevruchtjes van mijn eigen zeevruchtje", had hij gezegd, waarmee hij doelde op de lange jaren die ze aan de Vlaamse kust had doorgebracht.
Ze had nog wat geld over.
Het belletje rinkelde discreet en na een blikopslag was het voor haar een uitgemaakte zaak dat ze niet paste in het interieur van warme flair en elegante erotiek.
Ze wou al rechtsomkeer maken maar de gepleisterde glimlach van de verkoopster van het kleine lingeriewinkeltje weerhield haar.
De jonge vrouw die uit het rechterpashokje stapte, kende ze vaag. Ze had een massa ondergoed in haar gemanicuurde handen, van lichtroze tot vuurrood, met kant, broderie en drie zwarte strings. Een champagnekleurig nachthemdje met fijne bandjes die ze vast niet lang op de frêle schouders zou dragen.
Het was jaren geleden dat Bétri zichzelf nog verwend had met mooi ondergoed, en ze vond dat ze dit exces nu, meer dan ooit, verdiende.
Het zou haar zelfbeeld opwaarderen, haar ietwat hangende borsten van Babylon een lift geven.Haar nog redelijk stevig achterwerk accentueren, gegoten in een iets strakkere rok die ze niet had en dus dringend kopen moest.
"Stijlvol sexy," had de verkoopster de vier verschillende modelletjes genoemd, "klassiek maar met een vleugje prettige charme".
Rood, zwart, bruin, en donkerblauw.
Ze keek naar zichzelf in de spiegel en zuchtte: de combinatie beige regenjas, blauwe klassieke rok, en Hush - Puppies deden haar slanke figuur geen eer aan.
Haar mantel legde ze op het witte velours kuipstoeltje dat er voor vermoeide bijzitters stond, haar handtas in de hoek op het rode tapijt.
Het geurde er naar scherpe bloemen, teveel wasverzachter en een goedkope deodorant.
Haar bloes met blauwe en grijze streepjes hing ze aan het ene haakje, de donkerblauwe ruitjesrok aan de andere.
De ooit stralend witte beha deed niets voor haar kleine doorhangende borsten: prees ze niet de hemel in en verwees ze niet naar de hel. Haar even monotone slip kwam net onder haar uitpuilende navel. Dat navelknoopje had ze altijd gehad en Bruno droeg er ook eentje.
De vriendelijke verkoopster riep haar van achter het gordijn toe:
"Past het mevrouw, of kan ik u helpen?"
Waarmee wil je beginnen, dacht ze.
De rode leek te wulps en stak schril af tegen het roomwitte van haar winterhuid die dringend wat zonlicht kon verdragen. Ze leek klaar voor de Amsterdamse walletjes, vond ze, en legde het resoluut naast zich neer.
Ze probeerde het zwarte gevalletje, rechtte haar schouders, verpinkte niet en mompelde: "Trek ten strijde, lustige zwarte weduwe! "
De blauwe kanten slip kriebelde tegen de binnenkant van haar dijen, en dat kon ze niet verdragen. Het was van de weinige raakpunten die ze had met Lodewijk. Piet Precies sneed altijd met chirurgische vaardigheid de etiketjes uit zijn nieuwe kledij, en hield ze zorgvuldig bij.
Het was haar een raadsel waarom hij die dingen spaarde. Eén van de vele mysteries die het open boek dat het jarenlange samenleven placht te zijn, wist te tarten.
Ze gleed met een aan haar leeftijd aangepaste soepelheid in het bruine broekje maatje 42, haakte de sluiting van het bovenstuk op haar rug vast, schudde er haar borsten in recht en stak ze naar voren. Trok haar buik in, en keek goedkeurend.
In gedachten zag ze zijn blik begerig over haar lichaam en de bruine zijde heenglijden.
Ze leek nu een echt chocoladen zeevruchtje.
Een niet voor lang meer verboden exemplaar.
feedback van andere lezers- dichtduvel
Prachtig. Je ziet aan welke prullen een vrouw haar centjes besteedt (grapje !). Nee, heel menselijk.
chocoladen zeevruchtje annvanbyl: Tja, de liefde van de man gaat door de maag en het oog hé :-)
Bedankt voor de commentaar (ook wat spelling betreft)! - Ghislaine
Ai, je hoofdpersonage is eindelijk wakker aan het worden. Dat duurde lang. Ik zie mijn half rood boekje eens aan mijn verdiende centen komen...... hola, dat komt nooit meer goed. Die gaat richting "dumpen die handel." Excellente serie! annvanbyl: Hà ! Bedankt voor je commentaar ! - kapiteinsebbos
leuk, leuk
geef je eens fb bij een gedicht van mij? :-) - Oscar_Childe
Ik ontdek verder, wanneer schijnt het boek? ;-) Voel je vrij eens te komen piepen
jens xx
|