writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Een kopje koffie.

door badstop

In 1973 ben ik gaan werken voor Rob, een man die imitatie en originele muziekcassettes verkocht aan pompstations. Deze man woonde achter ons en was een zeer chaotisch figuur. Hij was bezig een poortje op te hangen aan zijn schuur. Tegelijkertijd was ik bezig met een schutting tussen de steeg en mijn tuin aan te leggen. Zodoende zag ik hem bezig. Direct zag ik dat het bij hem fout ging, want de keilbouten waarmee hij het poortje wilde vastzetten zaten te dicht op de rand van de muur. Daar waarschuwde ik hem voor.
"Ik zet ze niet té vast," was zijn commentaar op mijn tip.
"Oke," antwoordde ik.

Met een luide 'beng' sprong even later een stuk uit de steen waar de keilboot in zat.
"Je kunt hem beter een steen naar binnen doen," probeerde ik hem te helpen.
"Toch te vast gezet," was zijn commentaar.
"Beng!" zei de tweede steen.
Luid vloekend stond hij met de bahco waarmee hij de moeren vastdraaide in zijn hand.
"Hoever moet ik hem dan terugplaatsen?" vroeg hij nadat het vloeken was gestopt.
"Eén steen is voldoende."
Een kwartier later zat de poort op zijn plek.
"Bedankt buurman, wil je een biertje?"
"Altijd."
We raakten in gesprek waarbij hij vertelde dat hij een bedrijfje was begonnen in de verkoop van muziekcassettes. Na een niet nader te noemen aantal biertjes merkte hij paniekerig op: "Shit! Ik vergeet pakketten te maken voor morgen, daar ben ik uren mee bezig."
"Kan ik je daarbij helpen?" vroeg ik met een beetje slecht geweten.
"Graag."

We gingen naar de zolder van zijn huis die helemaal volstond met dozen. In die dozen zaten cassette's, op een kleurig kartonnetje in een plasticdoosje, geplakt. Hij begon met het eindeloos zoeken in alle dozen een pakket van verschillende cassettes samen te stellen. Nu kon ik mij voorstellen waarom dat zo lang ging duren.
"Dat kan veel sneller Rob," merkte ik op.
"Hoe dan?"
"Laten we soort bij soort zetten. Alle Duitstalige en alle Nederlandstalige bij elkaar."
Na het drama van de keilbouten was hij niet meer eigenwijs. We sorteerden in een kwartier alle muzieksoorten en muziekgroepen, zoals Abba, bij elkaar.
"Nu gaan we pakketten maken Rob."
Binnen een half uur hadden we de benodigde pakketten samengesteld.
Totaal overdonderd keek hij me aan en zei:"Wil je niet bij mij komen werken?"
"Dat kan, want ik heb toestemming van de Hoogovens om op uitleenbasis ergens anders te gaan werken."
Hij hoefde slechts 20% van mijn salaris te betalen aan hoogovens, dus ik kostte bijna niets. Vanaf zijn zolder verhuisde het bedrijf naar een zolder bij een machinefabriekje annex drukkerij. Zij waren degene die de kartonnen voor de cassettes drukten.

Elke dag reed ik naar Halfweg om cassettes op te halen. De zaak groeide en er kwam er een vertegenwoordiger bij hem werken. Na een paar maanden verhuisden we naar een splinternieuw gebouw. Dat was even aanmodderen want de aannemer, tevens onze buurman, was nog bezig met de bouw van het kantoor. In het magazijn werd een oude stacaravan tijdelijk als kantoor ingericht. Rob had bedacht dat hij ook coverplaten kon laten maken en verkopen. Hij begon met twee titels , Crease met John Travolta, en Nederlandse hits. Deze platen werden in België voor ons gemaakt. Overdag werkte ik in het magazijn en 's avonds reden mijn vrouw en ik naar Heist op den Berg naar de fabrikant van de platen. We namen Rob zijn auto, want die was sneller. Op de zaak koppelden we een kleine aanhanger achter de auto en we vertrokken. Controles had je in die tijd nog niet en flitspalen al helemaal niet. De snelheid liep op tot 180 kilometer per uur op de snelweg. De aanhanger zweefde achter ons aan. De eerste keer dat we platen hadden gehaald was het afgesproken aantal niet klaar. Kan gebeuren, dachten wij mild.

Bij de grens moesten we papieren laten afstempelen. De beambte kwam met een snurk tot leven toen we binnenkwamen. De papieren plaatste ik op een balie. De stempel die we nodig hadden ging de lucht in om hem met grote routine op het papier te laten neerkomen. De beweging stopte en de beambte zei: "Grammofoonplaten. Is dat niet wat voor mijn kleinkind."
Controle dus, was mijn terechte conclusie.
"Het zijn covers en hele slechte," probeerde ik nog.
"We gaan even kijken."
Het zorgvuldig dichtgesjorde zeil moest los.
"Hoeveel zitten er in een doos?" vroeg de beambte.
"Vijftig."
"Dat kunt u wel zeggen."
Dit ging slecht aflopen. Om 's avonds laat op straat tweeduizend platen uit te gaan tellen zag ik niet zitten. Tijd voor actie.
"Ik heb een idee."
"Allez."
"Neem er maar twee mee voor uw kleinkind. Vinden ze het niks, gooi ze dan maar weg."
"Vijf minuten later reden we weer."
Om twaalf uur waren we weer op de zaak om te lossen. Nietsvermoedend opende ik de deur van het kantoor om de grote deur van het magazijn te gaan openen. Halverwege begon er een sirene te loeien. Enigszins in paniek begon ik te zoeken waar het lawaai vandaan kwam. Om zeker te zijn dat de stilte echt verkracht was, begon de telefoon te rinkelen.
"Met Jan."
"Met de alarmcentrale."
"Pardon."
"Met de alarmcentrale van het bedrijf waar u binnen bent. Wat doet u daar?"
"Ik werk hier. Ik kom platen lossen."
Abrupt stopte de sirene. Rob had de alarminstallatie die ze aan het inbouwen waren al laten aanzetten zonder mij dat te vertellen. Na een half uur verscheen Rob.
"Sorry ik ben het helemaal vergeten te vertellen."
We zijn mild, zoiets kan gebeuren.
De volgende dag ging Rob zelf naar België om de platenboer de oren te wassen zodat in de toekomst dit soort grappen niet meer voorkwam.
IJdele hoop, want het gebeurde die week nog een keer ondanks dat ik van tevoren had opgebeld.
"Wanneer de platen er nu niet zijn kom ik morgen."
"Nee, ze staan nu in het magazijn," verzekerde hij mij tot drie keer aan toe. Hoor ik daar ergens een haan kraaien?
"Dan kom ik vanavond."
"Het zijn er maar 1500, de pers is stukgegaan."
"Heb ik daar godverdegodver vanmiddag voor gebeld."

De vertegenwoordiger werd wegens het niet verkopen van de cassettes ontslagen. Rob vroeg of ik het wilde proberen. Dat wilde ik wel, want het magazijn was op orde en mijn vrouw werkte daar in de tijd dat de kinderen naar school waren. Daar had ik dus geen omkijken meer naar.
Mijn rayon was heel Nederland behalve Limburg en de Randstad. De Randstad deed Rob zelf. Op een dag vroeg Rob of ik het rayon Den Haag tot Haarlem wilde doen, want hij had geen tijd. Inmiddels had ik voldoende inzicht in de persoon Rob om te weten dat er een nest vol adders onder een heel klein grasveldje zat. Bij het eerste pompstation in Den Haag waar ik binnenkwam stelde ik mij voor en vertelde waar ik voor kwam. De man achter de toonbank ontplofte direct.
"Opdonderen met die troep, diegene die het heeft neergezet zou na een maand komen en dat is nu drie maanden geleden."
"Dat is geen stijl ik zal hem op zijn donder geven. Hoe heeft ADO Den haag gespeeld dit weekend?"
Na een half uur praten over van alles behalve cassettes, mocht ik het rek laten staan. Na nog een kwartier mocht ik het zelfs bijvullen. Kwaad op Rob, maar trots dat ik de klant gehouden had reed ik naar mijn volgende adres. De volgende twee adressen herhaalde zich het tafereel. Tevreden, maar volkomen sufgeluld reed ik naar huis. Het bedrijf stevende toen al op een faillissement af, want de uitgeven stond in geen verhouding tot de inkomsten. Rob had zichzelf een jaarsalaris van een ton aangemeten en na ieder weekend werden etensbonnen ter waarde van honderden guldens gedeclareerd. Dit onder protest van de boekhoudster annex telefoonjuffrouw. Verschillende kleine ondernemers die onder andere de inrichting van het kantoor leverden, heb ik gewaarschuwd dat ze contante betaling bij aflevering moesten eisen. Rob wist ze met mooie verhalen toch te verleiden op rekening te leveren. Zij hebben hun geld nog niet. Eigen schuld dikke bult. Er kwam een externe kracht van het bedrijf dat de cassettes en uitverkoop langspeelplaten uit Amerika leverde. Er werd een auto geleased en de inkoop van spullen werd alleen maar groter. Het bedrijf kreeg steeds meer het karakter van een bende oplichters. De boekhoudster, waar ik het heel goed mee kon vinden, dacht dat het een belastingtruc was van het bedrijf dat onze verkoopmaterialen leverden. De waarheid ben ik nooit te weten gekomen. Tegen Rob vertelde ik dat ik ging stoppen met werken bij hem.
"Dat komt goed uit, want we gaan volgende week het faillissement aanvragen."
Door de luchtige manier waarop dit werd gezegd kreeg ik de nijging om hem ernstig te beschadigen. Buiten de, kleine, leveranciers die ik gewaarschuwd had, waren er nog voldoende die naar hun geld konden fluiten. De volgende dag was mijn laatste.
's Morgens ben ik op tijd weggegaan om mijn laatste vier adressen te bezoeken. Om drie uur was ik bij mijn laatste klant, een tankstation in IJmuiden. Daar raakte ik in gesprek met een oudere man. Hij was een koffiehandelaar die zijn klanten met openbaar vervoer bezocht. Verbaasd vroeg ik hem waarom.
"Ik heb nooit een rijbewijs gehad."
Een vertegenwoordiger zonder rijbewijs. De man intrigeerde mij steeds meer. Tijdens het gesprek vertelde hij dat dit zijn laatste dag was, want hij had de zaak verkocht. Toeval dacht ik of…
Hij begon afscheid te nemen om naar het station te gaan.
"Waar woont u?" vroeg ik hem.
"In Broek op Langedijk."
"Ik moet naar Heerhugowaard dat grenst aan Langedijk. Wilt u meerijden?"
"Heel graag."
De inhoud van ons gesprek in de auto weet ik niet meer, maar we hadden wel plezier. Bij zijn huis aangekomen vroeg hij: "Wil je een kopje echte koffie?"
Samen liepen we naar binnen waar hij mij voorstelde aan zijn vrouw.
"Deze meneer heeft mij thuisgebracht. Ik heb hem een kopje koffie beloofd."
De vrouw glimlachte geheimzinnig. Even dacht ik in de, toen populaire, serie 'the Twilight zone' terecht te zijn gekomen. Ze pakte een bus met koffiebonen, deed er wat van in een elektrische koffiemolen en begon te malen. Door de geur die vrijkwam ging ik terug in de tijd. Mijn vader had voor de tweede wereldoorlog bij de koffiebranderij Koorn en co in Alkmaar gewerkt. Wanneer mijn moeder koffie zette dan zei hij vaak: "Zo rook het bij Koorn en co ook altijd."
Wij mochten thuis de koffiebonen malen met een handmolen die je tussen je knieën klemde. De koffie ging dan in een perculator. In de winter werd hij op de allesbrander gezet. Wanneer hij begon te koken zagen we het water in een glaasje in het deksel omhoogkomen. De geur was exact die ik nu rook. Mijn vader had in die tijd een melkzaak. Om de muizen bij de kaas weg te houden hadden we altijd katten in huis. Een van de katten was gek op koffie. Mijn moeder deed wat koffie met melk en suiker op een schoteltje en de kat likte het op. Stond de koffie een tijdje, dan hoefde de kat het niet meer. Een gedistingeerde kat met smaak dus.
De man zag mij genieten van de geur.
"Zelf gemengd en gebrand," vertelde hij, volkomen terecht, trots.
Eindelijk proefde ik weer hoe koffie moet smaken. Slap en heet. De fijne geur met al zijn schakeringen, die bij sterke koffie veranderd in één alles overheersende stank, snoof ik genietend op.
We namen afscheid van elkaar. Nooit heb ik ze meer gezien of gesproken. Een sprookjesachtige herinnering is alles wat ik er aan heb overgehouden.

 

feedback van andere lezers

  • Dora
    Lekker verhaal. Die perculator ken ik ook nog,
    Op de houtkachel bij mijn opoe... Wij hadden een stenen filterkannetje waar koffie extract doorheen liep, met warme opgeklopte melk mengen ...mmmjammie
    badstop: Een beetje nostalgie kan geen kwaad.
  • Wee
    Graag gelezen.
    x
    badstop: Niet graag gedronken?
  • ivo
    ja een echt levensverhaal dat mss nooit echt is gebeurd, maar dat doet er niets toe - het is af

    badstop: Het is wel degelijk exact zo gebeurd.
  • julien_maleur
    aangename lectuur
    JM
    badstop: Net als de koffie.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .