onderweg
Ik was bezwangerd en ik was volstrekt niet van plan het gelag van mijn dwaasheid duur te betalen. En voor mij hoefde Anton dat ook niet te doen.
Anton is een schitterende man. Vrij in alle betekenissen van het woord. Een chef wiens werklust en geestdrift aanstekelijk is. Het hart op de tong; de vuile was op het bord van de eigenaar. Een opgekuiste ziel, wars van schaamlapjes, tupperware-doosjes en vitrinekastjes. Een mens die elk ander accepteert zoals hij is. Zonder verborgen agenda. Eenvoudig en pretentieloos. Altijd ontspannen en vol energie. En nooit om een grapje verlegen. Ik mag hem. Zoals zovele andere vrouwen hem mogen. Ze komen en ze gaan in zijn leven. Want in een kooi is hij niet te vangen. Liefde is niet exclusief, zegt Anton. Van liefde weet ik niets af. Dat woord staat niet in mijn woordenboek. Maar die woorden komen zo spontaan en wervelend uit zijn mooie mond, dat ik ze voor lief neem.
Twee handen op één buik, zegt Kitty soms als ze ons op het werk bezig ziet. Ze moest eens weten dat er ergens in een boerderijtje in Friesland een jongetje van precies één jaar oud ronddartelt dat door Anton in mijn buik is verwekt. Maar dat weet ze niet. Dat weet Anton niet. Ik alleen weet dat. En zo is het goed.
Vandaag is vandaag. Ik leef in de tegenwoordige tijd. Wat gebeurd is, is onherroepelijk gebeurd en nooit meer te keren. Wat ervan rest is de voltooid tegenwoordige tijd: de sporen, de vruchten, de afval.
Leven gelijkt op baren. Er zijn de omstandigheden. Er is de contingentie. Er is de driftige natuur. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Er zijn de bewuste en onbewuste handelingen van de anderen. En die anderen zijn met velen. Je hebt er al bij al weinig aan te vertellen. Je bent niet de auteur van je eigen verhaal. Wie het achteraf zo gaat uitleggen schrijft fictie. Wie het op voorhand gelooft, gaat de mist in. Je hebt je te schikken naar de feitelijkheid. Je hebt kansen af te wegen. Je kunt voor iets gaan. Je kunt iets laten schieten. Meer niet. De kunst is vlijtig met je kont te draaien tot je comfortabel genoeg zit. De mogelijkheden opmerken, inschatten en er iets mee doen. Op een creatieve manier. Het aan boord leggen. Bricoleren. En daar ben ik goed in. Heel goed.
Het is een mooie avond in mei. Mijn vel voelt zacht van de weldoende oliën. Mijn haren geuren naar mijn favoriete shampoo. Ik zit rustig achter mijn stuur. Op dit uur zit heel België naar de televisie te staren. Ik herken de straat waar Anton zijn huis ligt, temidden de prachtige Waalse bossen. De maan staat jong en vol aan de hemel. Alle sterren staan goed. Alles wijst erop dat dit een heerlijke avond gaat worden. Ik voel me goed.
stemresultatenEnkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.
|