< terug
Zondag 5 oktober 2008.
10h21: storm en regen. De houtkachel smeulde nog vanmorgen. Ik heb zin in een broodje confituur. Daarna dweilt iemand het hondshaar van de vloer. Vanavond eten we ajuinsoep.
De zoon ligt in een oude lederen fauteuil met zijn knokige voeten voor het vuur. Neuspeuterend staart hij voor zich uit.
Wat een rotweer. Het riet waait tegen de grond. Alles is nat. Geen raaf die uit een boom komt.
Zullen we in die windvlagen gaan wandelen?
Neen, zelfs de hond krijg je nu met geen stok buiten.
Hou op met dat gezeur over het weer. Morgen staken ze tegen welstandsverlies.
Om vijf voor twee zie ik mensen naar hun uurwerk kijken. Afspraak om veertien uur. Ik zal zo laat zijn dat het een gemiste afspraak wordt.
Er stopt een lijkwagen vlakbij. Ik sta immers aan de ingang van een begraafplaats. De kistdragers stappen plechtig uit. Ze dragen lange donkergrijze jassen, de ceremoniemeester een blauw pak. Er is geen publiek, geen enkele nabestaande…ik maak me uit de voeten om deze plechtigheid niet te verstoren.
Mathilde leeft nog. Ze heeft me getoond hoe ze haar vangst verorbert en zich daarna in kieren verscholen.
feedback van andere lezers- Dora
Jij hebt het vermogen veel ongeschreven woorden mee te laten pratenzweven en dan mag ik daar heerlijk zelf mijn verhaal bij maken...
warket: Ik begrijp niet helemaal wat je hiermee bedoelt, maar het is goed zo.
groet - ivo
een prentkaart is er niets bij ... het statische voorbij mooi warket: dankje, ivo - Danvoieanne
Een mooi beeld... warket: dankje - Wee
x
|