writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Het Reine Claude-complex

door Dora

De aftandse pruimenboom was beloofd met minimaal verfrommeld blad in onbestemde teint. In wezen was het een over-de-datumboom, die men vergeten was te rooien.
Niemand kijkt naar me, pruilde de oudste en loerde jaloers naar het broertje dat er, zoals altijd, stralend bij hing en gekke bekken trok. De brutale aap kreeg bewondering voor zijn acrobatische toeren, waardoor zijn huid glansde. Soms had Pruillip moordneigingen. Hij zag, als hij eerlijk was, dat Pruimedantje beter uit de verf kwam, een edeler ras leek dan hij. Het jong was constant blij, maakte zelfs opgewekte grollen al waaiden ze bijna door de straat. Kou, wind of regen, niets deerde hem. Afgunstig Kroonprinsje Puimenmond wende na een tijd aan dat zeurend verwijtende. Het werd een vertrouwd gevoel van 'eigen'.

Na het ongeluk, de jonge doerak sloeg te pletter bij een te gewaagde acrobatentoer, was Prins Pruillip volkomen in de war. In de bijna kale boom hing hij te treuren omdat er niets leuks meer zou gebeuren. Van verveling werd hij uitermate melig, zielig en wat zuur. Een zeer intens gevoel dat hem doortrok tot in het allerdiepste binnenste van zijn afzichtelijke taaie steeltje. Hij beklaagde zijn tegenstrijdig Jantjelacht-Jantjehuilt-lot en schaamde zich dat hij het stoute broertje miste. Hij was niet trots op zichzelf en het hoe en waarom van het bestaan boeide hem bitter weinig. Altijd was hij minnetjes geweest. Weinig vlees omkleedde de harde pit en zijn huid was pokdalig. Door de kleur, onaantrekkelijk vaal paars dat zweemde naar grijs, was hij bijna onzichtbaar. Wat deed hij hier? Hij zocht de oorzaak van zijn mistroostigheid, maar vond niets. Te veel tijd had hij om te peinzen. Totdat hem duidelijk werd dat iedereen aan hem voorbij liep. Hij viel nergens door op. Het was duidelijk: hij had niemand iets te bieden. Niet alleen was Prins Pruillip scheef en veel te langgerekt, de harde pit zat in de weg. Zijn kruin stoorde hem ook een beetje. Hij droeg hem aan de verkeerde kant. Dat kon hij nog wel verkroppen, maar ook zijn aangeboren lef was lusteloos te laf. Hij wist het natuurlijk niet zeker, maar hij kon er bijna gif op innemen dat hij niet te pruimen zou zijn zodra hij werd geplukt. Als ik het tenminste zolang volhoud aan deze stomme stamboom, dacht hij meesmuilend. Was ik maar een appel, lekker stoofpeertje, of vuurrode kerstomaat. Er school een groot gevaar, waarover Pruillip niet nadacht. Dat had hij niet geleerd en door zijn fatalistisch luie instelling waren zijn hersens wat verweekt.

De zon scheen willig en het regende ook keurig op tijd, zodat de minderwaardige pruim normaal groeide. Helaas werd P. Pruimemans van de zelfvernietigende oordelen steeds minder mans, wat aan de buitenkant onzichtbaar was, uiteraard. Hij zuchtte en steunde, maar nooit keek iemand naar hem op. Vanonder die eenzame kronkelige tak observeerde hij met flauw vermoeide blikken wat er zich beneden afspeelde. God was goed en liet hem hangen om op zijn gemak te gedijen, maar heel zijn lichaamstaal schreeuwde dat Zuurpruim geen geluk verwachtte. De eerste de beste domme gans zag al van een kilometer afstand dat hij geen persoonlijkheid had en nog minder ambitie. Welke zichzelf respecterende pronte pruim wil door een hangend zieligheids-syndroom worden gekust? Leuke ontdeugende meiden lieten hem dan ook met rust. Tegen de verdrukking in werd Pruilemans volwassen en zijn ouders hadden hoge verwachtingen van hem. Plotseling, in de oogsttijd, barste hij bijna uit zijn vel van een warme innerlijke drang hoewel hij helemaal niet van wanten wist. Dagelijks werd hij wanhopiger want de tijd drong. Het betrof een natuurlijke gang van zaken, waar niemand zich normaliter druk om maakt. Jij moet je voort gaan planten, kermde zijn sikkepit.

Een stralende morgen luidde zijn geluksdag in. Net voordat hij de hoop opgaf, ontmoedigd los wilde laten, kreeg een prachtstuk, Reine Claude, hem in de gaten. Ze lonkte naar hem. Aandacht, meer was er niet voor nodig, hij viel ervoor als een geurig blozende tomaat. Eindelijk werd hij iemand. Hij stond in vuur en vlam. Toen ze hem wat verwende liet hij zich dan ook in extase van de oude kronkeltak af vallen, rechtstreeks in haar reine schoot. Zij was helemaal zijn droom.*
Na zijn engelengeduld kreeg hij zijn verdiende loon, vond hij. Magistraal versmolt hij met Claudia zodat hij amper in de gaten had wat hem overkwam. Tot zij hem na een tijd wel eens kleineerde. Om zijn vale huid, waar ze niet graag naast werd gezien. Ze verweet hem het gemis aan persoonlijkheid en beetje bij beetje zoog ze hem leeg. Ze vertelde hem eerlijk dat ze meteen had geweten dat hij haar alles geven zou waarom ze vroeg. Niet veel later versprak ze zich, toen ze in een boze bui snauwde dat hij een makkelijk meepakker was geweest, die klaar hing voor gebruik. Hij hoorde ook: was geweest. Het angstzweet brak hem uit... Toen hij vel over pit was, bijna geen kracht meer had, drong het tot Zielepiete Pruimo door dat hij als een nachtkaars uit zou doven. Vlak voor hij de laatste adem uitblies schreeuwde ze dat het zijn eigen schuld was omdat hij nooit had voldaan! Te saai en afgezaagd. Veel te humeurig zuur was hij geweest, een volslagen mislukte vrucht. Dat gaf hem de doodsteek. Gelukkig hoorde hij niet meer hoe ze verwoestend gilde dat zij er niets aan kon doen. "Jij had kunnen weten dat jij te min was voor een Koningin als IK!"
Een begrafenis kwam er niet.

Later vond men in de goot de harde verdroogde schil, waar zijn pruillip niet eens in te herkennen viel. De loze droge huid was hard gelooid. Geen vogel wilde er van snoepen. Zijn pit? Ze had niet eens de moeite genomen om die ter aarde te bestellen…


*Zijn droom wordt snel uitgesproken: zijndroom-zindroom-syndroom, < ; )))

 

feedback van andere lezers

  • Wee
    Goed te pruimen, dit verhaal.
    Knap, hoe je je rode draad doorheen je verhalen weet te weven.
    x
    Dora: Dank je wel Wee,
    met rode draden is het goed patronen inhaken....
  • Hoeselaar
    Knap verhaal, je bent van alle markten thuis

    Willy
    Dora: Oef, dank je Willy, fijn compliment. Ik ben graag veelzijdig inderdaad.
    Ik stel me zo voor het voor te lezen aan een groep kinderen om te kijken of ze snappen wat het is om je minder dan een ander te voelen...
  • ivo
    weeral zo mooi dora en een stuk zachter geschreven, toch blijft die harde pit leesbaar
    Dora: Het moet alleen hart zijn toch... van alles wat
  • Bessy
    moraal van dit verhaal...ga niet als een zure pruim zitten wachten op een reineclaude
    doe er zelf wat aan....

    bijzondere voetnoot ook

    bessy
    Dora: Hallo meissie... de bietjes waren heerlijk en de suikererwten ook... Heb ervan genoten, net als nu van jouw feed. Hoe staat het met je kookboek? Ik was laatst toch in zo'n mooie voorstelling... poehee... Komt er een mailtje achteraan... dank je Bessyke.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .