writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

eeuwige geliefden in het nergens en niets

door Mephistopheles

(Reeks Dolle gekruisigden even opzij geschoven aangezien ik vast zit en geen zin heb om te beginnen forceren, want dat is een kwalitatieve ramp in mijn ogen. In afwachting dit, kleine reeks, hoogstens een weekje of twee. Herwerking van iets dat al eerder hier verschenen is maar te rommelig was en een dringende snoeibeurt nodig heeft, in de hoop dat ik in die tijd mijn draai terug kan vinden in dat andere verhaal want ben hem eventjes kwijt. Ik vermeld deze info liever hier zodat ik het straks geen honderd keer in feedback moet zeggen want het leven is al moeilijk genoeg. Vraag het maar aan al die arme stakkerds in Haïti als ge me niet gelooft!)


Gedachten. Ze bereiken me weer. Vanuit het niets slaan ze toe. Vanuit het niets duiken ze op. Rovers wachtend in een hinderlaag. Dieven belust op geestelijke plundering. Ze maken zich klaar. Ze bewapenen zich. Ik kan het telkens weer horen. Hoe ze het ijzer smeden. Hoe ze knarsetandend dichter komen. Ik zou ervan willen wegvluchten maar de vluchtweg loopt dood. De vluchtweg gaat verloren in de nietigheid; een nietigheid die zich als een zwart vlak uitstrekt, eindeloos ver, tot in de meest afgelegen hoeken van de waarneembare horizon. Een horizon die slechts waarneembaar is als zwartheid. Een horizon die de vernietigingsdrang van het veelkoppige beest herbergt Het veelkoppige beest van de gedachte.

Ik weet dat ik moet oppassen van elke gedachte die ik voel en onderga omdat elke gedachte in principe een roofvogel is. Een hongerig wezen dat me kaal wil pikken tot op het bot. Een hongerig wezen dat zich gretig te goed zal doen aan mijn zwakheden als ik eraan ingeef. En dus probeer ik het te ontvluchten. Een eindeloze tocht over bedrieglijke heuvels. Een langdurige queeste onder netelige hemelen. Er gaat nauwelijks een dag voorbij zonder dat ik in deze strijd verwikkeld ben. Met jeukend zand in mijn ogen en het zout van ongeplengde tranen resterend in mijn blikveld voel ik mezelf wegzakken, dieper en dieper de nietigheid in, mijn eigen vernietiging voorbij, naar een dimensie waaruit geen terugkeer meer mogelijk is. Elke vaststelling van een gedachte resulteert immers in een nieuwe gedachte. Ze staan allemaal in verband met elkaar via een feilloos gefundeerd betrekkingstelsel dat ze allen verenigt. En dus blijven ze komen, als reizigers in een sneltrein terwijl ik hulpeloos vastgebonden lig op de spoorlijn, wachtend om overreden te worden door de locomotief van hun schelle kreten. Het overmeestert me, bezit me, pijnigt me zelfs. In het holst van de nacht besluipen ze me en bij het krieken van de dag klampen ze zich aan me vast. Als luizen kruipen ze onder mijn huid en als luizen bijten ze in mijn vel, en ik krab en ik krab en ik krab en ik krab als een volslagen gek, maar niets helpt. Aan de nok van mijn verlangen om eraan te ontkomen ligt het idee van verlossing als een vlezig bot, ongeduldig wachtend om afgepeuzeld te worden. Er is geen enkele leegte die er niet door opgevuld kan worden en er is geen enkele leegte die er niet nog meer door uitgehold kan worden. Lichaam, ziel, herinneringen, wroegingen, verwijten, alles blijft komen, er is geen houden meer aan. Het radbraken gaat verder. De pijnbank kent noch vermoeidheid, noch genade. Ik moet mijn hoofd erbij trachten te houden zodat ik het kan overwinnen maar het is moeilijk. Ik mag mezelf niet ten onder laten gaan aan mezelf, een dreiging die voortdurend in me huist en als een spinnenweb mijn ziel ingesloten heeft.

'Goed geslapen?'
Een zachte stem die de stilte doorbreekt. Een vraagteken dat een antwoord uitdaagt. Ik kijk om me heen maar zie niets. Ondoordringbaar daglicht in mijn ogen. Migraine in mijn hoofd. Tergend gebons. Geprikkelde trommelvliezen. Voetstappen die nader komen. Een ademhaling die scherper wordt. Wie heeft er gesproken?
'Je ligt weer te piekeren, hé?'
De stem is dichter. Ze wordt zachter, bezorgder, sereen als een zomerse bries. Ik probeer in de ruimte te kijken. Ik probeer de bron van het gesprokene te ontwarren. Een nevelige sluier dwarrelt doorheen het vertrek. Een verblindende geest. Een fantoom. Een…
'Hier liefje, drink wat water. Dat zal je goed doen.'
Iemand komt naast me zitten op het bed. Ik voel de warmte van haar lichaam tegen het mijne. Ik voel haar ademhaling in mijn nek
'Natasha?'
'Ja, liefje?'
'Ben jij dat?'
'Natuurlijk ben ik het', giechelt ze speels, 'wie had je gedacht, Katharina De Grote? Ga even rechtop zitten, dan kan je wat water drinken.'
Ik probeer rechtop te zitten. Het is moeilijk. Armen, benen, ledematen van lood, alsof de dood zich erin genesteld heeft. Natasha legt een arm achter mijn rug en ondersteunt me. Ik weet dat ze er is maar het licht is te fel om haar te zien.
'Kan je even het licht uitdoen?' vraag ik haar. Het kost me veel moeite om de woorden van mijn tong te laten rollen.
'Het licht is uit,' zegt ze.
'Kan je de gordijnen dan dichtdoen?'
'Die zijn dicht,' weerklinkt haar warme stem, 'wat heb je toch?'

Ik onderneem een tweede poging om rechtop te gaan zitten in het bed, een helse opgave, alsof ik een kolossale sfinx met een veertje tracht op te heffen. Natasha legt voor een tweede maal haar arm achter mijn rug en trekt me recht. Het lukt, moeizaam en tergend, maar het lukt.
'Hier, drink nu wat,' zegt ze terwijl ze moederlijk een glas water naar mijn lippen brengt. Langzaam slok ik de vloeistof naar binnen. Een frisse, aangename rivier stroomt doorheen mijn slokdarm. Ik voel de hitte wegebben. Het licht vervaagt, evenals de hoofdpijn, die niet geheel verdwijnt maar een stuk draaglijker wordt. Natasha zet het lege glas op het nachtkastje en legt haar handen op mijn wangen. Het is een zachte aanraking. ze trekt me dichter, kust me, liefdevol en teder. Een mooie wolvin bezorgd om haar zieke welp.
'Wat is er allemaal gebeurd? Waarom voel ik me zo ellendig?'
'Maak je maar geen zorgen, liefje', zegt ze geruststellend, 'het gaat wel weer over.'
'Wat gaat weer over?'

Ze reageert niet op mijn vraag en neemt het lege glas van het nachtkastje. Ze verlaat de slaapkamer, meedelend dat ze zo terug is. Ondertussen beginnen de kenmerken van de ruimte waar ik me bevind zich te ontsluieren. Ik zie het eikenhouten nachtkastje met de versplinterde rechterhoek, een stoel met kromme poot, een kader aan de muur, een grote kleerkast en de indrukwekkende met goud geborduurde spiegel aan de muur, waar Natasha zo dol op is. Uren kan ze zichzelf erin bekijken, en uren kan ik naar haar kijken terwijl ze zichzelf bekijkt, ijdel en trots als een pauw die haar kleurrijke veders flaneert. Haar glimlach fier en onbevreesd, als die van een machtige tsarina, en haar ogen helder en zelfbewust, glinsterend met de gedurige glorie van kostbaar edelsteen. Uren kan ze zichzelf op deze manier bewonderen, tevreden glimlachend terwijl ze met haar vingers stoeierig haar haartoppen bespeelt, zichzelf bekijkend vanuit verschillende ooghoeken en ondertussen genietend van de wetenschap dat mijn ogen en aandacht de hare zijn, zo lang ze het maar wenst.

Na enkele minuten keert ze terug in de slaapkamer, met haar lange pekzwarte haren golvend tot ver over haar edele schouders. De japon die ze draagt lijkt voor haar wel perfect op maat gemaakt, zoals het zich als een wurgslang rond haar lichaam heeft gewonden. Met gracieuze voetstappen komt ze nader. Ze verplaatst zich zorgvuldig en gewiekst. Ze golft sierlijk verder over het laminaat. Slechts hier en daar kan ik hout horen kraken. Slechts hier en daar verraden de oneffenheden in de oude vloer zich. Slechts sporadisch wordt de perfectie van haar voetstappen uit balans gebracht door de imperfectie van het houtwerk. Ze glimlacht naar me. Een vredige glimlach die zich stoeierig rond haar lippen krult. Een glimlach met ondergaande maan en een opkomende zon. Een glimlach die haar huid doet bloeien.

 

feedback van andere lezers

  • manono
    Eerste twee paragrafen : zeer plastische en zeer graag gelezen beschrijving van wat er allemaal in een brein kan gebeuren.

    De wending in het stuk : dialoog en een tweede persoon, maken het dan weer spannend omwille van het contrast dat zo geschapen wordt.

    De beschrijving van Natasha is ook om van te snoepen.




    Mephistopheles: Ja het brein is een vreemd iets. Het kan je beste vriend zijn maar ook je ergste vijand, afhankelijk van wat er zich in afspeelt denk ik.
    Dank voor de lezing.
  • yellow
    knap hoor!
    Mephistopheles: Bedankt. Ben soms wel wat bang dat de beschrijvingen te herhalend zijn
  • jack
    Die twee eerste paragrafen zijn virtuoos. Ik wou dat ik ze zelf geschreven had ;-) misschien omdat je een probleem omschrijft waar ik zelf ook mee kamp.

    Daarna is het inderdaad even schrikken, groot contrast, maar dat is een pluspunt. Zoals Manono zegt: spannend. Wekt in elk geval mijn nieuwsgierigheid naar een vervolg :-)
    Mephistopheles: Ook zo'n natuurlijke piekeraar? Ik altijd, van 's ochtends tot 's avonds, om gek van te worden soms. Zou wel een ander brein willen, eentje dat me wat meer rust gunt! Nu ja, jezelf lam zuipen is er soms een wondermiddeltje tegen. Niet gezond, maar tegenwoordig is zelfs zuurstof inademen niet zo gezond meer so who gives a flying fuck?
  • Magdalena
    Mephisto, dit is schitterend!
    alle commentaar is al gegeven.
    My dear, ik hoop dat dit zo grandioos blijft.
    Mephistopheles: Ik hoop het ook, heb soms het gevoel dat ik de langdradige kant opga
  • jan
    een verademing, laat de gekruisigden maar even gerust...

    grtzz
    Mephistopheles: Doe ik ook, afstand nemen van een verhaal is soms beter dan het te forceren. Ik vind mijn draai wel weer..
  • Mistaker
    Gers!

    Groet,
    Greta
    Mephistopheles: Had zin om eens wat anders te doen. Het moet niet altijd over zuipen gaan..
  • koyaanisqatsi
    Staande ovatie!
    Mephistopheles: bwa blijf maar zitten, dat doe ik ook
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .