writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Vlaamse Filmpjes: De boterhammen van Jeugdzorg

door bart

Nee, we gaan naar Gent vandaag!
Maar leider - maar leider - ge hebt gezegd dat we naar Oostende gingen fietsen.
Ja, maar we gaan toch naar Gent.

Het was Hugo reeds opgevallen dat ze al twee keer zo lang onderweg waren dan nodig om in Oostende te geraken. De vaart tussen Gent en Oostende was overal hetzelfde, hij kende de kleine verschillen niet. Hij was nog nooit zo ver van huis geweest. De andere jongens kwamen in een tros honderd meter achterop op hun verroeste fietsen, sommige met een rugzak, maar de meesten zonder want dat was stoer - voorzienigheid was voor janetten zoals Herman en Hugo. De jeugdbeweging was een rijpe broeikas voor het ontluikende jongensleven, een uitstekende gelegenheid des zaterdags een eind verder te stappen dan de neus lang was.

Twaalf jaar eerder stond Hugo's vader aan de bel van het moederhuis te trekken tot die eraf viel. De gietijzeren klok kletste met een toonloze klap op het trottoir - intro Hugo, die naar het schijnt al half geboren was toen de poort openging. Hierdoor moest hij de eerste maand van zijn leven in een glazen bakske liggen, zag zijn moeder eens per dag door het glas waarbij ze hem dan teder opnam om te kijken of alles er nog wel aan hing. Sindsdien heeft Hugo altijd alleen gereden, zoals ook nu, ver voor of ver achter het peleton. De bende achterop was in voortdurende strijd over het leiderschap, de toewijzing van kleur en rang, en zoals gebruikelijk in een groep twaalfjarigen anno 1977 moest er ook één de vuile homo zijn. Dat was Herman. Herman was officieel tot vuile homo verklaard. Omwille van de lederhosen die hij steevast droeg bij activiteiten in openlucht. Of misschien omwille van die keer dat hij, rank ventje, op het strand met z'n benen halfweg in de branding van "We are the champions" had staan brullen, een hardrockanthem uit die tijd dat absoluut meer weggelegd was voor stoerdere jongens dan hij. Als revanche hadden ze Herman tot vuile homo gebombardeerd en als Herman problemen had dan vond hij soelaas bij Hugo. Het was al een paar jaar eerder voorspeld bij de rolverdeling van het geschiedenisspel op de speelplaats: gij zijt de ridder, gij de wachter, en Hugo? Hugo is de engel. De engel in de kindermond is de janet van vijf jaar later.

"Ze zijn me weer aan 't pesten" wist Herman te vertellen nadat hij met een sprintje weggereden was van de intussen ver achterop liggende bende. Hij was het grondig beu maar kon er tegenop zolang Hugo in de omtrek was. "Allez jongens, rij eens door!" schreeuwt leider Henk in een poging het gat te dichten, maar er kwam geen beweging in. Paul, de grootse van de bende stond opgewonden te gesticuleren naar de vaart, waar vanachter de bocht de boeg van een binnenschip zichtbaar werd. "Vlaamse Jeugdzorg " stond erop geschilderd in grote witte letters, en dat het schip vers gepekt was rook je van honderd meter ver. Op het dek liepen nog moeilijk te onderscheiden figuren, maar op de stuurhut stond duidelijk herkenbaar Pastor Peskens, de proost van Jeugdzorg Vlaanderen. In zijn mond had hij een fijn sigaartje en op zijn hoofd een schipperskepie. "De kerk komt zijn jonge volk voederen!" klonk het uit een megafoon. Om het gezegde meer kracht bij te zetten en ook gewoon om indruk te maken op de vrouwen activeerde Peskens met een druk van zijn wijsvinger de sirene die zich als een bomalarm over de boeg gooide, loeiende golven geluid voor zich uitstuwend op het wateroppervlak. "Vlug!" wenkt Paul naar zijn kameraden, "doe je vest toe en zet je mutsen op, ik geloof dat ik daar ons moeder op het dek zie!"

Voorwaar, op het achterdek stonden alle moeders klaar met pakken boterhammen voor de jongens. Peskens jutte de dames begeesterd op vanop de stuurhut, daarbij zijn sigaartje verliezend dat onder een vonkenregen in zijn witte hemdje verdween. Hierop begonnen de moeders handenvol boterhammen met servela, hesp, kaas en een combinatie van alledrie naar de oever te gooien waar de jongens met grollende magen in het riet doken om de pakjes op te vangen.
Herman en Hugo waren intussen gaan liggen, hun fietsen haastig in de greppel gesmeten. Ze wisten uit ervaring dat het beter was niet gezien te worden tijdens de bevoorrading wilde je als opgroeiende knaap nog kans maken te ontsnappen aan de greep van Pastor Peskens en zijn Jeugdzorgboterhammen. "Ze steken iets in dat beleg om je dom te houden" had Herman Hugo verteld. "Ik neem altijd mijn eigen brood mee". En zeker weten had hij dat ook nu weer gedaan, wijzend naar zijn rugzak die uitpuilde van de boterhammen met beleg. "Herman," zei Hugo - hem een stevige schouderklop gevend, "zo zullen we er nog geraken in het leven, ons eigen plan trekken! Zie eens naar Paul en leider Henk, aan 't vechten voor de toespijs daar in 't water! Het zijn precies wel wilden!"

"Aaah - zie ze daar liggen - de prentjes van jongens die denken 't allemaal beter te weten!" klonk het uit de megafoon. De boot passeerde nu Herman en Hugo en Peskens stond onder het roepen wild op zijn ribbenkas te slaan waarvan de borsthaartjes intussen gretig vlam gevat hadden en een onbehoorlijke walm over de vaart verspreidden. "Ughe kuche - en zie eens vanachter op de boot - ziet ge daar eender van uw moeders een handje toesteken? Nee? Ik ook niet, en dat wil zeggen dat ge ze vanaf nu kunt kussen als ge nog eens honger hebt! Gretverdemse janetten.. " Verder kwam hij niet want Moeder Gertrude was door de alarmerende reuk met een brandblusapparaat komen aanlopen om Pastor Peskens te blussen.

De bende jongens lag intussen schaterend en dom tussen het riet winden te laten, Henk wild zwaaiend onder zijn neus om de walm wat te milderen en het zootje aansporend zich te hernemen "want we moeten tegen vanavond nog in Gent geraken!"

 

feedback van andere lezers

  • julien_maleur
    aangenaam om te lezen. JM
    bart: Bedankt voor 't lezen Julien.
  • Dora
    Heerlijk, de pastoor staat in de fik, haha maar onderhand schets je wel een prachtplaatje van toen...
    bart: Ja, zo'n macho pastoortje in de fik steken doet wel deugd. Dora, ik heb niet genoeg tijd om het allemaal op te schrijven..
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .