< terug
Mijn leven als...
In het boeddhisme gelooft men in reïncarnatie. De eindeloze cyclus van leven, dood en wedergeboorte. Na de dood wordt de ziel herboren in een ander lichaam en begint deze cyclus weer opnieuw. In wat voor een lichaam de ziel gereïncarneerd wordt, is afhankelijk van de daden, goede en slechte, die de ziel in zijn vorige leven begaan heeft. Met andere woorden, als je veel slechts hebt gedaan, heb je meer kans om tot een miezerig insect gereïncarneerd te worden dan in een imposante leeuw.
Vaak hoor je mensen zeggen:
"Als ik gereïncarneerd word, kom ik terug als een tijger, een valk of een wolf". Maar je hebt het niet te kiezen… wat als je terug komt als een mier, bacterie, muis of goudvis?
In dit boek volgen we de reis van een ziel die de eeuwige cyclus van leven, dood en wedergeboorte doormaakt van het jaar 0 tot 2000.
Een fragment van één van de levens uit het boek:
Mijn leven als grasspriet
Jaar 1981 - 1981,03
Ik was Priet. Een gewone doordeweekse grasspriet. Niet super intelligent, niet extreem gespierd, groot of atletisch. Een alledaagse grasspriet. Groeien en praten. Dat was het enige dat wij grassprieten deden. Filosoferen, debatteren en discussiëren over de grote levensvragen. Waarom zijn wij hier? Zijn wij de enigen in het universum? Waarom groeien wij zo snel? Waarom zijn wij groen? Waarom? … Dagdagelijks waren wij hier mee bezig.
Het was niet alsof we veel andere dingen konden doen. We stonden vast in de aarde. Een triatlon of dergelijke zat er dus niet in. Enkel wat stretchen. Naar voor, naar achter, naar links, naar recht,…
Zo snel mogelijk, zo ver mogelijk, in alle combinaties. Daardoor dat wij grassprieten zo lenig en buigzaam zijn. De enige sport die wij hadden was stretch limbo, maar zonder stok of gedans natuurlijk. Gewoon om ter diepst buigen. Om de 4 keer dat de zon opkwam hielden we de olympische stretch limbo. Door het feit dat wij buiten stretch limbo, groeien en praten niks anders konden doen, waren wij intelligent. Je mocht natuurlijk ook niet te slim zijn. Als je te geleerd was, werd je brein te groot. Daardoor boog je continu naar voor van het gewicht van je super ontwikkelde brein. Waardoor je dan scheef groeide, en serieuze rugklachten kreeg. Meedoen aan de olympische stretch limbo was dan ook niet meer mogelijk. Te dom zijn was dan ook weer niet zo goed. Dan woog je te weinig.
Als er dan een zuchtje wind was wapperde je naar alle kanten heen en weer. Waardoor er serieuze hersenschuddingen ontstonden. Hierdoor was meedoen aan de olympische stretch limbo dan ook niet meer mogelijk.
Het leven was niet zo simpel als het leek. Er waren heuse gevaren. We groeiden namelijk enorm snel.
Als we te groot werden kwam er een stalen monster met vlijmscherpe tanden, dat ons gelijk maakte met de grond. Enkel de meest buigzaamste overleefden het gevreesde stalen monster. Ikzelf had de agressie van het stalen monster nog nooit meegemaakt, ik was ook nog vrij jong. Tot op die ene dag. Het was een mooie zonnige dag. Lekker warm. Wat zonnen, stretch limbo spelen, en vooral groeien. Het mooie weer zorgde ervoor dat we aan een heel snel tempo groeiden. Plotseling hoorde ik de grassprieten wat verderop, gillen en krijsen.
"Het monster, het stalen monster"! Iedereen gilde. Massahysterie.
Ik zag het vreselijke monster dichterbij komen. Het was genadeloos, het hakte en beet elke grasspriet kapot. Geen genade, geen uitzonderingen. Iedere grasspriet moest geloven aan zijn weerzinwekkende haat. Iedereen.
Prijs exclusief verzendingskosten
Koop dit boek nu in de leeswinkel!
|