< terug
Vallen en opstaan - hoofdstuk 20 : Vos of stier
20.
François, zo heette hij, de Sean Connery van de bibliotheek.
Het kruistochtverhaal van Simon was verslonden en verteerd, en hij stond te trappelen om nieuw leesvoer. Zijn voedde met plezier zijn leeshonger, en verkoos dit boven het leeghoofdig languit hangen voor een zwarte televisiedoos.
"En, wat vond u van de zieleroerselen van Lawrence Vos? " vroeg hij.
"Ik werd er stil van," bekende ze, "en dat is veelzeggend. Kent u de auteur?"
Hij knikte.
"Dat kan u wel zeggen, ik zal het u maar verklappen, het kan vast geen kwaad," en hij boog zich naar haar toe, "ik ben ook een Vos."
"Aangenaam", zei hij, " François Vos."
Ze keek hem aan, op zoek naar sporen van herkenning, die ze niet vond in de grijze lokken van de wijze vos.
" U bent familie van Lawrence?"
"Dat heeft u goed geraden," lachte hij," al heet hij eigenlijk geen Vos. Dat is de familienaam van mezelf en zijn moeder, mijn lieve zuster. Als auteur door het leven moeten gaan met een naam als Lorenzo Hernandez de Toro is niet zo eenvoudig. Voor die autogrammen en de groupies begrijpt u," voegde hij er met een knipoog aan toe.
Lorenzo Hernandez de Toro.
Lawrence Vos.
"En is zijn werk autobiografisch, als ik vragen mag?"
" Helaas wel... zijn vrouw overleed drie jaar geleden. Nu heeft hij zijn leven weer een beetje op het rechte spoor, maar het duurt. Verwerken is niet voor niets een werkwoord. Er moeten grote hoeveelheden tijd over de wonden gegoten worden, die de pijn van het snijden en het afgesneden zijn uiteindelijk verzachten. Voor hem en voor de kinderen. Drie. Maar dat heeft u allemaal gelezen, niet?"
Ze liet het eventjes tot zich doordringen.
" Kunt u hem zeggen dat een van zijn lezeressen het een mooi boek vond?" vroeg ze.
" Hij zou het vast waarderen mocht u dat zelf doen, beste mevrouw, dat streelt 's mans ijdelheid", en schreef op een klein geel briefje de naam en het emailadres.
Simon volgde alles vanop leesafstand en hield zijn hoofd een beetje schuin.
Grappig, dacht hij, zo heet mijn vriendje Hannes ook. Er zijn dus nog mensen met die rare naam.
De Toro, de stier! Daarmee kon hij Hannes morgen zeker troosten.
Ze ging achter het monotone grauwe klavier zitten en keek naar haar contrasterende bruingelakte nagels. En tikte : "Beste Lawrence."
Ze wiste. Te familiair.
"Hallo! " Telefonig banaal.
Ze ademde uit, en hakte vastberaden en onophoudelijk in op de toetsen.
"Dag Lawrence. Ik heb genoten van je boek. Al twijfel ik of genieten de juiste woordkeuze is. In elk geval, je hebt me geraakt. Meer nog dan ik mezelf met die duik op de straatstenen. Weet je nog?
Liefs. Lena."
Ze sloot de ogen. Zocht de verzendtoets.
Deed ze even open in een laatste twijfelstuiptrekking.
En verzond.
|