writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Het geheim van de smid

door puk


Wat een dag. Net vanmiddag had iedereen een spoedklusje voor hem gehad. Hij veegde de werkplaats aan, hing gereedschap op het rek toen zijn laatste klant binnen kwam. De man keek verbaasd naar de opgeruimde smidse:
'Heb je een afspraakje, smid?'
Gauw had de smid geantwoord:
'Naar de film.'
Knipogend gaf de man Simon een klap op zijn schouder:
'Een geheim afspraakje. Nou geluk dan maar.'
Simon had snel de deur achter de man op slot gedaan, wat soep opgewarmd en eieren gebakken voor op zijn brood. Hij was te nerveus om veel te eten, hij hoopte dat niemand hem vanavond zou zien.

Simon kan zich niet herinneren ooit zoveel aandacht aan zijn kleren te hebben besteed. Hij staat voor de spiegel in zijn bruine broek en trekt een geel overhemd aan. Voor hij een das uitzoekt zet Simon de radio aan. Gelukkig, het nieuws, dus is het nog maar net zes uur. Hij kiest de bruine gestreepte das en strikt hem onhandig, zijn spiegelbeeld ziet er gespannen uit.
Heel anders dan vorige week toen hij nog onschuldig geflirt had met Irma. Gek dat één ontmoeting zijn hele leven overhoop had gegooid. Ze had hem een tekening met een werkbeschrijving gebracht voor het tuinhek dat hij zou maken voor haar vader. Hij had op slag raar staan schutteren, maar ze was heel begrijpend geweest en eer hij het wist hadden ze voor vanavond een afspraak gemaakt. Hij had de hele week aan deze avond gedacht, had twee keer op het punt gestaan om af te bellen, maar de herinnering aan de lichtjes in haar ogen en haar stralende lach hadden hem weerhouden. Hij kon haar niet teleurstellen. Op een of andere manier was hij de week door gekomen en nu stond hij hier te kijken naar de man in de spiegel.

Hij bestudeert de smid in de spiegel, lelijk is hij niet en hij ziet er toch ook niet dom uit. Met een grote hand vol eelt veegt hij zijn weerbarstige haarlok naar achteren, de handen van een man die hard werkt, niet de handen van een student of van een schrijver. Hij is goed in zijn werk, heeft veel opdrachten voor speciale dingen, die handen leveren hem een belegde boterham op. Toch houdt hij ook van verhalen vertellen, zijn neefje is dol op zijn spontaan verzonnen bedtijdverhaaltjes, misschien dat hij ze nog wel eens…
Hij pakt een schone zakdoek uit de kast, vouwt die zorvuldig en stopt hem in zijn zak. Hoe zou Irma zijn? Lief, begrijpend zolas die middag, of streng? Zou ze veel praten of verwachtte ze van hem dat hij veel vertelde? Als ze hem maar niet dom vond.
Nee, die das is niks, veel te stijf, hij voelt zich alsof hij naar een begrafenis moet. Zal hij toch maar weg blijven? Hij trekt de das van zijn nek en gooit hem op het bed. Maar zulke ogen kun je niet teleurstellen, nee deze afspraak gaat door. Zonder das, knikt zijn spiegelbeeld, terwijl een stem op de radio zegt dat het drie minuten voor half zeven is. Straks moet hij nog rennen, hij moet ook nog bedenken wat hij zal meenemen. Wel iets wat hij in huis heeft liggen, de kioskman vertelt altijd alles door, dus daar kan hij niets halen. Hij herinnert zich dat zijn neefje wat heeft laten liggen van de week, als het maar in zijn zak past, hij gaat niet met een tas lopen.
Voor hij bij Irma aan belt haalt hij nog eens zijn hand door zijn haar en trekt onnodig zijn kleren recht. Hij wou dat de deur wat meer glas had, zodat hij zichzelf kon zien. De kerkklok slaat als Irma de deur open doet:
'Mooi op tijd, ik ben blij dat je gekomen bent.'
De spiegel naast de kapstok toont een aardige kop, met een nerveuze glimlach en een weerbarstige haarlok. Hij voelt zich weer een schooljongen, vol verwachting loopt hij achter haar aan.


Eindelijk is het dan zover, dit is zijn grote dag. Een jaar lang heeft hij elke dinsdag- en donderdagavond naar dit moment toegewerkt. Hij maakte snel vorderingen bij Irma en vanavond gaat het dan gebeuren. Achter zijn rug wordt geroddeld, maar het kan hem niets meer schelen, Irma was het waard.
Zijn spiegelbeeld straalt zelfvertrouwen uit in een nieuw grijs pak. Hij strikt zijn grijze gestreepte das, de kam gaat door zijn haarlok, meer is niet nodig. Simon kijkt op zijn horloge, nog tijd om de resten van zijn eten op te ruimen. Als ook de koffiemok leeg en schoon op het afdruiprek staat pakt hij zijn tas in. Schrijfblok en twee pennen, zijn lesboekjes doet hij in een plastic tas in het voorvak. Die kunnen bij Irma blijven. Vandaag krijgt hij zijn leesdiploma.
In de ruit van de kiosk ziet hij zijn reflectie: een boom van een vent met een studententas, trots op wat hij bereikt heeft met hard werken.


Extra opgave:
[1 ik sta op uit de stoel]
[2 ik loop naar de telefoon op het tafeltje in de hal]
[3 ik neem de hoorn van de haak]
4 toets een nummer in
5 zet de hoorn aan mijn oor
6 ik wacht tot ik haar stem
7 heel stil blijf ik staan
8 dan hoor ik de stem weer
9 weer houd me heel stil
10 de verbinding wordt verbroken, ik kijk naar de hoorn in mijn hand
[11 ik leg de hoorn op het toestel terug]
[12 en ga terug naar de stoel.]


Beste Baukje
Het is lang geleden dat ik een les heb ingestuurd. Er is veel gebeurd in die tijd. Het leuke wil ik toch even delen. Mijn verhaal 'Zuigelingenzorg' is geplaatst in de bundel Mijn Geschiedenis, twee gedichten worden geplaatst in de bundel Mijlpaal en ik ben in de kinderboekenweek gedebuteerd met 'Voorlezen alstublieft' in de voorleesbundel Heksen, trollen en glazen bollen van Gottmer, voor kinderen van 5 tot 8 jaar. Mijn verhaal is het eerste verhaal in de bundel en voor 7/8 jarigen. Gottmer verwacht meer werk van de debutanten.
Het verhaal is te lang voor de les met het kinderverhaal, ik stuur hem hierbij mee, omdat ik vermoed dat je het wel leuk vind het te lezen.
Groetjes Marja


Voorlezen alstublieft
(waarom het toveren uit de mensenwereld verdween)

Nog niet zo lang geleden en hier vlakbij stond een hele leuke school. Op het schoolplein zag je draken, trollen en reuzen voetballen. Elfjes, heksjes,
dwaallichtjes en mensenkinderen speelden samen in de zandbak.
In die tijd geloofden alle mensen nog in toveren. Dieren konden praten, de bloemen en bomen zongen leuke liedjes. Het schilderij boven de bank draaide iedere film die je wilde zien. Elk boek kon zichzelf voorlezen, je hoefde alleen maar de toverwoorden: "voorlezen alstublieft," uit te spreken. Vooral tegen kinderbedtijd hoorde je die toverspreuk overal. "Voorlezen alstublieft".
Toveren was niet gemakkelijk, de toverspreuken waren moeilijk te onthouden. De toverjuf, Heks Slimbenik, was soms best streng. Dat moest ook wel, het kon gevaarlijk zijn in de toverklas. Toen Dra Groenedraak de vlammenhoest kreeg, hoestte hij vuur in de haren van Joris van de Bakker.
"Au," riep Joris, "mijn hoofd wordt gebakken."
Een andere keer wilde Klara met een toverspreuk haar flesje melk openen toen een dwaallichtje iets grappigs zei. En als een dwaallichtje een grapje maakt raakt er altijd iets zoek of in de war. Het flesje verdween en uit de waterkraan kwam ineens chocolademelk. Gelukkig kon Slimbenik snel en goed toveren. Ze loste altijd alles zo weer op.
Er zaten twee reuzenkinderen in de klas: Rosa en Remus. Ze waren lief en aardig, maar ook wel heel groot. Onder Remus voet pasten wel drie trolletjes en onder zijn bibs twee drakenkinderen. Voor hij ging zitten riep Remus dan ook altijd:
"Onderuit, reuzenbibs gaat landen."
Dan kon iedereen op tijd aan de kant gaan. Want niemand wilde graag onder die reuzenbibs terechtkomen. Dan werd je vast zo plat als een prentenboek.
Lange tijd ging alles goed op school. Maar op een dag ging het zó mis, dat alles voor altijd zou veranderen.

In de gymzaal dansten en zongen de leerlingen:
"Wie gaat er mee, wie gaat er mee,
naar de berg van Sint Andre.
En daar wonen zoveel kikkertjes."
Alle leerlingen toverden zich in kikkers en sprongen kwakend door de zaal. Dikke pret. Maar bij het derde couplet ging het mis. Rosa zong "muizen", terwijl de rest "olifanten" zong. Plotseling was de zaal vol olifanten en één muis. Nu zijn olifanten maar voor een dier bang… … … … Precies, voor een muis.
"Help een muis."
"Mmmammammama, Joris is babbbang."
"Alle draken, een piepmuis."
"Een mui-mui, muizemuis."
"Een griezelmuis."
"Laat de muizenvanger komen."
Iedereen riep door elkaar en rende door de zaal. Die grote Remus was zo bang, dat hij als reuzenolifant dwars door de muur naar buiten rende. Het was een dikke muur. Maar een reuzenkind als olifant was wel heel erg groot en sterk. Er kwam dan ook een gat in de muur, zo hoog als een reuzenolifant. En dat was zo groot, dat de muur instortte.
Rosa als muis, verstopte zich bibberend in het putje van de douches. Slimbenik riep gauw:
"Iedereen weer terug!"
En daar waren Joris, Klara, Dra en de anderen al weer terug. Fijn voor de olifanten in de zaal, maar fout voor die muis in dat putje. Toen Rosa weer een reus werd, paste ze niet meer in haar schuilplaats. Met een knal spatte het putje uit elkaar en drukte Rosa Reus de vloer kapot. Brokken steen vlogen alle kanten op, water spoot uit de buizen. De muren spoelden weg.
Gelukkig wist Slimbenik iedereen op tijd naar buiten te toveren. Maar de school was de muren kwijt en zakte in elkaar.
Uit het toverlokaal vlogen duizend toverspreuken naar buiten. Daardoor werd het overal in de stad een bende, alles raakte betoverd. Verkeerslichten gingen een potje dammen met de straatstenen, auto's veranderden in dieren, het was opeens gevaarlijk op straat.
Even later vloog een ontsnapte verdwijnspreuk over de resten van de school en riep:
"Verdwijn, alles weg, verdwijn, alles weg, verdwijn." en pllloepf…weg was alles. Er bleef een schoolplein over zonder school. Nergens was nog een kleurpotlood of schrijfschriftje te zien.
Alle toverkracht van alle heksen en tovenaars was nodig om de rondvliegende toverspreuken te vangen. De stad werd weer veilig, maar de mensen waren erg geschrokken.
"Misschien vliegt er nog wel ergens een toverspreuk." zei de een.
"Straks tovert iemand het land vol haaien." griezelde een ander.
"Mijn kind kan ons huis wel wegtoveren, of zichzelf." bedacht Klara's moeder.
"Joris mag niet meer met een draak in één klas zitten." riep de bakker.
"Het moet maar afgelopen zijn met dat toveren." vond de burgemeester.

Daar waren alle mensen het mee eens. De mensen waren zo bang geworden, dat alle toverkunst verboden werd. Ze wilden nooit meer iets te maken hebben met toveren. Voortaan deden ze alsof er geen magie bestond.
Zo werd de toverwereld onzichtbaar voor mensen. En gingen mensenkinderen nooit meer naar school met sprookjesfiguren. Grote mensen zeggen nu dat de toverkunst nooit heeft bestaan. Maar kinderen weten wel beter. Zij horen de bloemen nog wel eens zingen, of zien in de zonnestralen elfjes dansen.

Van de school werd maar één ding terug gevonden, dit boek. Het heeft nog een klein beetje toverkracht. Niet genoeg meer om zichzelf voor te lezen. Maar als jij de juiste woorden zegt, kunnen grote mensen het je voorlezen. Probeer het maar bij je vader of moeder. Weet je de spreuk nog? … … …

 

feedback van andere lezers

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .