< terug
Weerzien
Opgeschrikt,
gekwetst in hun innerlijke vreugde,
vliegen schuwe vogels,
verlaten ijlings de rustige wateren,
vluchten de geborgen veiligheid.
Hier,
tussen de neerdwarrelende dromen,
zag hij je weer.
Je rusteloze ogen doorboorden
uitdagend,
het broze tijdsschild,
zorgvuldig opgebouwd
rond zijn verlaten hart.
Je hand,
koude mantel van je bedwongen ziel,
vreemd,
bijna onbekend,
raakte doelloos,
als een gekluisterde zucht,
de hunkerende spiegels in zijn geest.
Geen gevoel kon haar weer opwarmen.
De kracht van je onverschillige blik
dreef, niet bewust misschien,
een diepe wig
doorheen de bloeiende tuinen.
Rukte gelaten uit
de zaden der dwaze hoop,
knakte af twijgen,
dragers van verdrongen verlangens,
verbrak de broze draad
die hem,
nog steeds,
zo innig aan jou verbond.
Eens sierde het leven,
bloemen van je lichaam,
teer in al zijn vervulling,
het dwalen van het zijn.
Nu,
zoveel smarten later,
ken jij dat gevoel niet meer
dat heerst, voor immer,
op de rand van het grensgebied.
Het knaagt.
Kwelt doordacht.
Eenzaam tussen velen
verdrinkt het hart,
wordt de geest bedwelmd door
stille tranen,
vermengt tot zoete
verslavende wijn.
Wat wil je dat ik leef!
feedback van andere lezers- ivo
droevig nachtdwaas: thanks Ivo - Danvoieanne
droevig deze.. nachtdwaas: gelukkig dat droefheid verzacht wordt tot melancholie
danke - jan
waanzinnig mooi geschreven nachtdwaas: Danke Jan
|