writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 2 Delos - hoofdstuk 1/26

door Jelsi

De geboorte
Op een paar kilometers van het zuidelijk deel van de hoofdstad zijn duizenden arbeiders gedwongen om te werken aan een groot tempelcomplex. Buiten de ontwerpers weet niemand hoe het er zal uitzien. Ook op de ruimtehaven wordt druk gewerkt aan een ultramodern ruimteschip. Op beide bouwwerven is niemand toegelaten, die geen speciale pas heeft. De bewaking is zeer streng en controleert iedereen.
Speciale commando's zijn intussen ijverig op zoek naar de mensen van Sorane. Maar nu vier maanden na de grote dag van de triomf, hebben ze nog steeds geen succes kunnen boeken. Ze vinden geen enkel spoor van de voortvluchtigen. Ook de kruiser is onvindbaar. Jakira wordt steeds ongeduldiger. Ze wil dat ze gevonden worden. De kruiser is echter, door speciale velden beschermt, in de spelonken onder de bodem van de Atlantische oceaan verborgen.
Intussen keert Jouna weer van haar werk in het ziekenhuis en opent de deur van het huis, dat ze samen met Sorane en Raya bewoont. Voor haar ouders is intussen een klein huisje aan de rand van het dorp Mogwan gebouwd. Haar vader en Aenon hebben intussen een goede baan gekregen in één van de drie fabrieken. Ook Raya heeft een baan als bewaakster in het ziekenhuis aangenomen. Maar zij maakt zich ongerust over haar ouders, die nog steeds denken dat ze dood is. Sorane vindt het echter te gevaarlijk om met een overbrenger naar de basis te gaan. En teleporteren kan ze zelf niet, omdat ze haar beide ongeboren kinderen niet in gevaar wil brengen.
Als Jouna de woonkamer instapt, ziet ze Sorane, die juist de tafel aan het klaarzetten is.
'Hoe is het met je buikje,' spot ze.
'Een beetje te dik, assistentje,' lacht Sorane, die al in haar achtste maand is.
'Waar is Raya?' vraagt Jouna.
'Op haar kamer, Ze heeft het niet gemakkelijk. Als ik maar een manier wist om haar ouders iets te laten weten, die zullen wel denken dat Raya dood is. Maar op het moment kunnen we niets ondernemen. Jakira mag ons niet te vroeg ontdekken. Ik kan alleen maar hopen, dat onze vrienden mijn bevelen aan Anya uitvoeren.'
'Kunnen we dan niets doen om haar te helpen.'
'Niet op dit moment, Jouna. Het spijt me.'
Op dat moment komt Aenon binnen. Ze zien dadelijk dat er iets niet in orde is.
'Er zijn problemen op komst, Sorane. Een vrouw en twee lijfwachten in zwarte uniformen zijn vandaag aangekomen. Volgens de berichten komen ze de toestand in het dorp controleren.'
'Wat?' zegt Sorane verbaasd.
'En dat is nog niet alles. Er is een detachement soldaten aan de rand van dorp gelegerd.
Nadenkend kijkt Sorane voor zich uit.
'Dan moeten we vanaf nu op onze tellen passen, vrienden. Ze mogen ons niet ontdekken.'; zegt ze dan, terwijl ze enkele instructies aan de Hypsoons doorgeeft.
De gedachten van alle mensen die een Hypsoon dragen worden vanaf nu afgeschermd.
'Ik en Raya moeten het meest oppassen. Onze gezichten zullen wel verspreid zijn onder de volgelingen van Jakira. Voorlopig kunnen we alleen naar buiten als we een andere gedaante aannemen.'
'Jij kunt dat, Sorane. Maar ik… hoe doe ik dat?' vraagt Raya, die juist naar beneden komt.
'Daar zorgt je Hypsoon wel voor.'
'Maar de dorpelingen, zij zullen Raya…'
'Nee, Jouna. Alle dorpelingen dragen iets dat een aantal mogelijkheden van de Hypsoons bezit, al zijn ze geen lid van mijn groepje. Zij zullen Raya nog steeds zien zoals vroeger, maar anderen niet.'
'Wat? Hoe?'
'Het is in een van de fabrieken gemaakt, Aenon. Alle dorpelingen hebben een inenting gekregen tegen bepaalde ziekten en daarin zaten een soort nano apparaatjes vermengd. Deze bevinden zich nu in hun bloedstroom. De ontwerper noemde hen nins'
'Maar dat is een inbreuk op hun privacy.'
'Dat klopt Aenon. Maar ik moest mij veilig stellen. Toen we hier onze intrek namen, nam ik mijn voorzorgen, want dat de zwarte wacht hier ook ooit zou opduiken, daar was ik zeker van.'
'Wat doen we nu?'
'Niets, Jouna. We zetten ons leven gewoon verder. Tot na mijn bevalling moeten we proberen om niet op te vallen.'
Even is het stil in de kamer.
'Jouna, wil jij je ouders op de hoogte brengen.'
De vroegere assistente kijkt Sorane even aan en glimlacht:
'In orde. Commandante.'
Sorane kijkt haar even streng aan, maar glimlacht dan.
'Pas maar goed op onderweg. Je kunt immers nooit weten.'
'Ik ga mee,' zegt Aenon en haast zich achter Jouna aan.
Vele weken gaan voorbij. Het dorp wordt intussen op verschillende punten gecontroleerd door leden van de zwarte wacht. Uit de berichten uit andere dorpen kunnen onze vrienden opmaken dat het overal op het continent zo is. Niemand voelt zich veilig, want een verkeerd woord, kan betekenen dat ze gearresteerd worden. Voor die mensen zijn er wat ze noemen heropvoedingskampen opgericht. Ook komen er berichten binnen van verzetsgroepen, die hier en daar aanslagen plegen. Sorane hoopt dat het geweld niet tot hier geraakt. Want dat zou de kans op ontdekking vergroten. Dank zij de nins kan ze de mensen in het dorp controleren en weet ze ook wat er in hun omgeving gebeurd. Haar Hypsoon zorgt voor de controle van de nins en geeft alleen zeer belangrijke gegevens door aan Sorane.
Op een dag staan, Raya, Jouna, Aenon naast het bed van Sorane. Ze is uitgeput in slaap gevallen na de bevalling van de tweeling. Een jongen en een meisje. Aenon kijkt nadenkend naar de twee kleine kindjes. Met een droevige blik in de ogen, richt hij zijn hoofd op. Jouna voelt dat hij naar haar kijkt, maar doet alsof ze niets merkt.
'We kunnen Sorane beter laten slapen. Morgen zal ze zich beter voelen,' zegt ze.
'Je hebt gelijk, dokter. Ze heeft haar rust nodig. Ik moet trouwens verder op mijn ronde.'
'Dat klopt, Raya. Straks ontslaan ze je nog. Kom, Aenon als je wil kunnen we iets gaan drinken in de kantine.'
Geen van allen zien dat Sorane glimlacht, terwijl ze hen nakijkt. Als ze alleen is concentreert ze zich en neemt contact op met Anya in de basis. Ze brengt het halogram op de hoogte van hun toestand. Na het telepathische gesprek richt ze zich op en loopt naar haar beide kindjes toe. Leunend op haar onderarmen kijkt ze aandachtig naar de slapende baby's.
Een paar dagen later komt een jonge vrouw plots het ziekenhuis binnen, vergezeld van twee lijfwachten.
"De kamer van Ovara Darinon. En snel."
Aenon, die in de aankomsthal op Jouna wacht, herkent haar dadelijk. Het is Hoson(meesteres) Alonga Povan. Zij voert het bevel over deze streek.
'Verdieping vier. Kamer 356.'
Aenon staat op en wil zich naar de andere lift haasten, maar plots hoort hij de stem van Sorane.
'Blijf waar je bent, Aenon. Ik ben op de hoogte.'
In haar kamer staat Sorane snel op.
'Alonga Povan is op komst,' zegt ze ter verklaring, terwijl ze haar gedaante veranderd en andere kledij vormt.
Geholpen door Jouna maakt ze snel, het bed op, zodat het lijkt alsof het niet gebruikt wordt.
Een paar minuten later stapt de Hoson, gevolgd door haar lijfwachten, naar binnen. Even kijkt ze naar de aanwezigen en richt dan haar koele blik op Sorane, die er nu als een zwartharige uitziet, met een licht gebruinde huidskleur.
Juist als de moeder van Jouna binnen stapt, komt Alonga Povan uit de lift. Ze stapt gevolgd door de twee lijfwachten enkele ogenblikken na Dane de kamer in. Alonga kijkt de aanwezigen even vluchtig aan.
'Hoe is het met haar baby's?' vraagt ze streng.
Jouna kijkt om en antwoordt:
'Ze zijn in goede gezondheid, Hoson. Alleen heeft Ovara het niet gehaald.'
Even kijkt de vrouw nog naar Jouna.
'De naam van de moeder?'
'Ovara Darinon.'
'Haar man?'
'Onbekend, Hoson.'
De vrouw kijkt Jouna koel aan.
'Is de naam van haar man niet bekend.'
'Nee, Hoson. We leerden haar in dit dorp kennen, maar over de vader heeft ze nooit gesproken.'
'En haar dorpsgenoten dan. Iemand moet hen toch samen opgemerkt hebben.
'Ovara kwam een paar dagen na onze aankomst, naar deze streek, Hoson. Vermoedelijk om haar zwangerschap voor haar verwanten, als ze die had, te verbergen. We weten dat ze uit de stad Sovar afkomstig was. Maar meer wou ze er niet over kwijt.'
Even denkt de Hoson na.
'Wie ontfermt zich over de baby's,' vraagt ze plots.
'Dat zal mijn moeder, Dane, doen. Als u het goedvindt, Hoson.'
Even kijkt de vrouw naar Dane en knikt dan:
'Voorlopig hebben jullie mijn toestemming. Maar ik verwacht haar met beide baby's over drie maanden voor controle in het centrum.'
'In orde, Hoson,' antwoordt Dane met trillende stem.
De vrouw kijkt nog even naar Ena. Ze voelt zich vreemd, als ze deze vrouw aankijkt. Maar toch kan ze niets verdachts ontdekken. Dan draait ze zich met een ruk om en gevolgd door de twee mannen loopt ze naar de volgende kamer.
'Oef, was me dat schrikken. Gelukkig was ze tevreden,' zegt Raya.
'Dat is ze niet, Raya. Die vrouw is een zwakke esper. Ze voelt zich onrustig, maar weet nog niet waarom. Voorlopig zijn we nog veilig, maar ik zal haar telepathisch in het oog moeten houden. ' meldt de telepathische stem van Sorane, die Alonga telepathisch blijft observeren.
'Als ze dat maar niet ontdekt.' denkt Jouna.
Twee dagen later verlaat Dane met de baby's, die Ron en Arika gedoopt werden, het ziekenhuis. Sorane, die de gedaante van Ena Ros aan genomen heeft, vergezeld hen. In een gehuurde wagen rijdt Ena hen naar het huis van Sorane.
'Ena, we zijn hier toch veilig,' vraagt Dane, als ze uitstappen.
'Zeker, zolang we ons niet te opvallend vertonen.'
'Nu Ron en Arika geboren zijn, kunnen we toch terugkeren naar de basis.'
Even kijkt Ena/Sorane de dokteres, die juist de deur van het huis opent, aan.
'Ik zou niets liever willen, Jouna. Maar ik heb je al iets verteld van mijn opdracht die ik zo snel mogelijk moet vervullen.'
'Ja, maar dat kan toch ook over…'
'Nee, het moet zo snel mogelijk, we hebben al veel tijd verloren.'
'En die Jakira dan, Sorane. Moet zij intussen de kans krijgen om iedereen die haar niet bevalt terecht te stellen.'
De roodharige kijkt met een droevige blik naar Raya.
'Het spijt me, maar de tijd dringt, Raya. Wij zijn niet de enigen die naar het doel van mijn opdracht op zoek zijn. Ik voel dat de tijd dringt. Mijn leven hangt er zelfs van af. Gelukkig weet ik ongeveer hoe dat doel te vinden.'
'Sorane, kunnen we dan niet beter naar de basis weerkeren.'
De roodharige kijkt haar vriendin even nadenkend aan.
'Het spijt me, Raya. Maar ik denk dat het daar nog te vroeg voor is. De zwarte wacht is op haar hoede. We zijn maar op het nippertje kunnen ontkomen, na je roekeloos gedrag. Het heeft ons drie doden gekost.'
Raya weet niet wat te zeggen op dit verwijdt. Ze werpt even een blik om hulp naar Jouna. Maar die weet ook niet wat ze moet antwoorden. Sorane heeft gelijk, maar ook het gedrag van Raya is begrijpelijk.
'Mijn ouders, Sorane. Ik kon hen toch niet aan hun lot overlaten.'
'Nee, maar je had mij moeten vertrouwen. Ik had een plan, maar dat bracht jij in gevaar. Nu moet ik eerst aan mijn oorspronkelijke opdracht denken.'
'Ik weet dat ik stom gehandeld heb, Sorane. Maar ik ben het moe om hier niets te doen, terwijl die moordenaars hun misdadige taak uitvoeren. De berichten van enkele oude contacten zijn ontstellend. De gevangenissen zijn overvol op heel het continent. En deze maal niet met misdadigers, maar rechtschapen mensen die, die valse godin niet trouw willen zweren.'
'Dat weet ik, Raya. Maar onze groep kan niets tegen de zwarte wacht beginnen. En op hulp van buiten af moeten we zeker niet rekenen.'
'En je oude vrienden dan. Kunnen zij niet helpen.'
'Nee, Raya. Zij hebben zelf onze hulp nodig.'
'Dus je wilt hier gewoon blijven zitten, zonder iets te doen,' zegt Raya, die steeds woedender wordt.
Sorane trekt haar schouders op en kijkt even naar Jouna.
'Dan kan je mij afschrijven, Sorane. Ik hoor niet meer bij je groepje van lafaards,' roept de vroegere agente kwaad uit en werpt haar Hypsoon op de vloer.
'Raya, dat kan je niet doen?'
'O, nee. Doktertje. Wie gaat me tegenhouden, jij. Laat me niet lachen en Sorane daar, die heeft de strijd al lang opgegeven. Als je iets wil betekenen, dan ga je met mij mee.'
Maar Jouna blijft gewoon zitten. Ze weet niet wat te doen. Ze is een dokter, maar geen krijger. Toch kan Raya haar hulp nodig hebben. Als ze rechtstaat, is Raya al aan de deur.
'Raya, blijf. Ik heb je hulp nodig,' klinkt de stem van Sorane.
De vroegere agente blijft in de deuropening staan en kijkt om.
'Mijn hulp, je weet wat ik over jullie denk.'
'Ja, maar toch wil ik dat jij de leiding van de ondergrondse basis op jou neemt.'
'Ik.. wat bedoel je?'
'Over twee dagen vertrekken we. Diegenen die achterblijven, hebben een leider of leidster nodig. Jij lijkt me een geschikte kandidaat, alleen zal je, je moeten leren intomen. Ik weet dat het een zware opdracht zal zijn, maar ik weet dat ik je kan vertrouwen.'
Raya sluit aarzelend de deur en draait zich om. In haar binnenste woedt een storm. Ze is verbaasd over het aanbod. Dit had ze niet verwacht, na haar uitbarsting van een paar minuten geleden.
'Denk je werkelijk dat ik dat aankan.'
'Zeker, Raya. Anders zou ik het niet vragen. Jij zult instaan voor de opleiding van diegenen, die hier moeten blijven. Ik weet dat je licht telepathisch begaafd bent, dus het werven van nieuwe leden zal ook tot je taak behoren.'
'En Jakira.'
'Ik kan je alleen maar vragen om die kloon met rust te laten, hoe zwaar het je ook mag vallen. De opleiding en de veiligheid van onze mensen is tot onze terugkeer in jouw handen.'
Sorane kijkt naar Raya, die alleen maar met gemengde gevoelens naar de vloer kijkt. Iedereen wacht met spanning het antwoordt van de jonge vrouw af.
'Ik weet het niet. Al die mensen die moeten leiden, terwijl ik werkeloos moet toezien. Nee, dat zal ik niet kunnen verdragen.'
'Raya, als je openlijk verzet pleegt, dan zijn jij en al je medestanders ten dode gedoemd.'
'Dat is misschien beter dan niet te doen.'
'Nee, Raya. Ons doel is om het gevecht te winnen, niet om nutteloos te sterven.'
'En de rebellen dan. Die kunnen toch ook helpen.'
Sorane denkt even na.
'Ik weet het niet, Raya. Misschien kan jij het verzet helpen organiseren, zodat ze geen wilde overbodige overvallen meer plegen. Alleen gerichte acties kunnen op lange termijn resultaat boeken.'
'Ik begin te denken dat je misschien toch gelijk hebt. Ik zal mijn best doen.'
Ze kijkt Sorane aan, maar schaamt zich voor haar uitval van daareven.
'Raya, ik voel dat je kwaad bent. Maar probeer er alles aan te doen om kalm en doordacht te handelen. Niemand, ook de slachtoffers niet, is er gebaat mee, dat we de strijd verliezen. Onze tijd komt nog wel.'
'Ik weet het niet, Sorane, maar ik zal proberen om je vertrouwen deze keer niet te beschamen.'
De volgende dagen en weken traint Sorane Raya en haar andere vrienden in de kelders van de villa. De tijd vliegt, nu ze allen een bezigheid hebben. Jouna en Aenon groeien weer langzaam naar elkaar toe, al beseffen ze dat zelf nog niet.
Op een dag komen Sorane, Raya en Aenon uit de kelder na een urenlange training.
'Sorane… ha, daar ben je,' zegt een stem plots.
'Jouna, wat doe jij hier?'
'Ben je niet vergeten dat mijn moeder morgen naar de controlepost moet met je beide kinderen.'
'Nee, Jouna. Als Ena kennen ze mij niet, dus ik heb beloofd om je moeder te vergezellen. Je vader zal de wagen besturen.'
'Is dat niet te gevaarlijk?'
'Dat denk ik niet. Uit hun gedachten kon ik opmaken dat ze alle kinderen op het centrum scannen en registreren om en later op te roepen om hen na hun opleiding in te delen in het nieuwe leger dat Jakira wil stichten.'
'Wat.. Dat kan toch niet.'
'Een machtige kan veel, Jouna. Zij beschikt over het leven van vele mensen, tot iemand haar tegenhoudt.'
'Ga jij toelaten dat ze Arika en Ron hier weghalen.'
'Nee, Jouna. Maar tegen dat het zover is zijn we al lang weer terug.'
'We?'
'Jij, Aenon en ik. Raya brengt ons met de wagen tot de luchthaven. Je moeder, je vader en mijn kinderen blijven hier. Alles is al in orde om jullie vertrek te verklaren, ook de papieren.'
'Is dat wel veilig voor hen, Sorane. Ze zijn maar iets meer dan drie maand oud.'
'Het kan niet anders, Jouna. Ik zou het ook anders willen, maar de tijd begint te dringen.'
'We kunnen toch met zijn allen vertrekken.'
'Nee, dat zou verdenking opwekken. En een teleportatiesprong is nog te gevaarlijk voor Arika en Ron. En met een overbrenger. Nee, dat lijkt me ook niet aangewezen, ze zijn nog te jong. Het gevaar voor ontdekking is ook te groot. Daarom hebben je ouders aangeboden om op hen te passen.'
'En Raya, gaat zij niet met ons mee.'
'Nee, je weet dat zij de leiding, krijgt, over onze mensen die hier blijven
'Je meende het dus toch. Is het wel verstandig om haar die taak te geven?'
'Zeker, Jouna. Raya zal moeilijk hebben, maar ik vertrouw haar volledig.'
Jouna kijkt Sorane even nadenkend aan.
'Dan kan ik beter gaan pakken,' glimlacht ze.
'O, je hebt nog wel een paar weken, denk ik. De tweeling kan ik alleen achter laten als ze zonder mij kunnen. Nog een maand of twee blijven we hier op 'vakantie'. Tenzij er iets moest gebeuren.'
'O, tijd genoeg dus,' lacht Jouna en haast zich naar haar kamer.
Aenon, die op dat moment uit de keuken komt, kijkt haar even na.
De volgende dag stopt Ven zijn wagen op de parking van het controlecentrum. Ena/Sorane en Dane, de moeder van Jouna stappen uit. Sorane duwt de kinderwagen voor zich uit, terwijl ze naast Dane naar de ingang, waar ze door twee zwarte wachters opgewacht worden, toelopen.
'Naam?'
'Dane Vaneron en dit is Ena Ros, een agente. Ze is hier om mij te helpen.
De man kijkt even op zijn lijst.
'Naam kinderen?'
Arika en Ron Darinon, sir,' antwoordt Ena Ros/Sorane.
'Wie is de moeder?'
'Gestorven bij de bevalling, heer.'
'In orde. Ga maar verder. Maar jullie kinderwagen moet hier blijven.'
Ena kijkt even verbaasd naar de man. Maar zijn zwarte ogen kijken haar alleen maar aan. Ze kan er niets uit opmaken. Dus neemt ze Ron maar uit de koets en geeft hem aan Dane. Even later loopt ze met Arika in haar rechterarm, voorbij de bewakers. Dane volgt haar dadelijk, terwijl ze Ron kalmeert. Ze worden echter vanuit het gebouw geobserveerd.
'Die twee neem ik. Breng ze bij mij,' beveelt Alonga Povan.
'Uw wens is een bevel, Hoson.'
De man loopt dan snel naar buiten en roept enkele bevelen. Een paar minuten later staan Ena en Dane voor de vrouw, die hen met een vreemde blik aankijkt. Opnieuw heeft de brunette, dat vreemde gevoel, dat ze ook in het ziekenhuis had. Toch kan ze het niet thuisbrengen. De zwartharige vrouw komt haar niet bekend voor en toch is er iets vreemds aan haar.
'Telkens ik die agente zie, krijg ik een vreemd gevoel. Toch vreemd. Ik zie niet in welk gevaar ze zou kunnen vormen, voor mijn volkors. Ze is een agente uit een afgelegen dorp. Welk gevaar kan er in haar schuilen. Ik zal voor alle zekerheid haar achtergrond eens laten onderzoeken,' denkt ze.
Dan geeft ze een teken en een verpleegster neemt Arika uit de handen van Sorane/Ena en stapt met de baby naar een speciale scanner. Voorzichtig legt ze het meisje eronder. Een man, die voor een paneel staat drukt enkele commando's in en gedurende een paar minuten ligt Arika onder een licht roze veld.
'Weet iemand van jullie beiden wie de vader is?' vraagt Hoson Povan.
'Nee, Hoson. Ovara Darinon was niet getrouwd. Ze vertelde me een tijdje geleden, dat het een ongelukje was. In een bar ontmoette ze een knappe man en belandde met hem in een hotelkamer. Ze wist zelfs zijn naam niet,' antwoordt Dane.
Opnieuw kijkt de vrouw haar en Ena aandachtig aan, alsof ze haar wil doorboren. Dan glimlacht ze begrijpend.
'Gelukkig is ze geen echte esper, want dan zou ze weten dat ik mijn gedachten afscherm.' denkt Ena/Sorane.
Als ze de verpleegster met Arika ziet terugkeren, zucht ze opgelucht. Voorzichtig neemt ze haar dochtertje opnieuw in haar rechterarm, terwijl de verpleegster met Ron naar de scanner toeloopt.
'Ena Ros. Jij bent een agente, als ik het goed begrepen heb.'

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Prachtig. Ik blijf dit volgen al had ik liever deze stukken in twee gezien. Het is niet zo evident van het computerscherm te lezen dan met een boek op schoot.
    Jelsi: Misschien toch goede raad, Zal het dadelijk aanpassen..
  • ivo
    ik ben tot halverwegen geraakt en dan was mijn adem uit ..

    het boeit ja, maar meer dan 25 pagina's lezen, man man man, nu vraag je echt wel wat .. knip dit in drie of vier stukken en je hebt een pak lezers meer ... jammer feitelijk van de grote sliert tekst ..

    het boeit morgen lees ik de andere helft denk ik, maar als ik u was ik zou 2/3 terug weghalen en morgen nog eens 1/3 en dan nog eens 1/3 plaatsen


    Jelsi: Vreemd in word zijn het negen pagina's.. Heb het juist angepast en in twee stukken verdeeld.
  • Vansion
    blijf je graag lezen. en er strip in zien.
    je weet wel hé. heb je vroeger al veel FB gegeven

    Jelsi: Ik herinner het me. Alweer een tijdje geleden. Tja, mijn verhalen zijn nog steeds bedoeld als een soort geillustreerde story.. Alleen de illustraties ontbreken nog..
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .