writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sura en buaya

door RudolfPaul

Ik kreeg een speelvriendje, Nico, die vaak tussen de middag bij mij kwam. Hij woonde om de hoek in een van de huizen die uitkeken over de zee. De djongos van de hoge marineofficier die naast ons woonde (tevens diens chauffeur) vertelde ons vaak spannende verhalen. In opgewonden indische keelklanken bracht hij verslag uit van dramatische gebeurtenissen: Adoe zeg, de kogels vliegt om ons oren, ik rrruk de stuur naar links, naar rrrechts, ik schrrreeuw: duiken! duiken! Hij had ons verteld dat Surabaya haar naam te danken had aan een reusachtige haai (sura) en een krokodil (buaya) die in een ver verleden ergens in de rivier met elkaar strijd hadden geleverd.
Toen we op een dag tijdens het siesta-uurtje vanaf de veranda over de rivier uitkeken, werd onze aandacht getrokken naar een enorme plek in het bruine water waar een een hevig gespartel plaats vond. De haai en de krokodil! - Nico wist het zeker. De haai, die vanuit de havenmond een eindje de rivier was opgezwommen, en de krokodil die even ervoor nog ergens in de modder van de oever had liggen zonnen. Hij rende als een bezetene schreeuwend de weg op en verstoorde de middagrust van niet alleen mijn ouders maar die van alle omwonenden. Mensen kwamen in hun ondergoed hun huizen uitgerend, ervan overtuigd waarschijnlijk dat er iets heel ernstigs aan de hand was: een vloedgolf na een zeebeving, een aardbeving na een uitbarsting van een van de vulkanen van het Penanggungan Gebergte in de verte of nog erger, van de Merapi. Ik stond ineens naast de verbaasde en verontrustte marine overste. Ik had de man nooit anders gezien dan in zijn uniform, met epauletten, sierkoorden en indrukwekkende pet. Nu stond hij daar bijna in z'n nakie. Mijn moeder en enkele buurvrouwen liepen, gekleed in slechts hun witte onderbroekjes en bh's, vertwijfeld rond. Mijn vader zag ik nergens. 'Kijk dan, kijk dan!' riep Nico, wijzend naar het midden van de rivier. 'Daar! De krokodil en de haai!' Maar het heftige gespartel was opgehouden, er was niets meer te zien. Ongemerkt was de djongos naast me komen staan. Hij keek zijn ogen uit naar de blanke schaarsgeklede lijven van de totoks. Hij legde zijn hand op mijn schouder en zei: 'Geefniks hoor Roedie. Als de kalf verdronken is, ach soedah, laat maar zwemmen zeg.' Hij gaf me een knipoog. Wat hem bereft mochten we nog wel eens zo de boel op stelten zetten, begreep ik. Mensen gingen mompelend hun huizen binnen. Ik denk niet dat ze hun middagslaapje hebben kunnen voortzetten. Eens sloop ik 's middags toch het huis uit en ging ik samen met Nico naar de marinehaven waar allerlei scheepswrakken lagen en wel tien afgedankte onderzeeërs naast elkaar. Niemand hield daar toezicht en we konden naar hartelust over de drijvende en halfgezonken gevaarten klauteren. Bij de ingang van de marinehaven was een slagboom en een bunker met een meterdik betonnen dak en muren. Er was een zware metalen toegangsdeur. Nico duwde me naar binnen en zou gauw de deur dicht doen. Ik probeerde het hem te beletten, panisch als ik altijd ben geweest om ergens opgesloten te zijn. Met beide handen greep ik de zijkant van de deur en duwde uit alle macht terug, maar de jongen aan de andere kant was sterker. Op het laatst moment moest ik mijn handen terugtrekken maar het topje van mijn middelvinger raakte beklemd tussen beton en staal. Ik schreeuwde het uit en hij trok de zware deur weer naar zich toe. Het topje van mijn vinger was geplet en opengereten. Met een bebloede hand rende ik naar huis. 'Doe er maar wat jodium en een pleister op,' zei mijn vader nuchter. Hij was net opgestaan na zijn middagslaapje. Mijn vinger maakte nauwelijks indruk op hem. Eigen schuld, moet je maar niet... Ik wist dat als ik met mijn been tussen de deur bekneld was geraakt en ik - been d'r af - op één been naar huis was gehinkt, mijn pa hetzelfde zou hebben gezegd. Wat jodium en een pleister erop en verder niet zeuren. Hij was hard. Hij had de oorlog in een Japans krijgsgevangenkamp doorgebracht, samen met Amerikanen en Engelsen. Kiezen op elkaar en in je hoofd het beroemde gedicht van Rudyard Kipling, 'If -'. If you can keep your head when all about you / Are losing theirs… Met bijna bovenmenselijke zelfbeheersing hadden de gevangenen zich vier jaar staande gehouden. Een opengereten vinger was voor mijn vader zoiets als een muggenbeet. De twee helften van mijn vinger groeiden na verloop van tijd weer aan elkaar. Het enige wat nog te zien was, was een litteken in de vorm van een spleetje. Op de kostschool in Australie, waar ik vanaf m'n dertiende tot m'n achttiende verbleef, kreeg ik wel eens een opmerking over die middenvinger die er uit bleef zien als een penis. 'You'll frighten all the girls with that horny cock-finger of yours!' Ik schaamde me voor die vinger, hield hem angstvallig verborgen. Maar nooit in m'n leven heeft een vrouw enige interesse getoond voor die vinger of er een opmerking over gemaakt. Naarmate ik ouder word begint de vinger er steeds normaler uit te zien; ik durf hem nu wel in het openbaar te vertonen.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .