< terug
Lichtfeest
Jaap Lantaarn was vandaag jarig.
Hij was 20 jaar geworden.
Zijn lamp knipperde van opwinding.
De hele week was hij bezig geweest met het schrijven van de uitnodigingen.
Hij had er nog steeds kramp van in zijn vingers.
Maar dat had hij er wel voor over gehad.
Hij hoopte dat iedereen zou komen !
Het zou leuk zijn om iedereen weer eens te zien.
Hij had er rekening mee gehouden dat het druk zou kunnen worden.
Daarom zou het feest buiten gevierd worden.
Jaap liep naar binnen en keek nog even in de spiegel.
Hij mopperde even.
Er zat een roestplekje op zijn been.
Snel pakte hij een schuurspons en wreef de plek weg.
Daarna pakte hij wat koperpoets.
Hij was tevreden over het resultaat.
Er was niets meer van de plek te zien.
Hij kon nu met een gerust hart de gasten ontvangen.
"Ringggggggggggggggggg !!"
Daar ging de bel.
Jaap liep naar de deur en deed open.
Daar stond Aaf Staaflantaarn.
"Hee Aaf" zei Jaap.
"Leuk dat je er bent."
"Zeker wel" antwoordde Aaf.
Jaap wees haar door naar de tuin.
Weer ging de bel.
John Lampion was de volgende gast.
Vlak achter hem stond Jakko Zaklantaarn.
Jakko stond flink te gapen.
"Heb je soms slaap ?" wilde Jaap weten.
"Nee" zei Jakko.
"Ik heb honger."
Hij rekte zich flink uit.
"Wat heb je te eten ?" vroeg Jakko.
Jaap krabte even over zijn hoofd.
"Hee, wat leuk !" riep Jakko.
"Wat ?" wilde Jaap weten.
"Nou, dat hoedje op je hoofd" zei Jakko.
"Oh, dat is een lampekap" zei Jaap.
"Daar heb ik er nog meer van liggen in de tuin. Kan iedereen er een opzetten."
Jakko knikte tevreden.
"En het eten ?" vervolgde hij.
"Even kijken" zei Jaap.
"Ik heb batterijen, kaarsen, accu's, lampolie..."
"Batterijen !"
Jakko begon te kwijlen en rende door naar de tuin.
"Wat een geweldig huis heb je."
Het was Nel Lichtbak.
"Zo helder binnen, echt heel mooi."
"Ja, het is een lichtdoorlatend huis" wist Jaap.
Nel liep verder, met een hele lading kleine Lichtbakken achter zich aan.
"Waar is jullie vader ?" vroeg Jaap.
Nel keek treurig.
Haar licht flikkerde even.
"Bij Piet is vanmiddag het licht uitgegaan" zei ze.
"Oh, wat erg" zei Jaap.
Nel knikte.
"Kortsluiting. Hij heeft niet geleden."
Ze zuchtte.
"Ik ben nog in lichte rouw.
Maar gelukkig zie ik nog licht in het leven."
"Dat is mooi" zei Jaap.
"Dat werpt weer een gunstig licht op de situatie."
Jaap draaide zich om.
Wat een herrie.
Dat kon maar één iemand zijn.
Roel Lichtbrulboei.
Al scheldend kwam Roel binnen.
"Wat is er aan de hand, Roel ?"vroeg Jaap.
"Ik heb een boete gehad" mopperde Roel.
"Ik ben door rood licht gereden."
"Da's niet zo mooi" zei Jaap.
"Ja, en het was niet helemaal mijn schuld" wist Roel.
Hij wees naar de deur.
Job Stoplicht kwam binnen.
Hij keek niet blij.
"Ik sprong te snel op rood" zei Job.
"Ik ging van groen gelijk naar rood, en ben oranje vergeten."
Roel mopperde flink verder.
Hij was licht ontvlambaar vandaag, zag Roel.
"Misschien word je wel licht gestraft" zei Jaap.
"Ik hoop maar dat de politie het licht opvat."
Daar kwam Sjaan Schemerlamp binnen.
Ze liep met een lichte tred, maar niet helemaal recht.
Waarschijnlijk was ze licht aangeschoten.
Sjaan was niet bij iedereen geliefd.
Het gerucht ging dat ze een dame van lichte zeden was.
"Hallo Sjaan" zei Jaap.
"Je ziet er goed uit" loog hij.
"Ik volg een kuur, ik ben al twaalf pond lichter geworden."
Ze kuchte even.
"Maar vandaag kijk ik er even niet naar. Ik heb reuze trek. Heb je genoeg in huis ?"
"Allicht" zei Jaap.
Halverwege de kamer bleef ze staan.
Geinteresseerd keek ze naar de boekenkast.
"Wat heb je veel boeken !" riep ze.
Jaap knikte.
"Het stelt niet zoveel voor, hoor. Over het algemeen is het lichte kost."
Hij had niet geweten dat Sjaan zich voor boeken interesseerde.
Ze was, om het eerbiedig te zeggen, niet echt een groot licht.
Zo zie je maar, bepaalde zaken of mensen komen dan toch in een ander daglicht te staan.
"Dag jongen."
Jaap draaide zich om.
Daar stond zijn moeder.
"Ik ben toch maar gekomen."
Ze liep langs hem heen en keek rond.
"Wat ziet het er netjes uit" zei ze.
Jaap knikte.
Gisteren had hij flink gepoetst.
Met zijn moeder.
"Daar mogen we trots op zijn"zei ze blij.
"Je ziet het, vele handen maken licht werk. Als je het alleen had moeten doen...
Je moet daar niet te licht over denken."
"Nee moeder. Waar is vader trouwens ?"
"Thuis" zei moeder.
"Hij voelde zich wat licht in het hoofd. Vast een lichte verkoudheid."
"Oh" zei Jaap.
"Jammer."
"Hij komt wel een andere keer" zei moeder.
"Ben je naar de kapper geweest ? " vroeg Jaap.
"Ja" zei moeder.
"Ik vond lichtblond voor de verandering wel mooi."
Ze zag opeens Sjaan staan.
"Zeg jongen" vroeg ze aan Jaap.
"Waarom heb je die lichtekooi uitgenodigd ? "
"Ze is familie" zei Jaap.
"Nou ja, het is jouw feestje."
Daar ging de bel weer.
Koos Lichtmatroos stond voor de deur.
"Hee Jaap, dat is lang geleden !" riep hij.
"Het lijken wel lichtjaren geleden."
"Je bent toch ziek geweest ? "vroeg Jaap.
"Ja" zei Koos.
"Ik heb een tijdje lichttherapie gehad. Maar nu gaat het weer. Als in een stroomversnelling."
Jaap knikte.
"Gelukkig maar."
"Ja" zei Koos.
"Je moet er niet te lichtzinnig over denken, soms valt het zwaar tegen."
Koos wreef over zijn buik.
"Ik hoop dat het eten lichtgezouten is. De kans dat ik in een elektroshock raak is niet geheel uit te sluiten."
Jaap knikte.
"Ik heb van alles. Zie maar wat je lust."
Daar kwam de volgende gast alweer.
Het was Aal Draadpaal.
Ook Aal was een tijdje ziek geweest.
Draadbreuk, wist Jaap.
Aal zou binnenkort zonder werk komen te zitten.
Tegenwoordig ging alles bijna draadloos.
"Wat heb ik een honger" zei Aal.
"Heb je ook draadjesvlees ?"
"Vast wel" zei Jaap.
"Ga maar vast naar buiten. Een aantal gasten zitten al rond het vuur."
"Oh, wat leuk" zei Aal.
"Dan hoeven we niet in het schemer te zitten."
Ze rende naar de tuin.
"Blijf een beetje bij de vuurhaard vandaan" riep Jaap haar na.
"Ik heb wel voor hetere vuren gestaan" lachte Aal.
De deur zwaaide weer open.
"Als je het over de duivel hebt... zei Jaap.
"...dan trap je op z'n staart" lachte de volgende bezoeker.
Het was Sjaak Vuurtoren.
"We hadden het net over vuur" lichtte Jaap z'n opmerking toe.
"Je hebt toch wel in een positief daglicht over me gesproken ?" wilde Sjaak weten.
"Zo niet, dan speel je met vuur !"
Sjaak lachte altijd om zijn eigen grappen.
"Ja, echt " zei Jaap.
"Daar durf ik m'n hand voor in het vuur te steken."
Sjaak haalde een sigaar uit zijn zak.
"Heb je een vuurtje ?"
"Nee" zei Jaap.
"Wellicht een van de andere gasten."
"Hee Truus !" riep Sjaak.
Daar was Truus Gloeikous.
Ze was net terug van vakantie.
"Goeie vakantie gehad ? " vroeg Sjaak.
"Ja, lekker warm. Iedere dag een gloeiende zon."
Dat kon je wel zien ook, vond Jaap.
Haar gezicht was vuurrood.
"We hebben twee dagen stromende regen gehad" zei Truus.
Gelukkig wordt het weer daar bepaald door een warme golfstroom.
Ik zat aan zee, maar het hotel was stroomafwaarts, meer in het binnenland."
Truus liep verder.
Ze had een hoop zonne-energie opgedaan.
Dat was zonneklaar.
Jaap schrok toen er hard op de deur werd gebonsd.
Het was Pierre de la Plafonniere.
Eigenlijk heette hij Piet Lamphouder, wist Jaap.
Pierre de la Plafonniere was zijn schuilnaam.
Van beroep was hij bokser.
Een echte lichtgewicht.
Jaap vertrouwde hem niet zo.
Piet stond bekend als een oplichter.
Het verhaal deed de ronde dat hij zijn eigen huis in brand had gestoken.
Toen de brandweer kwam stond het in lichterlaaie en was niet meer te redden.
Ook zou hij vuurgevaarlijk zijn.
"Hallo Piet" zei Jaap.
"Pierre" antwoordde Piet. "Ik heet Pierre."
"Wat je wilt" zei Jaap.
Jaap bedacht zich dat hij wel een beetje moest oppassen.
Piet kon nogal lichtgeraakt zijn.
De gasten bleven binnenstromen.
Jaap bleef nog even bij de deur wachten.
Net toen hij naar de gasten wilde gaan werd er geklopt.
"Bep Rode Lantaarndrager !" riep Jaap.
"Leuk dat je er bent."
Jaap lachte.
"Te laat, zoals gewoonlijk."
Bep moest ook lachen.
"Ja, ik doe mijn naam altijd eer aan"giechelde ze.
Niet veel later zat Jaap met zijn gasten rond de vuurhaard.
Het werd een lichtfeest om nooit te vergeten.
feedback van andere lezers- Ghislaine
Hier mooie tekeningen bij en het is topklasse. Stuur het even naar Zonnekind aub. - cehadebe
Heerlijke verhalen elke keer
|