writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Jonnny

door flam

Johnny


Zesendertig jaar, dacht hij. Najaar '59. Geen al te best jaar.
Jenny en haar advocaat hadden Johnny's humeur grondig verpest. Meester Vankeer had hem op zijn verantwoordelijkheid gewezen.
Met zijn kleine priemende ogen en zijn knaagtandjes deed hij hem aan een rat denken maar zijn met gel bestreken kop had weinig weerstand geboden.
Johnny had niet de minste moeite gehad om zijn leeftijd te schatten.
Die geheime overwinning compenseerde voor een deel de financiële ramp die hem boven het hoofd hing. Hij wist dat de kennis van een geboortedatum geen enkel praktisch nut had maar het verschafte hem niettemin een intense voldoening. Niemand was in staat een leeftijd te schatten met dezelfde precisie als Johnny Verplanck. Johnny had de kunst van het leeftijd-schatten tot een ware wetenschap ontwikkeld. Hij was er erg vroeg aan begonnen.
Op de lagere school reeds schepte hij er een heimelijk genoegen in te raden in welke klas de leerlingen zaten. Hij kon de juistheid van zijn gissingen nagaan wanneer de kinderen bij het belteken in rijen stonden voor hun leraars. Hij liet zich niet misleiden door elementen die voor een leek van primordiaal belang leken. De lichaamslengte bijvoorbeeld was slechts een zeer relatieve indicatiefactor. Johnny ergerde zich mateloos aan simplistische uitspraken van ooms en tantes die met hun onvermijdelijk " Oh, wat ben je groot geworden "blijk gaven van een heel beperkte visie op de fysieke evolutie van een kind. Er moest veel meer in rekening gebracht worden. De manier van lopen, de helderheid van de blik, de verhouding tussen het volume van het hoofd en de lichaamslengte, de vorm van de handen, om er maar enkele te noemen.
Johnny had een paar seconden naar Jenny's advocaat gekeken. Zijn ogen, zijn lichaamsbouw, de schaarser wordende haarinplanting juist boven het voorhoofd. September '59. Zonder enige twijfel. Net als Stijn, het nieuwste vriendje van Daisy. Ook september '59 en ook een prutsvent. Om de wrevel enigszins van zich af te zetten stapte Johnny de Albatros binnen en installeerde zich aan een tafeltje vlak bij het raam. Van hieruit had hij een perfect zicht op de menselijke stroom die langs de Zonnestraat richting station gleed. Johnny kende dit plaatsje. Elke voetgangers bleef ongeveer zeven seconden in beeld . Niet echt genoeg voor een scherpe leeftijdsbepaling, maar ruim voldoende voor jaartallen. Hij kon de juistheid van zijn schattingen niet controleren, maar hij vertrouwde op zijn kunnen en de gedachte aan een foutieve beoordeling kwam zelfs niet op.
Vrouwen waren het moeilijkst. Niet alleen om de leeftijd te schatten, dacht hij, toen een opgewonden Jenny en haar zegezeker advocaatje hem even voor de geest kwamen. "Meester", liet hij zich noemen. Belachelijk. "Meester" is alleen hij die in een bepaalde kunst de ultieme perfectie heeft bereikt. Rubens, of Mozart, en misschien Eddy Merckx, maar zeker geen advocaat.
Hijzelf eigenlijk ook. Hieraan had hij nog nooit gedacht. Johnny was een Meester. Een Meester in de kunst van het leeftijdschatten. Hij moest nog een naam vinden voor zijn vaardigheid. Iets met wetenschappelijke uitstraling. Liefst Latijn of Grieks.
Een naam die door zijn geleerde klank de status van zijn discipline met een passend aureool zou sieren.
"Gerontografie", "annovisie" of iets dergelijks. Misschien moest hij het probleem voorleggen aan zijn buurman, leraar Grieks en precies negenenveertig jaar, vier maanden en twee dagen oud. Johnny had heel lang op hem gewerkt. Vermits hij vlakbij woonde kon hij hem dagelijks observeren. Vooral de rimpelstruktuur in de ooghoeken hadden de hoge nauwkeurigheidsgraad mogelijk gemaakt. Bijna iedereen, geboren in het voorjaar '47 , had dezelfde configuratie. Dit, in combinatie met de vrij lage stemtonaliteit, had de datering bepaald. De droge zomer van '62, de oliecrisis en overgewaaide Tchernobylwolkjes hadden kleine, - voor niet-ingewijden totaal onmerkbare - littekentjes nagelaten. Johnny was fier op dit resultaat,vooral omdat hij de schatting had kunnen verifiëren op een formulier van de ziekenkas dat door een gelukkig toeval in zijn brievenbus was verzeild.
Johnny zelf was iets jonger. Vierenveertig. Eigenaardig genoeg kon hij, wanneer hij 's morgens in de spiegel keek, hiervan niet de minste indicatie vinden. Hij vond zichzelf steeds iets jonger dan zijn eigenlijke leeftijd.

Het was bijna halfzes en de toevloed van voorbijgangers bood een rijk gamma aan mogelijkheden.
Op dit uur was het aanbod gevarieerd. Bediendes, gepensioneerden, schoolkinderen, winkelende huisvrouwen. Zijn ogen volgden telkens een lukraak gekozen doelwit tot dit uit zijn gezichtsveld verdween. Ook zijn hoofd draaide mee op het ritme van de voetgangers, als een toeschouwer van een tennismatch. Johnny concentreerde zich volledig op zijn bezigheid. Langzaam kwam hij op dreef. Zijn schattingen schoten in een steeds sneller tempo door zijn hoofd. Hij genoot van het groeiend gemak waarmee hij zijn studieobjecten onder controle kreeg. Ogenschijnlijk pietluttige details waren voor hem bronnen van kostbare informatie. Een paar grijze haartjes, een rimpel in de halsstreek, de glinstering van de ogen, het lichtjes slepen van een stap. Alles liet een spoor na. Niets van wat een mens meemaakt verdwijnt ongestraft. Johnny had ontdekt dat de minste griep of een onbenullige verkoudheid ergens een klein merkteken achterlaat. Maar niet alleen lichamelijke ongemakken trekken spoortjes. Veel belangrijker waren de emoties. Vreugde, ontgoochelingen, verdriet, vooral verdriet eigenlijk. De pijn trekt de mooiste rimpels. Hij hield van rampen, van watersnood en de angst voor de seriemoordenaar, van elke dateerbare gruwel. Geschenken van de goden, dierbare bondgenoten van zijn wetenschap.
Door zijn jarenlange studie, door de maniakale nauwkeurigheid waarmee hij alle gegevens had gerangschikt , las Johnny in de fysionomie van zijn medemensen als in een open boek. "Kennis is macht", dacht hij. De kennis bezat hij reeds maar hij vroeg zich soms af welke reële macht daar in zijn geval aan verbonden was.

- "Dag Johnny." Hij had Lia niet zien naderen.
- "Geef mij maar een rood wijntje", murmelde hij zonder zijn blik van het raam af te wenden.
De dienster treuzelde een ogenblik.
- "Is er iets te zien?" vroeg ze.
- "Niets meer dan gewoonlijk."
Slechts heel weinig mensen waren op de hoogte van Johnny's bezigheid en zeker Lia niet. De Albatros was een troosteloos cafétje en er kwam niet veel volk meer. Er was sinds lang niets meer aan het interieur veranderd en het kon niet opboksen tegen de trendy zaken van het stadscentrum. De meeste noemden zichzelf 'bistro" en dat was voor Johnny al reden genoeg om er geen poot binnen te zetten.
Lia kende de schaarse habitués van de Albatros allemaal bij naam en had de gewoonte haar verveling te doden met urenlange conversaties. De meeste klanten - hoofdzakelijk kleurloze heertjes op leeftijd- waren nogal gediend met de aandacht die ze kregen. Waarschijnlijk was zij zelf de enige reden waarom het café hoedanook nog klanten had.
Door haar ongevraagde tussenkomst was Johnny zijn concentratie enigszins kwijt. Zevenenveertig. Lia was zevenenveertig. Daar was Johnny zeker van. Hij had het haar nooit op de man af durven vragen maar er was weinig ruimte tot twijfel. De kleur en de lengte van de ontluikende spatader op haar linkerkuit, het lichtjes naar binnen vallen van de bovenlip en het dunne geblondeerde haar hadden de doorslag gegeven.
En ook de berusting in haar blik telkens ze één van haar gesprekken afsloot en naar de groezelige ruimte achter de toog slofte. Johnny besloot zijn bevindingen te toetsen aan de werkelijkheid.
- " Ik was een beetje aan het wegdromen. Dat gebeurt wel vaker vlak voor mijn verjaardag." leidde hij zijn apachenlist in.
Lia greep deze onverwachte opening met beide handen aan.
- " Binnenkort je verjaardag, proficiat, en hoe oud wordt onzen Johnny?"
- " Vijfenveertig, een stuk ouder dan jij." probeerde hij.
Lia glunderde.
- " Dat denk je maar, op twee maanden na zijn we even oud."
Johnny was zeker dat ze loog. Trut, dacht hij. Lia draaide zich met veel zwier om. Johnny had de indruk dat ze iets meer dan gewoonlijk met haar heupen wiegde toen ze hem zijn glas wijn bracht. Pisnijdig dronk hij het in één teug leeg en gooide het geld op het tafeltje.
Johnny was opsteller tweede klas bij de Administratie van het Kadaster. Hij vermeed dus de Pelikaanstraat waar zijn collega's met hun boekentasjes onder de arm op dit uur het gebouw verlieten. Vandeput had hem zijn vrije dag zonder veel morren toegestaan, toch vermeed Johnny liever één van zijn werkmakkers tegen het lijf te lopen. Hij was niet in stemming om naar hun commentaar op de voetbalcompetitie te luisteren. Vandeput droeg een haarstukje waarvan de kleur sterk begon te verschillen van de grijzende plukjes die er aan de randen onderuit kwamen. Toch had Johnny de leeftijd van zijn chef door. Achtenvijftig. Met zo'n belachelijke trucjes kon je hem niet misleiden. Hij vond het zielig. Je wordt kaal. En dan. Er zijn ergere dingen. Pogingen tot verbergen van de ware leeftijd ervaarde Johnny als een persoonlijke belediging. Als een geniepig komplot om hem te misleiden. Maar hij liet zich niet vangen. Een verouderingsproces kon niet worden verdoezeld. Niet voor Johnny Verplanck. Niet voor de grondlegger van de gerontografie, want dat was de naam die uiteindelijk zijn voorkeur wegdroeg.
Hij zou het zijn buurman zelfs niet meer vragen. Hij zou niemand nog iets vragen. Zijn vrouw niet, haar advocaat niet. Ze konden de pot op met hun alimentatie. Jenny had nooit enige interesse getoond voor zijn onderzoekingen. Integendeel. Ze was zelf een kampioene in de kunst van het oplappen. Haar verwoede pogingen om er jonger uit te zien werkten Johnny al jaren op de zenuwen. De potjes make-up, het legertje tubes en flesjes die gaandeweg de badkamer hadden ingenomen beschouwde hij als venijnige tegenstanders van zijn wetenschap. Maar ze konden hem niet vangen. Nog met geen oceaan hydraterende crème. Hij had ze door. Allemaal.
De duisternis viel als een deken over de stad. Johnny kon nu de leeftijd van de wandelaars niet meer schatten. Hij miste de kleur en de nacht moffelde belangrijke details weg.
Ondanks de tegenslagen van de voorbije namiddag voelde Johnny zich goed. Bijna euforisch. Hij stapte met energieke tred door de straten. Hij was een geleerde, een vorser. In zijn hoofd klonk quadrofonisch filmmuziek. Hij was Einstein, Da Vinci. De zeldzame voetgangers die zijn pad kruisten waren onooglijke mieren. Achterlijke sukkels die met moeite hun eigen leeftijd kenden. Johnny voelde zich sterk. De onoverwinnelijke leider van een geheime volksstam, eenzaam dolend in vijandig gebied.
Hij besloot zich te onderwerpen aan de ultieme beproeving. Het "nec plus ultra" van het leeftijdschatten. De hel van de gerontografie : de BELGRADOSTRAAT.
Logge gebouwen vol administratie en efemere handelsvenootschappen hadden de eens zo levendige wijk aan het Zuid ingenomen. De meeste straten en pleinen lagen er in de vooravond verlaten bij. Het legioen ambtenaren zat vredig in te dommelen voor de beeldbuis en luisterde met een half oor naar de oorlogsgruwel in Oost-Zaîre in afwachting van het Rad van Fortuin. Alleen de hoeren waren gebleven. Ze hadden de Oude Scheldestraat en de Kuiperskaai verlaten en bevolkten nu de wijk aan de overzijde van de Vlaanderenstraat.
Johnny had een voorkeur voor de Belgradostraat . Ze was breder dan de omliggende straatjes. Je kon meer afstand nemen. Het rode licht van de ramen vormde een galerie met bonte schilderijen.
Vrouwen waren het moeilijkst, dat wist Johnny maar al te goed. Maar dit was bijna bovenmenselijk. De hoeren in de vitrines schenen deel uit te maken van een pervers komplot. Een perfide sekte met slechts één bedoeling : er zo wulps en zo jong mogelijk uit te zien. Daarenboven waren er negerinnen bij, en Oost-Europese, en Caribische, Thaise ook, en nog veel meer die Johnny niet zo onmiddellijk kon thuisbrengen.
Hij zou systematisch te werk gaan. Eerst richting Keizer Karelstraat langs het linkervoetpad en dan terug langs de overkant. Geen enkele zou hij overslaan, desnoods terugkeren, maar in geen geval gunde hij één van de prostituées de overwinning. Johnny stapte een tiental meter in de straat, hield even stil, haalde diep adem en draaide zich dan met een ruk naar rechts. Hij stond oog in oog met een weelderige blondine. Boven het raam hing" The Gentleman" in blauw neonlicht
Er was weinig volk in de Belgradostraat. Te vroeg waarschijnlijk.
De uitbaatster van de Gentleman vergiste zich in Johnny's bedoelingen en begroette hem met een stralende glimlach. Vermits hij onbeweeglijk bleef staan en haar strak in de ogen keek zette zij haar charme-offensief in. Eerst opende zij de fel-rode lippen en draaide snelle cirkeltjes met haar tong. Vooraan in de dertig, dacht Johnny. Hij concentreerde zich op de borsten die ze nu met beide handen ondersteunde en een beetje naar omhoog tilde.
Het silhouet aan de overzijde verroerde niet. Betty Desmet hield niet van gluurders, maar op dit stille uur was elke klant een buitenkans. Ze besloot de grote middelen in te zetten. Ze veerde uit haar zeteltje en draaide zich met de rug naar de straat.
Johnny zag het melkwitte achterwerk. Een purperen string verdween in ongekende dieptes. Blijf toch zitten, kreng, siste hij.
Betty voerde nu een eigenaardig dansje uit waarbij ze haar vingers in de nek verstrengelde en haar billen expressief liet bewegen. Indien dit niet werkte kon ze het vergeten. Langzaam wentelde ze haar hoofd en keek over haar schouder recht in de uitdrukkingsloze blik van Johnny. Een onaangenaam gevoel maakte zich van haar meester. Zelden had ze dergelijke afwezigheid van emotie gezien. Voor het eerst sinds jaren had ze het gevoel niet langer een verleidelijke raammadam te zijn, maar gewoon Betty Desmet, halfnaakt dansend in een venster van de stad.
Drieëndertig. Ja, drieëndertig. De plooitjes in de dijen en een hardnekkige rimpel onder de neusvleugels. En het achterwerk, vooral het achterwerk. Lichtjes uitgezakt. De onverbiddelijke wet van de zwaartekracht had haar tol geëist. Het was alsof haar leeftijd op haar weelderige billen gedrukt stond. Twee grote drieën links en rechts van het purperen streepje. Zijn observatie werd brutaal onderbroken door het gordijn dat met een nijdige zwaai dichtschoof.
Te laat, murmelde Johnny, ik heb je. Hij genoot van de avond. Tevreden stapte hij naar het volgende raam . Naast "the Gentleman" lagen "Cindy's bar" en " the Blue Light". Twee negerinnen die opgewonden hadden staan zwaaien tot Johnny opstapte.
De kleinste had haar dikke lippen tegen het glas geduwd terwijl de andere haar wijsvinger suggestief naar binnen zoog. Alletwee negentien wist Johnny. Misschien waren ze zussen. Alleszins familie. Je weet maar nooit met die zwartjes.
Eén voor één werkte hij ze af. Ze werden steeds jonger, vond Johnny. De meeste draaiden rond de twintig. Hij trok zich van hun reacties niets aan. Zelfs het Chineesje, dat hem met opgestoken middenvinger duidelijk had gemaakt wat zij hem wenste, had hij onverstoorbaar bestudeerd. Enkel de " Venus" had hem wat problemen gegeven. Hij was er niet onmiddellijk achtergekomen dat de volslanke dame, die ijverig een sjaaltje zat te breien, een man was. Travesties kon Johnny helemaal niet pruimen.
Gelukkig waren haar handen goed zichtbaar. Mijnheer was vierendertig.
Naar het einde toe wordt de Belgradostraat iets smaller. In dat deel was niet veel te zien. Enkel de sombere gevels van voormalige herenhuizen. Hopeloos onderverdeeld in tientallen miezerige flatjes die aan studenten en een paar marginalen werden verhuurd.
Slechts éen van de ramen was verlicht. Er hing geen lichtreclame of iets dat de aanwezigheid van een bar aankondigde. Enkel een smal raam dat in een koel wit licht baadde. Het meisje had haar armen rond haar opgetrokken knieën geslaan. Toen Johnny aan de overkant bleef staan had hij de indruk dat ze langs hem heen keek. Geen vettige knipoog, geen glimlach, niets.
Ze zag er vermoeid uit. Jong, dat wel, maar moe. Zeventien schatte Johnny. Hij liet zich niet misleiden door de donkere kringen onder haar ogen. Meer dan zeventien kon ze niet zijn. Johnny wist dat de vrouwen in de vitrines minstens meerderjarig waren. Achttien dus. Met regelmatige politiecontroles plukten ze er de illegalen en minderjarigen uit. De schoonbroer van Vandeput was wijkagent en zijn chef hield ervan uit te pakken met de administratieve heldendaden van zijn zwager. Zeventien was te jong. Toch was ze geen achttien. Johnny twijfelde even, nam heel geconcentreerd het onbeweeglijk beeld in zich op, controleerde de huidkleur, de gaafheid van de naakte voorarmen, de glans van het haar en tal van kleine details die, onderling in verband gebracht, zijn analyse staafden. Mei, '78. Begin mei zelfs.
Het regende zachtjes. Nu en dan reed een auto stapvoets door de straat. De bestuurders waren anonieme schaduwen. Zonder naam, zonder leeftijd. De meesten reden niet tot het einde van de Belgradostraat maar namen één van de zijstraten of schoven langszij bij één van de vitrines en doken snel naar binnen, als om te schuilen voor de regen.
Johnny stond besluiteloos naar het meisje te kijken. De vochtige kilte steeg langzaam langs zijn enkels. Hij voelde zich onwennig. De vinnigheid waarmee zijn geoefende geest de meest subtiele analyses had gemaakt vervloog in de kille motregen.
Uiteindelijk keek het meisje hem aan en zonder iets aan haar houding te veranderen wenkte ze hem met een korte beweging van het hoofd. Nog steeds geen obligate glimlach, geen uitdagend vertoon met obscene gebaren. Niets. Enkel een zakelijk knikje.
De gedachte om in één van de bars binnen te stappen ,was bij Johnny nooit opgekomen. Hij was immuun voor de platte verleidingsmaneuvers van de dames achter de ramen. Het deed hem niets. Hij bekeek ze met dezelfde klinische onthechting als een bioloog die een kikker opensnijdt. Ze leidden geen reëel bestaan. Figuren op een televisiescherm. Het glas van de vensterramen was een onoverbrugbare scheidingslijn en Johnny begreep niets van de mannen die achter de hoge deuren verdwenen.
Hijzelf kon zich de laatste keer met Jenny zelfs niet meer herinneren.
Seks was voor Johnny een eenzame bedoening geworden.

De gedachte dat hij zich in de leeftijd van het meisje had vergist maakte hem misselijk. Toen ze hem een tweede maal wenkte - nog steeds met de armen vast om de knieën geslaan- stak Johnny de straat over.
Het meisje had zijn bedoeling begrepen en vlak voor Johnny de deur openduwde schoof het gordijntje dicht.
- vijftig om te pijpen en honderd voor de sex.
Ze stond voor het wasbakje en terwijl ze met één hand de temperatuur van het water controleerde regelde ze de kraantjes.
- Leg je kleren maar op de stoel en kom maar naar hier. Ik zal hem eens wassen.
Zonder hem aan te kijken bleef ze aan de kraantjes prutsen. Johnny stond in het midden van het kamertje. Hij voelde dat zijn handen ijskoud werden. Een ogenblik dacht hij eraan weg te rennen. Uit de Belgradostraat. Uit de stad. Hij wou enkel weten hoe oud ze was. Niets meer. Voor de rest kon ze hem gestolen worden. Wat ze dacht had geen belang.
- Wel komt er nog iets van?
Johnny begon zich uit te kleden. De regen sloeg in vlagen tegen het raam. Het water van de kraantjes maakte een enerverend geluid.
- Wel, wat zal 't zijn? Pijpen of neuken?
- Pijpen, zei Johnny. Hij wist niet of hij genoeg geld bij had.
- Zonder kleren is 't meer.
- Zonder kleren.
- Zonder kleren dan maar. Ze droeg enkel een zwarte T-shirt en een slipje.
Een seconde later was ze naakt. Ze nam Johnny bij de arm en leidde
hem naar het wasbakje. Terwijl ze Johnny's penis begon in te zepen keek hij recht in het spiegeltje boven de wasbak. Vierenveertig jaar, drie maanden en vier dagen. Hij voelde zich belachelijk. Nooit zou iemand hier iets van weten.
- Hoe oud ben je? Hij had het zo onopvallend mogelijk gevraagd. Alsof het eigenlijk weinig belang had.
- Oud genoeg.
Ze gooide het handdoekje waarmee ze Johnny had afgedroogd in een plastic wasmand en keek hem in de spiegel aan. Ze zag er echt heel jong uit. Zeker niet meer dan zeventien.
- Oud genoeg om te pijpen, maar te jong om dood te gaan, zei ze terwijl ze een condoom uit een doosje nam en met een geroutineerd gebaar de verpakking openscheurde.
- Zet je maar op het bed, schat, maar eerst geef je me een cadeautje.
Johnny haalde zijn portefeuille uit zijn jas en nam het geld.
Het had een onverwacht effect. Ze kwam vlak voor hem staan, nam hem bij de heupen en wreef zachtjes met haar buik langs hem heen. Ze was een stuk kleiner dan Johnny. Met haar hoofd lichtjes schuin keek ze naar hem op.
- Doe er nog eentje bij. Toe. Dan mag hij helemaal naar binnen. Ze wreef met haar hand langs zijn piemel.
Ondanks haar deskundige massage bleef Johnny's geslacht slapjes naar het tapijt kijken.
- Wat is 't, schatje? Een beetje zenuwachtig?
- Ik wil eigenlijk enkel naar je kijken. Johnny had het bijna fluisterend gezegd. Dicht tegen haar oor.
Het meisje liet hem ogenblikkelijk los en ging in een zetel naast het bed zitten. Ze sloeg haar benen over elkaar en prutste een sigaret uit een verfrommeld pakje Gauloise.
- Voor ne "special" is 't meer. Zenuwachtig streek ze een lucifer langs het doosje. Het brak. Ze kipte het hele doosje over het nachtkastje en zocht tussen de lucifers naar een ongebruikt exemplaar.
- Waarom moet ik altijd op geschifte pipo's vallen. Alle lucifers hadden zwarte kopjes. Uiteindelijk raapte ze het afgebroken eindje op . Het ontbrandde ongemeen hevig.
Ze wierp haar hoofd achterover en zoog de blauwe rook diep in haar longen.
- 't Is honderd euro. Maar ge blijft op uw stoel zitten. Het handdoekje ligt daar. Ze wees naar het plastic bakje.
Johnny was niet meer in staat normaal te denken. Koortsachtig zocht hij in zijn portefeuille naar het geld. Hij had niet genoeg bij zich.
- Ik heb vijftig euro.
Ze gooide haar sigaret in het kopje op het nachtkastje. Er zat nog een kluts koffie in. Het maakte een sissend geluid. Zuchtend trok ze zich recht en ging op het bed liggen.
- Vooruit dan maar, mompelde ze. Voor vijftig ballen.
Ze hield de ogen gesloten. De handen gleden in kleine kringetjes rond haar borsten. Haar nagels waren tot op het bot afgeknaagd, de binnenkant van haar wijsvinger en het topje van haar duim hadden een diepe tabakskleur. Je zult snel ouder worden, dacht Johnny.
Hij zette zich op het stoeltje en concentreerde zich op het hagelwitte lichaam. Het meisje kreunde zachtjes. Johnny luisterde aandachtig. De griepepidemie van '87. Het ritme versnelde. Ze wreef door de krulletjes tussen haar benen. Johnny dacht een ogenblik dat ze echt ging klaarkomen toen haar dijen zich als een strak gespannen boog van het bed losmaakten en ze met beide handen wild tekeer ging.
Onverwacht hield ze op, opende één oog en terwijl ze met haar gesloten vuistje over een denkbeeldige penis schoof, vlak boven het donkere bosje, zei ze ;
- Laat u maar een beetje gaan, er ligt nog een handdoekje onder uw stoel.
De neutrale toon van haar stem ontnam Johnny elke illusie.
- honderd euro en dat ligt daar een beetje comedie te spelen, murmelde hij.
- Wat dacht je?
Ze veerde recht en scharrelde haar kleren bij elkaar.
- Dacht je nu echt dat een kalende vijftiger met een slappe penis mij tot een orgasme gaat inspireren?
" Vijftiger! " . Het flagrante, het overweldigend belachelijke, de ultieme belediging van haar misvatting priemde zich door zijn naakte lichaam.De plankenvloer zwalpte op metershoge golven.
" Vijftiger" was het laatste woord dat tot de chaos in zijn hoofd doordrong. Een verschroeiende pijn flitste vanuit zijn linkerarm.
Het meisje vertroebelde tot een vale vlek. Tot een vensterraam in de gutsende regen. Als een blok viel Johnny voorover.



______________________________

 

feedback van andere lezers

  • manono
    Origineel en zeer goed geschreven.
    Eén kleine opmerking : de naam 'Johnny' komt te veel voor. Ik weet dat het moeilijk is in dit verhaal. Veelvuldige 'hij''s zijn misschien minder storend.
    flam: Dat is inderdaad juist maar het ego van Johnny is nogal groot, hij hoort dus graag zijn naam.
  • ivo
    oud verhaal nog in Franken, terwijl de Euro reeds een achttal jaar in onze contreien de Belgische Frank heeft vervangen ..
    ik volg Manono in de opmerking van Johny
    flam: De tarieven in euro ken ik niet zo goed meer, daarom ... :)
    Maar je hebt gelijk, ik schreef dit verhaaltje een tiental jaar terug en heb het uit de dieptes van mijn computer opgevist.
  • GoNo2
    De ene moment spreek je over euro's en dan weer over vierduizend frank, als ik goed kan rekenen is vijftig euro ietsje meer dan 2000 bfr. Maar voor de rest: goed geschreven!
    flam: Juist ja, een slordigheidje bij het opkuisen van een iets ouder verhaaltje.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .