writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Vervolg op gisteren

door dovan


Eind 1938, mooie tijd om je legerdienst te beginnen. Onzichtbare oorlogswind op komst en direct naar Leopoldsburg en dan nog voor twee jaar. Weg van Adie en thuis, maar ook mijn konijnen-business, de vissen en het schaatsen. Allé, weg mijn hele leven. Maar ook grote problemen thuis. Ma wist zich geen raad, maar dank zij haar nieuwe vriend Matthys René (mijn latere stiefvader) had ik toch geen reden om te panikeren. Tweede vader naar mijn hart. En hij heeft dat heel goed gedaan de René. Ma, broer en zus zijn nooit iets tekort gekomen tijdens mijn jaren afwezigheid. Ook de konijnen groeiden en bloeiden. Een spoedcursus van drie maand had ik aan mijn stiefvader gegeven voor mijn vertrek ! Het leger is uw beste vriend werd absoluut geen waarheid ! Toen we vertrokken was het station van Idegem in tranen gehuld. Adie, mama, Emie, kleine Gust, ik en de René stonden daar maar tijdloos te kijken. En dat zou het worden, eindeloos !
Met de treinstomer naar de kazerne geschud. Eindbestemmming Leopoldsburg. Zes uur want de locomotief was onderweg ook nog in panne gevallen. Voorbode van wat zou komen. En ondertussen altijd die heimwee naar huis, wat zijn ze aan het doen, hoe is het met Adie, kleine Gust en Emmie. Aangekomen, in de rij en geef acht zei de korporaal. Kleren passen, de kapper en een slaapkwartier. Schoenen poetsen, rechte rug en weer die acht geven zouden de volgende maanden onze constante worden. Drillen en gedrild worden. Verstand op nul en arch ! Corvée hier en nog een daar. Geweer poetsen en de bottinen-bruin. Alleen maar poetsen dat schietijzer, de eerste drie maand hebben we er vijf keer mogen mee schieten. Munitieratsoen. En elke dag die leeghoofdige geef acht. Luitenant links, kapitein soms rechts .. rug recht, hoofd omhoog en kappen met die hielen. Soldaat VdP "geef acht", klootzak dacht ik dan " waarom geen negen". De eerste keer dat ik naar huis mocht was pas na twee maand. Twee maal een halve dag op de trein om maar drie dagen bij je familie te zijn. Het afscheid kwam zo snel en het zou voor een lange tijd zijn, maar dat wist ik toen nog niet. In de kazerne waren we ondertussen elke dag bezig met het antieke oorlogstuig te kuisen. Kanonnen van meer dan twintig jaar oud, tanks waarvan de motoren meestal niet starten. Vrachtwagens uit vervlogen tijden. Geweren zonder kogels. De mecaniekers waren meer bezig met de boel proberen te repareren dan iets anders. Toen we de onheilspellende berichten vanuit Duitsland hoorden zei de kolonel dat we ons geen zorgen hoefden te maken. 'k Hoor het hem nog altijd zeggen in zijn fransvlaams : "gier in de kazern is meer dan genoek kanon en geweer om den allemand tegen te houd". Onze broek zakte toen tot op onze knieen. Met antieke geweren zonder kogels, ja, dat gaat wat worden. Tot er oorlog overwaaide uit het oosten. Een zekere Hitler kreeg het lumineus idee om de wereld te veranderen. Spijtig genoeg woonden we naast de deur en in '40 was het zover. Ons zo gedrild leger met blinkende schoenen en geweren zonder kogels werd in zo goed als één dag onder de voet gelopen. Was dit met voorbedachten rade, wie zal het zeggen. Ik zeg van wel ! Die dag waren ik, Willy en Julien van dienst, maar helemaal aan de westerkant van de kazerne. Zal wel zeker tien kilometer ver geweest zijn. Onze chef had ons twee dagen daarvoor de opdracht gegeven om een paar bospaden te gaan vrijmaken. We konden terplekke blijven slapen in wat een soort uitkijkpost hoorde voor te stellen. Het enige waar je van daaruit kon op uitkijken waren een hoop sparren. We zaten wel mooi gelogeerd, vijfhonderd meter verder een café waar we af en toe een pot gingen drinken. "Jongens, er is oorlog op komst zei de cafébaas nog de dag ervoor, er gaan rare dinges gebeuren". Onze chalet was gewoon verkeerd geplaatst en nog nooit gebruikt, wij zijn zeker de enigen die er ooit in geslapen hebben, zeker weten. Naast ons huis was een grote ondergrondse bunker, volgestoken met blikvoer en benzine. Voor wie of wat, een groot mysterie ! Houdbaarheidsdatums kende men toen nog niet, alles bleef haast eeuwig goed. Maar dat karwei is wel ons geluk geweest. Voorzien van eten wat dan alleen maar blikvoer was, drie broden, voldoende tabak en "bloeikes" en twee tonnen water van 25 liter gingen we op pad, richting kuiswerk. Oeps die pot smout nog vergeten. Wat ze toen in die blikken draaiden heb ik nooit geweten, het was een soort van gemalen vlees. We moesten het altijd koken van de chef alvorens ervan te eten, lekker oud-vers. In ons tijdelijk hotel hadden we het wel naar onze zin. Er was een kleine houtkachel en droog hout hadden we maar voor het oprapen. Een kom en een pan in ons buitenverblijf, daar moesten we het maar mee doen. De adjudant was de eerste dag voor een paar uur meegegaan en had ons getoond wat we moesten doen. Dat die betonnen kelder naast de deur lag had hij gewoon niet vernoemd. Elke avond passeerde hij met zijn motorfiets voor controle. Dikke twee kilometer boswegjes opkuisen vol met varens, netels en struiken. Wat de bedoeling ervan was ? Bezigheidstherapieen zeker. Zaag en zeis, iets anders hadden we niet gekregen. Wat een soldaat lijden kan ? We hadden ondertussen al meer dan de helft van onze job gedaan toen alles veranderde. Twee dagen waren we nu al aan die opkuis bezig !

Toen, die 10de Mei 1940.

 

feedback van andere lezers

  • Wee
    Mooi geschreven, Dovan.
    Het dreigt en het donkert ...
    x
  • jan
    boeiend geschreven

    grtzz
  • Hoeselaar
    Dit had je bij de schrijvers moeten posten, niet hier wat hier staan gedichten

    Willy
    dovan: probeer reeds lang te upgraden naar schrijver MAAR HET GAAT NIET !!!!!!!!!!!!!! buggy site !!!!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .