writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 2 Delos - hoofdstuk 11/26

door Jelsi

Malon
Malon staart intussen naar het lege scherm, waarop de laatste beelden van de uitzending te zien waren. Hij kan het bijna niet geloven. Raya leeft nog steeds, maar is de gevangene van Jakira's volgelingen. Een paar dagen houdt hij het vol. Maar zonder dat de anderen het opmerken, treft hij zijn voorbereidingen. Als hij op een avond de kantine verlaat, gaat hij echter niet naar zijn training, maar naar een vertrek aan de rand van de basis. Alleen Gayna heeft hem opgemerkt en rent hem na, maar ze beseft dat hij zich niet zal laten tegenhouden. Na enkele voorbereidingen, materialiseert hij twee uur later aan de rand van het dorp waar Sorane en de anderen meer dan een jaar verborgen leefden. Zodra hij uit het veld stapt, kijkt hij op zijn hoede om zich heen.
Maar hij ziet niets verdachts. Opgelucht zucht hij en haast zich het dorp in. Toch is zijn aankomst geregistreerd. Overal in het dorp zijn op bevel van de Hoson detectors geplaatst. De officier die van wacht is volgt de vroegere agent op de beeldschermen, nadat hij zijn meerdere op de hoogte gebracht heeft. Deze geeft dadelijk het bevel om het dorp af te sluiten, zodat niemand nog in of uit kan.
Gespannen kijkt de officier toe hoe de vreemde man doorheen het dorp stapt. Met enkele bewoners voert hij een kort gesprek, om dan weer verder te gaan. Plots schuift de toegangsdeur open en een majoor en twee officieren komen binnen.
'Je rapport vermelde een vreemde, die uit een overbrengerveld stapte.'
'Ja, Sir. Ik heb zijn gegevens al in de database van het politiekorps van de hoofdstad gevonden. Zijn naam is Malon Garent. Voor hij met Sorane Cobanon in contact kwam, was hij een agent van dat politiekorps.'
'Die moeten we hebben. Misschien kan hij ons naar de volgelingen van Sorane leiden. Breng Hoson Povan op de hoogte, Luitenant.'
De jonge vrouw kijkt verrast op en activeert haar armband zender. Op het kleine beeldscherm verschijnt het gezicht van de Hoson.
'Ik hoop dat je me niet nutteloos gestoord hebt, Luitenant.'
'Hoson Povan, een zekere Malon Garent is in het dorp opgedoken. Voor zover we uit de gegevens kunnen opmaken, had hij veel contact met Sorane Cobanon. Majoor Venkorn denkt dat…'
'Ik kom. Verlies hem niet uit het oog,' zegt de Hoson streng.
Trillend schakelt de luitenant haar communicator uit en kijkt haar meerdere aan.
'Hoson Povan komt.'
Maar de majoor hoort haar maar half. Ze hebben gemerkt dat hun slachtoffer een controle zender nadert. Als Malon op een vijftal meter voorbij het apparaat loopt, geeft de majoor een bevel:
'Activeer het storingsveld.'
Malon die niet veel ervaring heeft met de nieuwe techniek, hoort de stem van zijn Hypsoon plots zeggen:
'Malon, we zijn ontdekt. U staat in het centrum van een storingsveld, dat omheen het dorp opgetrokken is. Mijn scanners volgen drie zwevers die in onze richting komen.'
'Is er een uitweg.'
'Misschien. Deflector actief.'
'Wat bedoel je?'
'Als de deflector actief is, dan kan niemand onze standplaats ontdekken, behalve met een detector. Maar toch is voorzichtigheid aangeraden.'
'Hoson, Majoor. Hij verdween plots. Ik kan niets op de scanners ontdekken.'
'Dat kan niet. Of hebben jullie het scherm niet geactiveerd?'
'Toch wel, Hoson. Hij kan geen enkele overbrenger of esperkrachten gebruiken, als hij die al heeft.'
'Een deflector. Verdomme, hij draagt een Hypsoon. Die moeten we kost wat kost hebben. Jakira zal ons rijkelijk belonen,' roept Alonga Povan uit.
'We hebben al drie patrouilles uitgezonden.'
'Stuur nog iedereen die je kunt vinden en kam heel het dorp uit. Maar een ding mag je niet vergeten. Ik wil hem levend.'
Malon heeft intussen de zwevers om de tuin geleid en haast zich naar het zuiden van het dorp.
'Ze hebben iedereen op ons afgestuurd, Malon. Zeker veertig zwevers zijn opgestegen,' meldt de Hypsoon.
'Toch geef ik het nog niet op. Kan je een overbrengerveld openen binnen het storingsveld.'
'Mogelijk. Welke bestemming.'
'De commando zwever.'
Malon staart even naar de flikkerende ovaal, die opengaat.
'Veld stabiel, maar wees snel, anders..'
De agent grijpt de cilinder, die aan zijn zijde hing, stevig vast en springt naar voor. Als hij materialiseert, schrikt de bemanning van de zwever hevig. Als ze reageren is het al te laat. Malon vecht voor zijn leven, dus mag hij geen genade kennen. Toch wacht hij tot ze hun wapen vast hebben, maar dan slaat hij toe. De majoor stort dood achterover, terwijl de bestuurder naar beneden stort. De agent staat dan tegenover de resterende vijf soldaten. Snel stoot hij zijn energiezwaard in het besturingspaneel.
'Veld open,' klinkt de stem van zijn Hypsoon.
Even wuift hij naar zijn tegenstanders en duikt dan in de gloed. Woedend staart Hoson Povan naar het scherm, waarop ze de zwever ziet neerstorten. Een tweede volgt even later. Maar als Malon op de derde materialiseert, beseft hij dat hij achteraan in de zwever staat. Hij ziet zes mannen en vrouwen naar hun wapen grijpen. Drie van hen vallen onder zijn zwaard, maar dan wordt hij door verschillende energieschoten getroffen. Zijn scherm houdt enkele seconden stand. Maar de energie van zijn Hypsoon is zo goed als uitgeput. Een vierde wankelt achteruit en verdwijnt over de rand van de zwever.
'Energie 0%,' hoort hij nog in zijn hoofd voor hij in de borst geraakt wordt.
Langzaam zakt hij in elkaar, terwijl zijn energiezwaard gedeactiveerd op de vloer valt. Als Malon bijkomt, bevindt hij zich vastgeketend aan de muur in een donkere cel.
In een andere sector van de gevangenis zitten Raya en haar vrienden nog steeds vast. Dane en Ven zijn juist binnengebracht. Raya gaat naast hen zitten, beiden zijn zo gedrogeerd, dat ze haar zelfs niet bewust waarnemen. Een paar dagen later horen ze stappen van een groep die in de pas loopt.
'Volkors,' schrikt Konron.
Terya verstopt zich in de hoek van de cel, maar ze komen niet voor haar of Konron.
Op dat moment wordt de deur geopend en in het zwarte geklede soldaten stappen naar binnen. Dadelijk richten ze hun wapens op de aanwezigen. Hun bevelhebber stapt tussen hen door en zegt:
'Wij hebben opdracht om Raya Verodin op te halen.'
Niemand richt zich op en de volkors richten hun wapens op de gevangenen. Raya staat op en loopt kalm naar de soldaten toe. Als ze voor de officier halt houdt, krijgt ze boeien om haar handen. Ze wordt als gevangene weggevoerd onder zware bewaking. Ruw brengen ze haar naar enkele gepantserde zwevers en duwen haar naar binnen. Raya ziet even later de gevangenis onder het toestel voorbij glijden. Na een stilzwijgende vlucht van ongeveer zes uur land het toestel nabij het nieuwe tempelcomplex van Jakira.
Als ze de zwever verlaat, brengen ze haar naar het ondergrondse van de tempel. Ze schrikt als ze de gevangenen ziet, die hier opgesloten zitten. Ze zijn er vreselijk aan toe. Ruw wordt ze in een cel gesmeten.
'Bereidt je voor, rebel, want morgen verschijn je voor de almachtige Jakira.'
Raya zegt echter niets, terwijl de celdeur in het slot klikt. Een paar uur later komen Enuronen onder zware bewaking het cel blok binnen en brengen eten voor allen. Het wordt onder de tralies door geschoven. Ook Raya krijgt twee borden met iets dat op eten lijkt. Ze kijkt hen na als ze naar de toegangsdeur lopen. Als de deur opnieuw in het slot klikt, gaat Raya naar de borden toe en proeft er even van.
'Wat is dat voor een goedje?' fluistert ze.
'Eten, meid. Laat het je smaken, want iets beter krijg je in dit luxe hotel niet,' zegt een man spottend.
Ze antwoordt niet, maar probeert het goedje naar binnen te werken. Plots merkt ze een briefje op, dat tussen het 'eten' steekt. Langzaam haalt ze het eruit en probeert het te lezen.
'Ileja weet waar je bent.'
Meer staat er niet op. Nadenkend gaat ze slapen. Zeer vroeg in de morgen wordt ze uit haar cel gesleurd en door lange gangen naar het centrum van de tempel gebracht. Ze kan dadelijk de blonde Jakira opmerken, die met enkele mannen en vrouwen van haar garde staat te praten. Op een paar passen van de groep, moet Raya blijven staan. Als Jakira zich tot haar richt, roept een van haar bewakers, terwijl hij haar een duw geeft:
'Kniel, rebel.'
De agente valt op haar handen en knieën. Als ze zich weer wil oprichten duwt de bewaker een stok tegen haar rug, waardoor een hevige schok door haar lichaam schiet. Ze kreunt van de pijn, maar slaagt er toch in om recht te staan. Als de man opnieuw wil toeslaan, geeft Jakira hem een teken.
'Ik zie dat je een sterke wil hebt, Raya. Jou breken zal me veel genot verschaffen.'
Raya die maar half luistert, kijkt om zich heen en merkt verschillende teevee camera's op, die verspreid opgesteld staan. Ze beseft dat de beelden uitgezonden worden.
'Je vermoeden is juist, rebel. Iedereen mag toekijken hoe ik jou onderhanden neem, tot je mij trouw zweert. Kniel.'
'Voor jou, kloon. Nooit,'
Jakira glimlacht en richt haar hand op de agente. Een blauwe energiestraal schiet haar toe. Volledig omgeven door de blauwe gloed, zweeft ze een meter boven de vloer. Raya kijkt verschrikt naar de kloon en ziet haar grijzen. Plots krimpt ze in elkaar, als een hevige pijn doorheen haar lichaam schiet. Over heel haar lichaam begint haar huid te verkleuren van de inwendige bloedingen, die Jakira's krachten aanrichten. Meer dan twee minuten kronkelt het lichaam van de agente in de blauwe gloed. Jakira die haar telepathisch observeert, stopt plots met de behandeling. Half bewusteloos voelt Raya de pijn verminderen.
'Heb je genoeg, agente. Of wil je meer,' vraagt Jakira spottend.
'B….oeten za….l je, kloon,' kreunt Raya.
'Ik hoop toch niet dat je Sorane bedoelt, Raya. Ik weet dat ze nog leefde na onze korte strijd, maar op dit moment is ze zo dood als maar kan. Ze stierf in de tempel op Yharven aan een van de dodelijkste virussen die bestaat, zelfs wij goden hebben er geen verdediging tegen. Als gevolg daarvan vielen de amazonekoninginnen in mijn handen. Ze genieten nu in een zwaar bewaakte cel van mijn goddelijke gastvrijheid.'
Even schrikt Raya ontsteld.
'Geloof je me niet, agente. Kijk dan,' glimlacht de blondine.
Raya staart naar de beelden die op de wandmonitor verschijnen. Ze ziet Sorane, met een van pijn vertrokken gezicht naar het schrijn strompelen. Ze ziet er veel ouder uit dan ze zou moeten zijn. Vlak voor het schrijn wordt ze door twee stralen geraakt en stort in elkaar. Op hetzelfde moment is haar lichaam verdwenen.
Jakira kijkt intussen genietend naar haar slachtoffer.
'Zweer mij trouw, Raya en ik schenk je het eeuwig leven zoals Aknuva. Als je weigert zal je een leven slijten van werken en pijn tot aan je dood.'
'N…nooit, kloon. Geef mij een wapen en ik zal…. Aaaargh,' roept Raya uit, maar schreeuwt het uit van de pijn die door haar lichaam raast.
'Geef mij de coördinaten van Sorane's basis, Raya.'
'Z…zoe…k z…e zel..f..'
Het duurt even voor Jakira doorheeft wat de agente kreunt, maar dan ontsteekt ze in haar woede en doet het lichaam van de agente schokken van de pijn. Raya voelt haar bloed tussen haar lippen doorsijpelen, maar kan geen geluid meer uitbrengen van de pijn. Plots stopt Jakira.
'Haha…. Nee, het zal je niet lukken, agente. Ik wil je levend en je zult afzien tot je niet meer kan. Als je na je dood in de hel beland, zal dat een hemel lijken, in vergelijking met wat je nog te wachten staat in dit aardse leven,' sist Jakira trillend van woede en geeft een teken aan een bediende.
Die schakelt dadelijk de opname apparatuur uit, waardoor de uitzending onderbroken wordt.
'Werp haar terug in haar cel,' beveelt ze dan.
Zonder nog naar Raya om te kijken verlaat ze met stijve passen de hal. De Enuroonse wachters grijpen, op een teken van de leider van de volkors, Raya vast en brengen haar weg. Meer dan een maand later is Raya al een beetje bekomen en ligt op haar bed in de cel, terwijl ze voor de zoveelste maal de beelden van de tempel op Yharven voor haar ogen ziet voorbij trekken. Plots hoort ze stappen en even later schuift de deur van haar cel open. Voor ze iets kan zeggen wordt ze vastgegrepen en naar buiten gesleurd. De Enuroonse bewakers brengen haar naar buiten, waar de volkors haar en twee anderen overnemen.
Ze brengen Raya, Terya en Konron aan boord van een zwever en samen met zes andere zwaarbewapende zwevers stijgen ze op en zetten koers naar de werf waar het schip van Jakira gebouwd werd. Plots ontploft een van de begeleidend zwevers, even later gevolgd door een tweede. De zwever met Raya duikt op dat moment naar beneden. Twee van de vier overblijvende duiken achter het toestel aan. Een van de twee overblijvende zwevers duikt plots opzij en met een boog raast hij op de andere toe. De boordwapens openen dadelijk het vuur. De bemanning van de andere zwever probeert nog weg te scheren, maar het is te laat. Als de stralen het toestel raken wordt het uiteen gescheurd. De aanvaller duikt dan achter de drie andere zwevers aan. De bemanning van Raya's zwever opent intussen het vuur op de twee achtervolgende toestellen. De piloot vermindert de snelheid van het toestel plots, waardoor de twee anderen voorbij schieten.
Op minder dan een seconde hebben de boordkanonnen hun doelwit in het vizier en braken hun vernietigende lading uit. Een van de twee zwevers barst in brokstukken uit elkaar, terwijl de tweede door de laatste zwever onder vuur genomen wordt. Ze proberen nog weg te draaien, maar ze krijgen geen kans. Brandend en schokkend storten de brokstukken naar beneden. De twee overblijvende zwevers landen enkele kilometers van de plaats van het korte luchtgevecht. In de eerste zwever schuift de cel, na een kort vuurgevecht met een bewaker, open. Ileja schrikt als ze de toestand van Raya opmerkt.
Nadat de boeien van de agente verwijderd zijn, staat de gevangene snel op. Voor haar bevrijders van hun verbazing bekomen zijn, is Raya al uit de cel en haast zich naar de bestuurders cabine. Hier staan twee rebellen die haar verbaasd aankijken. Voor ze van hun verrassing bekomen zijn, heeft Raya het wapen van een van de twee gegrepen en vuur op het rechter bestuurderspaneel, dat met flitsen uit elkaar valt.
Achter haar komt Ileja binnen en zegt:
'Wat doe je?'
'Deze zwever heeft een peilzender, Ileja. Misschien is het al te laat.'
'Kom, dan moeten we hier snel weg.'
Raya kijkt haar even aan en volgt haar dan naar buiten. De andere rebellen brengen Konron en Terya mee van boord volgen hun voorbeeld en de groep voegt zich bij de drie van de tweede zwever. Ileja kijkt even naar Konron, die knikt even met een glimlach. Heel de groep haast ze zich tussen de bomen waar drie wagens wachten. Even later razen de drie de snelweg op en verdwijnen in het drukke verkeer. De volkors komen enkele minuten later ter plaatse, maar stellen vast dat ze het spoor van de gevangene kwijt zijn. Raya en haar bevrijders bereiken enkele uren later een kleine opslagplaats waar ze zich volgens plan een tijdje zullen verbergen. Maar de agente is iets anders van plan. Dane en Ven bevrijden.
'Dat kunnen we toch niet riskeren, Raya.'
'Toch wel. We kunnen niet anders. Ik moet weten wat er met de kinderen van Sorane gebeurd is.'
Na een paar dagen van voorbereiding, wachten ze op enkele anderen, die valse papieren, die nagemaakt werden, brengen. Raya controleert ze snel en stelt vast dat ze hun taak zo goed als perfect uitgevoerd hebben. Maar als de twee zwevers nabij de basis van Alonga landen verstijft Raya plots. Een vreemde kracht vloeit doorheen haar lichaam, terwijl ze een vreemde stem hoort:
'Raya begeef u naar Alonga Povan en breng haar mijn boodschap.'
'Welke boodschap.'
'Dat zal je weten als je voor haar staat,'
'Voor haar staan, wat..' stamelt Raya, terwijl de kracht van de stem voelt afnemen.
Even wankelt ze en merkt dan dat haar vrienden haar verbaasd aankijken.
'Tegen wie had je het en over welke boodschap?'
Even denkt Raya na, maar ze beseft niet wie die stem was.
'Ik hoorde een stem in mijn hoofd. Ik geloof dat we een nieuwe bondgenoot of bondgenote hebben. Maar of dat goed is, weet ik niet. Misschien is het wel een wezen dat streeft naar dezelfde macht als de kloon van Jakira,' zegt ze nadenkend, maar hoort plots een gegiechel in haar hoofd.
'Ken je mij niet meer, Raya. Zo dood ben ik nog niet. Alleen bevind ik mij op Delos.'
'Delos, Je hebt Delos gevonden, bedoel je dat,' zegt Raya fluisterend.
'Juist, Raya.'
'Wat wilde die stem? Zei ze iets over Delos. Dan houdt ze je voor de gek, meid.' hoort Raya iemand zeggen.
Even schudt ze haar hoofd en merkt op Ileja, die haar vragend aankijkt. Dan antwoordt ze:
'Dat… ik denk dat het So…,' antwoordt Raya, maar herpakt zich snel, 'Ileja, mijn plan moet een lichte wijziging ondergaan. Ik kan niet met jullie mee.'
'Wat? Dat meen je niet.'
'Toch wel, Ileja. Jullie doen wat we van plan waren, ik moet die boodschap naar Alonga Povan brengen.'
'Dat kan je niet doen, Raya. Je weet toch wel, dat je je weer in handen van onze vijand begeeft.'
'Zeker, maar iets zegt mij dat ik die vreemde bondgenoot mag vertrouwen.'
'Maar…'
'Stop, Ik ga en jullie voeren het plan uit,' zegt Raya, terwijl ze haar volkor uiterlijk laat verdwijnen.
Met haar overbrenger transporteert Raya zich naar de hoofdingang van de basis.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .