Volg ons op facebook
|
< terug
Kanu en de haas
Op lagere school werd ik veel geplaagd vanwege mijn vooruitstekende tanden. 'Johnny de haas,' noemden ze mij. Ik had maar één vriend: Kanu. Hij vertelde vele verhalen van Mzee, zijn opa, die nog vee had gehoed in Kenia, lang voordat hij met zijn enige kind naar België was gekomen. Deze was getrouwd met een Belgische schone, die hem Kanu had geschonken. Mzee woonde bij hen in. Hij bezat één koe, Maziwa, die op het kleine grasveld voor de rijtjeswoning graasde. In tegenstelling tot de buurtbewoners vonden wij dat geweldig.
Op een dag werd Mzee erg ziek.
'Opa, ik wil niet dat je doodgaat,' huilde Kanu aan het ziekbed.
'Zolang Maziwa melk geeft springen impala's in mijn hart. Als de melk niet meer loopt, trommel dan de haas op,' sprak de oude man.
Hij sloot zijn ogen. De zwarte huid van alle glans beroofd.
Dagelijks melkte Kanu Maziwa. Hij was telkens opgelucht wanneer de witte levenskracht uit de spenen spritste. Daarna bezocht hij Mzee, die meestal lag te slapen. Maar op een dag staarde de oude man met grote ogen naar het plafond. Zweet druppelde van het voorhoofd.
'Je vader is zijn afkomst vergeten,' riep hij woest. 'Je ouders zijn als de leeuw die slecht regeerde en alle ouderen liet vermoorden. Ze liepen toch maar nutteloos in de weg.'
Kanu begreep er niets van.
Plots kalmeerde Mzee. 'Ik had het erger kunnen treffen,' ging hij verder. 'Gelukkig ben ik niet zoals het zieke welpje dat in een struisvogelnest onbekommerd werd achtergelaten.'
Kanu snikte. 'Opa, wat zegt u toch allemaal?' vroeg hij. Mzee reageerde niet op zijn stem. Hij ging gewoon verder met zijn vertelsels. Zei dat het hem daar aan thuis deed denken, met al die leeuwen, nijlpaarden, gnoes en andere wildebeesten. Had zijn ziekte hem terug gevoerd naar Kenia?
'Opa hier zijn geen beesten,' antwoordde Kanu voorzichtig.
'Kijk hoe blij het stokstaartje is,' ijlde Mzee. 'Zie het kwispelen. En daar zijn die dekselse hyena's weer. Ik verjaag ze wel.'
Mzee's tere lijf schudde hevig in het bed. Kanu schrok en dacht dat hij misschien beter papa kon halen. Maar toen hield het schudden op en lachte Mzee weer.
'Kijk. Nu gaan ze hun woede bekoelen op de neushoorns daar in de weide.'
Toen begreep Kanu ineens waar opa's ijlen hem had heengevoerd. Niet naar Afrika, maar naar het bejaardentehuis waar hij vorige week nog de blanke oma van Kanu had opgezocht. Ze hadden een wandeling naar het beekje gemaakt. Oma met haar hondje aan de lijn. Drie Jack Russels waren toen naar hen toe gerend vanaf het erf van een boerderij. Mzee had ze verjaagd, waarna ze een weide vol koeien in waren gelopen. Tijdens die wandeling had Mzee gevraagd hoe zij het in godsnaam kon uithouden in zo'n gevangenis. Nooit, neen nooit zou hij zo eindigen, had hij geroepen.
Terwijl hij in het hand van opa kneep, begreep Kanu dat opa vreesde dat ze hem in een tehuis zouden dumpen.
'En daar zie: antilopen. En daar een zebra,' vervolgde Mzee. 'Kom we gaan naar het water. Ik laat je de nijlpaarden, ibissen en gazelles zien.' Kanu luisterde, totdat opa weer insliep.
De volgende morgen gaf Maziwa geen druppel meer. Kanu spurtte naar het bed van Mzee, waar hij samen met zijn ouders zag dat hij moeizaam ademde. Plotseling opende hij één oog dat Kanu indringend aanstaarde. Hij verdronk erin. Kon zijn blik op niets anders richten. Hij zag zichzelf een veestapel loodsen doorheen de semiwoestijn. Zandkorrels tussen zijn lippen. Opa liep steeds verder van hem weg, totdat hij nog slechts een zwarte stip aan de oranje einder was. Toen doofde het oog uit.
'Niet dood gaan opa,' snikte hij.
'De zwarte mamba huist in mij,' kreunde Mzee.
'Niet waar,' schreeuwde Kanu. 'Hou op met je verzonnen beesten!'
'Sjjtt, rustig maar, jij wilde kat.' Mzee grijnsde. Zijn glimlach ging over in kuchen. Kanu's vader drukte een nat washandje tegen de purperen lippen.
'Het is niet erg, mijn jongen,' zei Mzee. 'Weet dat een koe best het hart van een neushoorn kan hebben, een geit de moed van een leeuw. Als je maar wilt kan je alles zijn. Onthoud dat!'
Een diepe zucht volgde. Zijn mama huilde. Ze legde een hand op de schouder van Kanu. Zijn papa bad.
Kanu rende vlug naar zijn kamer, nam zijn handtrommeltje en danste en zong. Op dat moment kwam ik net aan. Ik liet mezelf binnen via de achterdeur. Mijn vriend smeet de trommel aan de kant. Zijn droevige stemming verdween. Met twee vingers streek hij over mijn lippen. Zonder verdere uitleg sleurde hij me mee naar Maziwa. Hij gebood me haar te melken. Enkele druppels tokkelden in het lege emmertje. Toen we een bodempje melk hadden renden we naar de kamer van zijn opa.
'De haas is gekomen opa!' riep hij verheugd en schudde aan de arm van Mzee. Hij leek dood. Er was geen ademhaling te bespeuren. De papa van Kanu nam de emmer en zette hem aan de lippen van de oude man. Toen, plotseling, eerst een kleine tinteling van een ooglid, vervolgens het langzame openen van de ogen, een hoest en een proest. 'De mamba is weg,' grijnsde Mzee.
Korte tijd daarna verhuisde ik. Ik weet dat alles goed is met mijn Afrikaanse vriend. Maar op een dag zal de haas weer opgetrommeld worden. Mijn oren staan gespitst.
feedback van andere lezers- Vansion
Uitstekend verhaal.
Misschien zou ik die eerste twee zinnen schrappen. je verklapt de pointe eigenlijk op voorhand al. De tanden kun je even goed beschrijven op le moment suprême... (?) jbrouns: Daar heb ik ook al aan gedacht, maar twijfel nog, omdat dit stukje het midden houdt tussen iets voor volwassenen dan wel voor kinderen. Ciao
|