writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Mounir en Debbie .1

door RudolfPaul

Mounir bleef wat rondhangen met zijn nieuwe vrienden in de stationshal. Hij was gekomen om Hassan te vragen of hij ook pizzakoerier wilde zijn voor de zaak die zijn oom onlangs had overgenomen, maar Mounir twijfelde; eigenlijk kon hij het alleen wel af, zo druk was het niet. En zijn oom was voorlopig nog weg, het land uit.
Op enige afstand liep Baardman langs het groepje, een dikbuikige in wijde djellaba gehulde man met een strakke witte muts tot net boven zijn ogen over zijn voorhoofd getrokken. Mounirs vrienden haatten Baardman omdat hij een van de groep gek in zijn hoofd gemaakt had met het geloof. Ook Mounir voelde een zekere afkeer voor de man vanwege diens zelfingenomen gelaat en zijn grote arrogant vooruitgestoken baard. Alsof hij de profeet zelf is, had een van de jongens, Dilmi, gezegd.
Die baard. Een vieze stinkbaard, volgens Lamouch. Als je te dicht bij hem stond en zijn predikende woorden moest aanhoren, kon je die baard van hem ruiken, een braaklucht.
Alsof hij iets heel erg Haram heeft gegeten, vond Amar, een dooie hond dat hij uit het kanaal had opgevist en thuis opgewarmd en toen opgegeten.
Hij laat een scheet in je gezicht iedere keer als hij zijn mond open doet om met je over het geloof te praten, had Lamouch gezegd. Dilmi maakte het nog mooier: Als Baardman naar de wc gaat en er is geen papier, veegt hij zijn gat af met zijn vingers en die veegt hij dan weer af aan zijn baard.
Met z'n allen keken ze nu naar Baardman die in de menigte verdween.
'Je moet die dikke billen van hem zien,' zei Hassan. ' Wat zal daar veel stront uit komen.'
'Net zoveel als er poep uit zijn mond komt als hij over het geloof praat,' zei Lamouch.
Mounir besloot terug te gaan naar de pizzaria. 'Moet werken,' zei hij, 'zie je later.'
Hij liep dezelfde kant uit als Baardman en zag dat die bij de krantenkiosk naar binnen liep. Van een afstand volge Mounir de man, die met een wijdbeense waggelgang als van een hoogzwangere vrouw langs de tafels met uitgestalde boeken liep. Mounir zag hoe hij met afgewend hoofd een boek had opgepakt en met een minachtend gebaar ondersteboven op de stapel teruglegde. Nieuwsgierig geworden wachtte Mounir tot Baardman bij het rek met buitenlandse kranten stond. Hij liep naar de boeken en draaide het boek dat Baardman had aangeraakt met het kaft naar boven - een afbeelding van een mooie blanke vrouw met ontblootte borsten. Geen wonder dat Baardman het boek had omgekeerd.
Zijn ogen zochten Baardman maar hij zag ineens de jonge vrouw met donker haar die altijd met een kruk liep als ze voorbij de pizzaria kwam op weg naar de muziekschool in dezelfde straat. Ze stond te praten met een ander meisje. Hij liep erheen en zorgde ervoor dat hij onopgemerkt achter hen kwam te staan. Hij keek een kookboek in dat dichtbij op de toontafel lag en luisterde naar hun gesprek. Het ging over een of andere opleiding, het woord studiepunten viel herhaaldelijk. Mounir vond dat beiden mooie, prettige, opgewekte stemmen hadden, hun woorden vloeiden helder als twee kabbelende beekjes die op een punt bijeenkomen en samen verderstromen in een iets breder riviertje. Het was een genot om te luisteren naar deze jonge vrouwenstemmen, vooral naar die van de oudste van de twee, het meisje van de muziekschool die met een kruk moest lopen. Hij onderging hun woordenstroom als iets weldadigs, zo beschaafd, zo plezierig, zo mooi. Heel anders dan de hortende, stotende rauwe geluiden die uit de kelen kwamen van het stoere, luidruchtige groepje vrienden.

De oude man stond voor de dichte deur van de croissanterie. Binnen was alles donker en verlaten. Op een briefje dat op de deur geplakt was stond: Wegens omstandigheden gesloten.
De jongen van de pizzaria ernaast was bezig twee scooters buiten te zetten. 'Ja, gesloten daar meneer,' riep hij. 'U kan bij ons ook koffie drinken.' De oude man liep op hem toe. De jongen wees op de man binnen die de pizza-oven aan het schoonmaken was. 'Hij maakt de lekkerste koffie van… van overal: espresso, cappuccino….'
De oude man weifelde. Hij wees naar het verlaten pand. 'Ik kom daar al bijna een jaar en nu ineens…'
'Ik weet. Ik zie u altijd daar gaan. Maar nu gesloten. Mijn oom gaat de hele gebouw kopen en andere winkel van maken. Maar bij ons lekkere koffie, kom binnen en u proef.'
'Vooruit dan maar.' De oude man stapte de kleine ruimte van het pizza bezorg- en afhaalcentrum binnen en ging aan een van de twee tafeltjes bij het raam zitten. 'Een espresso dan maar. Heb je er ook een broodje bij?'
'Espresso met broodje,' riep de jongen naar de man bij de oven.
'Dus je oom gaat die zaak overnemen.'
'Over paar weken. Als hij terugkomt van Hadj. Dan verbouwing samen met deze pizzaria tot grote Marokkaanse restaurant. Of Italiaanse. Dan wordt Ricardo chef.' Hij wees op de man die naar het tafeltje kwam met een kop espresso. 'Ricardo is Italiaan, hij werkt hier toen mijn oom deze gebouw koopt. Ik Marokkaan, mijn naam Mounir.'
Ricardo grijnsde. 'Straks komt broodje,' zei hij.
De oude man proefde van de hete espresso. 'Ik dacht al, wat ziet het er hiernaast haveloos uit. Waarschijnlijk gingen de zaken niet al te goed de laatste tijd. Maar ik kwam er graag. '
Ricardo wees op dat moment naar een jonge vrouw die langzaam met behulp van krukken voobij liep in de richting van de croissanterie. 'Kijk, jouw vriendin,' zei hij plagerig. Ze droeg een vioolkist op haar rug.
Mounir opende de deur en riep: 'Is daar dicht. Kom maar hier voor lekkere koffie. Is gratis vandaag.'
Het meisje keek om en lachte hem toe. Ze schudde haar hoofd en liep verder.
'Is dat je vriendin? vroeg de oude man.
'Nee, jammer, niet vriendin.'
'Te oud voor jou, Mounir. Drie, vier-en-twintig, ze wil niet met jongen als jij van negentien.'
Ricardo ging weer aan het werk. Mounir bleef bij het raam staan.
'Mooi meisje,' zei de oude man goedkeurend. 'Jonge vrouw, moet ik zeggen. Toen ik negentien was ontmoette ik ook een vrouw die vijf jaar ouder was.'
'U negentien, wanneer was dat?'
'In 1960. In Amsterdam. Ik was daar op vakantie, kort daarna moest ik weer weg.'
'Hoe heet zij, die meisje?'
'Tonny. Zo heette ze.Tonny Joosten. Ze werkte bij het VVV-kantoor dat uitkeek over het Rokin. Ik kwam daar als tourist aan de balie om iets te vragen over… dat weet ik niet meer. Maar ik heb haar toen gevraagd of ze met me wilde uitgaan en ze zei ja. En toen zijn we een paar keer wezen dansen en eten - meer niet.'
'Lange tijd van 1960 tot 2005 en u weet nog haar naam. Zij vier-en-twintig toen, dus nu negen-en-zestig - een oude vrouw.'
'Ja, een oude vrouw,' zei de man peinzend. 'Bijna zeventig. Als ze nog ergens in leven is tenminste.'
'En toen ging u weer weg van Amsterdam?'
'Ja, ik moest weg. Studeren. Voor een afscheidscadeau heb ik haar toen een dik boek gegeven - In het hof der wijsbegeerte, van Wil Durant. Ik ging filosofie studeren - vandaar.
'Als je dat studeert, wat ben je?'
'Dan word je filosoof.'
'Niet profeet?'
De oude man lachte. 'Nee, niet profeet. Helemaal niet.'
Het meisje op krukken kwam de pizza-zaak binnengestrompeld. 'Ik ruik koffie,' riep ze. 'Kan ik hier ook terecht? De croissanterie hiernaast is dicht.'
'Ga maar hier zitten bij deze meneer,' zei Mounir. Het enige andere tafeltje lag vol met stukken karton die tot dozen moesten worden gevouwen. 'Wat zal ik brengen, koffie, espresso, cappuccino?'
'Gewoon koffie graag.' Ze zette de krukken schuin tegen een lege stoel en ontdeed zich van de vioolkist die ze op haar rug droeg.
'Is andere been ook ziek geworden?' vroeg Mounir. 'Gisteren in de park met de hond op een kruk, nu met twee krukken.'
De oude man lachte. 'Een hond op krukken?'
'Grote witte hond komt rennen uit de huis met zwarte vlekken naar de park,' begon Mounir uit te leggen.
'Verrek, was jij dat? Ik had je niet herkend,' riep het meisje verrast. 'De hond heeft zwarte vlekken, niet het huis,' verduidelijkte ze. 'Zo'n Dalmatiër is het. Het stomme beest kwam bijna onder de pizzabrommer voordat hij het park in rende aan de overkant. Onze vriend hier was zo aardig om hem naar me toe te lokken met stukjes pizza zodat ik hem z'n riem om kon doen. Dat was me anders niet gelukt, die rothond luistert niet naar me.' Ze keek de jongen blij aan en zei: 'Goh, dat jij dat was, dat wist ik niet, je had ook zo'n grote zwarte helm op. Hoe heet je?'
'Mounir.'
Ze stak haar hand uit. 'Ik heet Debbie. Deborah eigenlijk, Deborah Berkovich, maar iedereen noemt mij Debbie.'
'En ik heet Rudy,' zei de oude man. Er werden handen geschud. Ook Ricardo, die bezig was met de pizza-oven, kwam erbij staan en stelde zichzelf voor.
'Berkovich… toch niet familie van die bekende advokatenfamilie?' mompelde de oude man.
Debbie knikte. 'Dochter van… Zelf zou ik ook eerst advokaat worden, de familietraditie voortzetten, maar na m'n rechtenstudie heb ik toch maar besloten om aan een studie Nederlands te beginnen, iets wat ik eigenlijk van begin af aan had willen doen. Tot teleurstelling van de rest van de familie. Wat dat betreft ben ik een beetje een vreemde eend in de bijt.'
'Wat? Gebijten door rare eend?' riep Mounir die aan de andere tafel was begonnen met het vouwen van pizzadozen. 'Waar? In de park?'
Debbie en Rudy schoten in de lach. 'Ja, gebeten in m'n knie; vandaar dat ik nu op krukken loop,' schaterde Debbie.
'Een hond op krukken, een huis met vlekken, een knieënbijtende eend, het moet niet gekker worden,' lachte Rudy. 'Nee hoor Mounir, het is zo'n typisch nederlandse uitdrukking: een bijt, dat is een opening die ze in het ijs hebben gehakt zodat daar eenden kunnen zwemmen. Dat hebben jullie zeker niet in Marokko.'
Debbie keek de jongen vertederd aan. 'Een vreemde eend in de bijt, dat betekent zoiets als… wacht ik heb nog wel zo'n schoolboekje thuis, die zal ik volgende keer voor je meenemen. Mag je houden, die heb ik niet meer nodig.'

 

feedback van andere lezers

  • hettie35
    Sluit mij helemaal bij Dora aan,
    groetjes Hettie
  • Dora
    Goed geschreven. Veel inlevingsvermogen.
    Wellicht in drie delen knippen... als een vervolg
    omdat te lange stukken veel geduld vergen?
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .