writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Een nu zoals toen - deel 6: De dorst van een bejaarde slang

door strandjutter

Een verre bromfiets zoemt scherp in de zachte stilte van deze zomeravond. De straat is verlaten, enkel het verlichte uithangbord van de Hoppekrans is nog wakker. Ik wandel met Kirsten en Liesje achteraan de bende. Het gegiechel van de dames stoort me en ik laat me wat zakken. Negen jongedames en één jongen tel ik - mezelf niet meegerekend. Ze kunnen allen niet veel ouder zijn dan tweeëntwintig, behalve Liesje en Kirsten misschien, maar ook zij zijn rond de vijfentwintig. Het decennium dat ons scheidt, kan onbelangrijk of allesbepalend zijn. Jong zijn laat zich niet door zoiets banaals als leeftijd meten. Het heeft meer te maken met de kunde om huid af te werpen, als een slang. Wanneer een serpent vervelt, verliest het wonden en vernieuwt het de ogen. Zo is jong zijn: opnieuw kunnen kijken, niet verstarren. Een theorie waarvan ik de letters nog wel lees, maar de tekst niet meer zo goed begrijp. Ik leef op hoop, met de wens dat ik mijn glaucoom verwar met focus.

De meute stapt het etablissement binnen met een tred eigen aan stamgasten. De waard lijkt me een grijs geworden residu uit lang vervlogen tijden van liefde, vrede en begrip. De vrouw - zijn vrouw? - naast hem heeft de rimpels die het gemak van een spontane lach verraden, maar haar ogen vertellen over de behoedzaamheid die ze heeft geleerd. De meesten groeten vriendelijk, maar Liesje geeft kusjes. Ze stelt me voor. Ik knik en geef een hand. Raf en Greta heten ze, inderdaad samen maar niet getrouwd. Liesje heeft hen al gebombardeerd tot surrogaatouders voor deze zomer. Ik peil hun gezichten om uit te vissen wat ze daar zelf van vinden, maar voorlopig lijken ze er best mee te kunnen lachen. Vooral Raf pakt haar goed vast bij de begroeting.

De koetjes en kalfjes worden even de weide ingelaten en dat bevalt me prima. Toch beantwoordt dit niet aan Liesjes behoefte aan drama. Ze neemt Greta bij de arm en doet kort het verhaal van Ons volgens Liesje. Ik grijns naar Raf en steek een sigaret op. Hij doet hetzelfde. Ik zie Greta af en toe naar me kijken met haar onderzoekende en afwachtende blik. Ik probeer een glimlach. Ze beantwoordt hem niet. Raf vraagt wat ik wil drinken. Greta blijft me aankijken. Ik probeer haar blik te beantwoorden, maar acuut bekruipt me het gevoel gelezen te worden. Ik wend me af en vraag naar de streekbieren. Raf lacht zijn bruine tanden bloot en zet een paterbiertje van twaalf graden uit een naburige abdij voor mijn neus. Ik neem een paar grote slokken. Bier verandert alles, installeert zich in de sofa van de conversatie, danst naar het ritme van losgekomen veters, slaapt in het bed van het zalige vergeten en ontwaakt op het bouwwerf van het geheugen.

Liesje neemt me mee naar de rest van de bende. Ik knik nog even naar Greta. Haar ogen glimlachen kort terug, maar laten me dan links liggen. Aan tafel wordt de wereld volgens de student besproken. Politiek correct is iedereen, dat leidt geen twijfel, er wordt gedroomd over studeren in het buitenland en het opbod in obscure namen van cineasten, muzikanten en schrijvers is best amusant. Liesje komt enkele keren raak uit de hoek en dat stemt haar blij. Ik leun achterover, luister en gluur af en toe naar Kirsten. Ze neemt deel aan het hele gebeuren, maar laat zich af en toe wegzakken. Ze speelt met een bierkaartje, versnippert het in kleine stukjes en laat die glijden van hand tot hand. Ze heeft haar handen ook nodig om te denken. Plots schieten haar ogen in mijn richting. Ze heeft me voelen kijken, vrouwen voelen die dingen. Betrapt verberg ik me achter mijn trappist. Ze knijpt haar ogen dicht met een speelse 'jamaar, jamaar, wat ben je daar allemaal aan het doen' blik. Ik denk dat ik voor het eerst sinds lang opnieuw weet wat verlegenheid is.

De discussie is Liesje gaan vervelen en haar tentakels strekken zich naar me uit. Ze laat Raf nog een trappist aanrukken. Een smeermiddel voor mijn luisterend oor. Het is ondertussen mijn vijfde en ik prijs me gelukkig dat anderen het woord voeren. Ze legt haar hoofd op mijn schouder en begint kleine geschiedenissen van de mensen aan de tafel te vertellen. Over Ilse, die nog maagd is, Anke, die strontvervelende Hollandse trien die principes schijt, Tim, die hoogstwaarschijnlijk homo is, de hartsvriendinnen Chloë en Lynn die als een twee-eenheid door deze zomer banjeren, stille Truus, die als een Mona Lisa blijft weifelen tussen tristesse en glimlachen, mooie Fleur, die als een orchidee boven het rozenbed en tulpenveld schittert en geniet van het vele zonlicht dat haar toevalt, en natuurlijk over Kirsten, haar maatje op dit soms al te brave kamp voor de kunstzinnig ambitieuzen.

Liesje wijst onder tafel mensen aan en mijn hals luistert naar het warme, fluisteren van haar adem. Kirsten heeft ons door. Ze schudt lachend met het hoofd. "Thomas, vind je Kirsten mooi?" vraagt Liesje plots. Ik wankel wakker uit mijn ontvangende rol en wauwel "ja, ze mag er zijn". Liesje zegt iets over mijn goede smaak en barst nu helemaal los over het onrecht dat sterke, mooie en onafhankelijke vrouwen als Kirsten en haar te beurt valt. Mannen zijn angsthazen, vindt ze. Ze willen Tante Kaat in de keuken en amazones om te neuken. Ik knipper met de ruimte tot de randen van de dingen zich terug aflijnen. "Moeders en hoeren", weet ik te stamelen. "Precies", zegt ze. Ik begrijp het, heb het altijd begrepen, zal het altijd begrijpen. Een likje in de hals als beloning. De knelling in mijn broek als bewijs van het geuite inzicht. Liesje leest lust tussen alle regels in en haar hand beoordeelt de werken. De voortanden bijten even in de volrode onderlip: ze zag dat het goed was.

Raf en Greta willen sluiten. De gordijnen gaan dicht. "Nog een laatste rondje?" vraagt de waard. De anderen vertrekken. "Morgen vroeg dag, nietwaar?" Liesje houdt Kirsten tegen. "Drink nog iets met ons." Kirsten blijft. Ik vraag me af of dit nu telt als een driehoeksverhouding: als de relatie met één van de spelers nog niet werd geëxpliciteerd. Ik laat gedachten varen en prijs mezelf gelukkig dat ik vooralsnog mee kan deinen op de golven van deze vrouw. De dames laten de zinnen klotsen en ik zak in het drijfzand van de roes. Ze kijken lachend - spottend? - in mijn richting en ik meen iets in de aard van "tijd om dodo te doen" te verstaan. Ik wil rechtstaan maar het rubber van mijn benen kan mijn intenties niet dragen. Beide vrouwen besluiten mijn vroegtijdige bejaardheid te schragen tot het bed van het zalige vergeten. Ik omarm de geuren van deze lijven en laat me meevoeren. Er ligt een klein geluk in deze onmacht besloten.

Ik val en blijf vallen. Een licht knipt uit en blijft even als regenbogen nazinderen. Ik ben alleen met dit teveel en wentel tot het wentelen bedaart. Ik zal nu verworden tot een snurkende massa met een luchtje. Het mobieltje vertoont envelopjes, maar vingers missen handigheid, ogen ontberen mikken en verstand weigert te willen. Enkel momentaan coma is mijn deel met op de achtergrond het gekwetter van mijn verpleegsters. Mijn nu zoals toen heeft dorst en wil een glas water om in te vervellen.

 

feedback van andere lezers

  • Dora
    Kijk zo moet het. Wat vind je geweldige woorden voor zinnebeeldende beschrijvingen. Kort en bondig, nooit zondig maar met net genoeg suele spanning. Kunnen mannen veel beter beschrijven hoe vrouwenlijven beklijven in het (leed en lustige) wezen van de manmens. Leer ik een bende ontspannen wetigheden van. Mooi, mooietooi geleerdlooid.
    strandjutter: Dank je wel Dora. Ik hoop je verder te boeien. Gr, Strandjutter
  • manono
    Weer heel graag gelezen. Ik hou van je schrijfstijl en de inhoud blijft boeiend.
    strandjutter: Dank je wel. Gr, Strandjutter
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .